Toerustingsdag stichting Gave: „Als ik in Syrië woonde, was ik óók gevlucht”
Met 700 nieuwe vluchtelingen per dag is de instroom in Nederland groter dan ooit. Stichting Gave belegde zaterdag een toerustingsdag om gemeenteleden en vrijwilligers te inspireren om te starten of door te gaan met het bezoeken van vluchtelingen in asielzoekerscentra (azc) in hun eigen wijk. Gave-directeur Jan Pieter Mostert: „Mensen die verwond zijn door het kwaad hebben onze liefde nodig.”
In eerste instantie was de toerustingsdag van stichting Gave bedoeld om mensen handvatten te geven wanneer asielzoekers bij hen in de wijk kwamen wonen. Hoe zouden zij deze mensen kunnen steunen? Met de plotselinge grote instroom van vluchtelingen van de afgelopen zomer besloot de stichting echter het roer om te gooien. Ook hulp bij azc’s en in vluchtelingenkampen was op de toerustingsdag een belangrijk punt van aandacht.
Directeur Jan Pieter Mostert leeft zich in zijn openingswoord in hoe het is om vluchteling te worden. „Wanneer ik denk aan vluchtelingen, dan denk ik aan mensen die radeloos weggegaan zijn. Niet altijd gaan ze hals over kop de deur uit. Ze proberen vaak om op andere plaatsen in hun eigen land een bestaan op te bouwen. Maar in het oorspronkelijk welvarende Syrië zien ze het perspectief al slechter worden. Ik weet het zeker: als ik daar woonde, was ik ook gevlucht.”
Mostert benoemt twee „naïeve opvattingen” die opgeld doen nu er zoveel vluchtelingen komen. „Om me heen merk ik angst: „Al die vluchtelingen zijn moslims, er zitten jihadisten bij. De grenzen moeten dicht.” Behalve dat je dat niet zou moeten willen, kan dat ook gewoon niet. Een andere naïeve opstelling is: „Laat ze maar hier naartoe komen. Europa vergrijst en kan goed opgeleide, jonge mensen prima gebruiken.” Men vergeet dat er getraumatiseerde mensen binnenkomen. In Syrië zijn minderheden jarenlang gediscrimineerd en die praktijk gaat hier in vluchtelingencentra soms gewoon door.”
Mostert bepleitte een andere weg, die van de „gelovige naïviteit”. „Meelijden werkt herstellend, geven doet ontvangen. We moeten mensen die verwond zijn door het kwaad liefde schenken. Op die manier kunnen we wonderlijke ontmoetingen met Jezus hebben.”
Oma Lies
Gor Katchikyan (28) is in 1999 in Nederland komen wonen. Nu is hij arts op de eerst hulp in het ziekenhuis in Lelystad. Vanuit zijn persoonlijke ervaringen raadt hij christenen die onder vluchtelingen werken aan om te blijven zaaien. In zijn eerste jaren hier in Nederland was „oma Lies” van grote betekenis voor hem. Katchikyan was in een azc op Texel en deze oude vrouw uit Den Burg nodigde zijn familie uit om mee te gaan naar de baptistengemeente. „We dachten eerst dat we bij een sekte terecht waren gekomen. Het gebouw was niet zoals wij dat gewend waren van de Armeens-Orthodoxe Kerk. Over „oma Lies” werden lelijke geruchten verspreid, bijvoorbeeld dat ze Jehovah’s getuige was. Maar ze bleef zaaien en in mijn hart droeg het vrucht.”
Katchikyan vertelt dat in de gelijkenis van de zaaier de weg een andere betekenis heeft dan de weg nu. „Het ging daar om platgetreden aarde. Het gaat dus om harten waar overheen gelopen is, zielen waarop getrapt is. Zij kunnen het zaad niet opnemen. Wanneer het gaat over de doornen en de distels gaat het over zorgen. Als asielzoeker had ik maar een zorg en dat was Rita Verdonk. Wanneer vluchtelingen in zorg zijn hebben ze het nodig dat iemand hen vertelt dat ze God kunnen vertrouwen. Je zult zien, zolang ze daar vertrouwen in hebben blijven ze naar de kerk komen. Maar gaat het minder goed met hun procedure dan blijven ze ook vlug weg. Er moet een punt van omkeer komen: op een gegeven moment maakte het me niet meer uit hoe het met mijn procedure ging, of ik mocht blijven of niet. Want elke keer kwam er steun uit teksten. Mensen zeiden tegen me: In het huis van mij Vader zijn vele woningen. God ging zijn weg met mij. Wees niet gefrustreerd als je het zaad ziet verschroeien, want dat is al tweeduizend jaar zo. Vertel vluchtelingen over de Naam aller namen. Er is redding, Zijn naam is Jezus. Er is hoop, Zijn naam is Jezus. Er is genezing, Zijn naam is Jezus.”
Zielig
Gave-medewerker Marco Vos vertelt in een workshop over het bezoeken van vluchtelingen over zijn ervaringen in de tijdelijke opvang in Apeldoorn. „Het grote gevaar is dat we denken dat ze zielig zijn. Maar het zijn de sterke mannen die deze kant opkomen. Toen ik hen uitnodigde om naar de kerk te komen en hen vroeg of het lukte om het adres te vinden zeiden ze: „We zijn heel Europa doorgereisd met onze GPS, dus dat lukt ons ook nog wel.” Tegelijk zit hun hoofd vol bedreigende beelden. Toen we in het donker door het park naar huis liepen zeiden ze: Dit lijkt net Hongarije. Die angst van daar zit nog zo vers in hun geheugen.”
In het middaggedeelte kwam Sara van de Toorn aan het woord. Zij woont in IJmuiden en is in haar jeugd uit Iran gevlucht. Ze hoopt dat mensen die vluchtelingen bezoeken proberen een gelijkwaardige relatie met hen op te bouwen. „Als vluchteling kom je in een stroom het land binnen en ben je een van de vele dossiers. Je hebt het nodig om gezien te worden. Bij mij was het een vrouw van een jaar of dertig die naar mij omkeek, die mij zag in de massa. We werden vriendinnen. Zij huilde net zo gemakkelijk bij mij uit als ik bij haar. Hoewel vluchtelingen vaak getraumatiseerd zijn, zijn ze niet zielig. Ze hebben het tot dusver gered, het zijn helden.”
Van der Toorn noemde Jesaja 63 haar „motor”. „De Geest des Heeren is op mij, om gevangenen vrij te zetten, goed nieuws te brengen, te troosten en te genezen. Zoals Jezus gezalfd is door de Heilige Geest, zo kan dat ons ook gebeuren.”
Brochure
Vluchtelingen in de Kersenstraat, nr. 42 in Geldermalsen. Stichting Gave ziet daarin een opdracht voor christenen die ook in de Kersenstraat in Geldermalsen wonen. Maar hoe maak je contact? En wat kun je voor deze nieuwe Nederlanders doen? Gave presenteerde zaterdag een brochure met adviezen.
De brochure heet ”Over de drempel”. Vaak moeten er heel wat drempels geslecht worden: cultuur, godsdienst, taal. „Vluchtelingen veranderen van een asielzoeker voor wie alles geregeld wordt in een burger die het zelf uit moet zoeken. Christenen kunnen hen helpen om over drempels te komen, maar moeten zelf vaak ook een drempel over”, zo verwoordt Gave-directeur Mostert het.
In de brochure staat informatie over de verschillende situaties in landen van herkomst, asielprocedures, maar ook tips om nieuwe wijkbewoners een warm welkom te geven. Daarnaast is er een cadeaupakket ontwikkeld waarin een kalender, een kaarsje, het boekje ”Een brief voor jou” en een kaart zitten. Omdat deze dingen allemaal vertaald zijn in het Arabisch, het Farsi en andere onder asielzoekers veelgesproken talen, hoopt Gave zo een brug te slaan tussen de nieuwe wijkbewoner en christenen uit de buurt.