Kerk & religie

Israël afgezonderd

Romeinen 11:25c

Petrus Curtenius
26 September 2015 08:15Gewijzigd op 15 November 2020 22:05

„Totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.”

Wanneer het ingaan van de volheid der heidenen nog niet is vervuld, kunnen wij licht beseffen dat het zalig worden, dat erop volgt, niet van een deel, maar van geheel Israël pas in de toekomst te verwachten is. De Joden zijn immers het enige volk op de aardbodem dat na zo veel verstrooiing en ballingschap als een afgezonderde natie staande blijft, zonder vermengd te worden met andere volken.

De Heere heeft hen tot hiertoe op wonderlijke wijze willen behouden. Daarom kunnen wij daaruit niets anders opmaken dan dat God met dit volk iets bijzonders van plan moet zijn. Zoals men nu en dan sommigen uit hen ziet overkomen tot de gemeenschap van de ware kerk, zal God Zich dan ook niet eens op Zijn bepaalde tijd over het ganse volk ontfermen? De Goddelijke goedertierenheid en verdraagzaamheid leiden immers tot bekering (Romeinen 2:4). „En wij moeten de lankmoedigheid van onze Heere voor zaligheid achten”, naar de les van Petrus (2 Petrus 3:15).

Wij worden in dit vertrouwen bevestigd door verscheidene gelijkluidende uitspraken, waarvan de volkomen waarheid niet vóór de laatste dagen vervuld zullen zijn.

Petrus Curtenius,

predikant te Amsterdam

(”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766-1777)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer