De hoogste straf kreeg Brabander Eduard V. (47), die volgens de rechtbank aan alle touwtjes trok. Behalve de celstraf die hij conform de eis van het Openbaar Ministerie (OM) kreeg, moet hij ook de resterende 974 dagen van een oude straf uitzitten. V. kwam in 2013 in Nederland onder voorwaarden op vrije voeten, nadat hij in 2010 in Zwitserland wegens de smokkel van cocaïne ook al acht jaar cel had gekregen.

Medeverdachten Jeffrey B. (28) uit Culemborg en Harry H. (61) uit Maastricht kregen voor hun aandeel - eveneens conform de eisen - respectievelijk zeven en vijf jaar celstraf. Volgens de rechtbank vervulden zij beiden „een cruciale rol” en waren zij „essentiële schakels” binnen de bende.

Via ‘huisvriend’ B. verzekerde de bende zich van de medewerking van voormalig wachtmeester Ronald J. (35) van de Koninklijke Marechaussee. Hij controleerde in de informatiesystemen van de dienst of beoogde koeriers niet in de opsporingslijsten voorkwamen en dus veilig konden in- en uitreizen.

J. - door de kwestie oneervol ontslagen - kwam er na een eis van drie jaar cel vanaf met zes maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur. Volgens de rechtbank heeft hij zich schuldig gemaakt aan schending van zijn ambtsgeheim, maar was hij geen onderdeel van de criminele organisatie. Volgens het OM was hij daarin juist „een belangrijke schakel”.

De voormalige wachtmeester heeft toegegeven informatie te hebben gelekt, maar zei te hebben aangenomen een onschuldige vriendendienst te bewijzen en niet te weten dat de gegevens in handen van een drugsbende terecht kwamen. De rechtbank noemde die houding „naïef”.

De opsporingsdiensten kwamen de bende in 2013 op het spoor tijdens een FIOD-onderzoek naar V., die na eerdere veroordelingen in Nederland, Spanje en Zwitserland voor de vierde keer lange tijd moet zitten wegens drugssmokkel. Het onderzoek kreeg prioriteit toen bleek dat een marechaussee bij de activiteiten was betrokken.