Ecevit: EU is laks in bestrijding van Koerdisch geweld
De Turkse premier, Bulent Ecevit, heeft de Europese Unie er gisteren van beschuldigd te weinig te doen om anti-Turkse terreurbewegingen aan te pakken.
Ecevit waarschuwde voor fundamentalistische en Koerdische bewegingen die zich in Europa vrij kunnen bewegen en zei dat de strijd tegen de terreur na de aanslagen van 11 september in de VS een internationale verantwoordelijkheid is.
„Jammer genoeg wordt de terroristen een beetje te veel tolerantie gegund", zei de premier. „De landen van de Europese Unie en de NAVO, onze vrienden, moeten in hun eigen landen geen mogelijkheden geven voor terreuractiviteiten tegen Turkije."
In West-Europa wonen meer dan 3 miljoen Turken, 2,5 miljoen van hen in Duitsland. Religieuze en politieke organisaties die in Turkije verboden zijn, hebben vaak legale afdelingen in Duitsland en de rest van Europa. Het islamitische, maar fel seculiere Turkije ziet in het fundamentalisme en de Koerdische autonomie-eisen een bedreiging voor de staat.
In 1998 hebben de Turkse autoriteiten aanhangers van de in Duitsland wonende moslimextremist Muhammed Metin Kaplan opgepakt die van plan waren een met explosieven gevuld vliegtuig te laten neerstorten op het mausoleum van de Turkse vader des vaderlands, Mustafa Kemal Atatürk.
Dinsdag liet een Duitse rechtbank de Turk Harun Aydin gaan. Hij was eerder op het vliegveld van Frankfurt opgepakt met een beschermingspak voor chemische oorlogvoering in zijn koffer en handboeken voor een biologische oorlog. Gisteren maakte de Duitse regering bekend Metin Kaplan na zijn vrijlating naar Turkije te willen uitwijzen. De Turkse regering moet wel garanderen dat de zogenaamde kalief van Keulen niet gemarteld zal worden en niet ter dood zal worden veroordeeld, zo verklaarde een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Kaplan is in Turkije aangeklaagd wegens hoogverraad, waarop de doodstraf staat.