Die vindt dat elke Nederlandse gemeente moet weten welke inwoner pedofiel is. Dat heeft hij in een brief aan minister Donner (Justitie) geschreven. Ook sportclubs en instellingen waar veel kinderen vertoeven, moeten rechten krijgen om zich te wapenen tegen pedoseksuelen met of zonder strafblad, vindt hij.

Kleijwegt heeft de brief geschreven naar aanleiding van de aanhouding van een 42-jarige inwoner van Hellevoetsluis in verband met zedenmisdrijven. De man wordt verdacht van de mishandeling en de verkrachting van een 11-jarige jongen uit Heenvliet. De jongen werd in september bewusteloos aangetroffen bij een zandafgraving bij Zwartewaal en lag twee weken lang in coma door zwaar hoofdletsel.

„Dit afschuwelijke voorval heeft in de regio tot grote schrik, maar ook tot diepe afkeer en verontwaardiging geleid”, aldus Kleijwegt. De burgemeester voert binnenkort gesprekken met sportclubs en instellingen in zijn gemeente om te voorkomen dat pedofielen kunnen toeslaan. Hij wil de verenigingen weerbaarder maken tegen mensen met een pedofiele afwijking. Mogelijk gaan deskundigen in de toekomst informatie aan de verenigingen verstrekken waaraan zij die mensen kunnen herkennen, aldus een woordvoerder van de gemeente.

Burgemeester Pop van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters vindt echter dat de identiteit van pedoseksuelen ook nooit onder dwang prijsgegeven mag worden. „Ik vind dat onverstandig. Dat kan niet in onze rechtstaat”, zei hij.

In Hellevoetsluis is volgens de zegsman algehele verontwaardiging ontstaan omdat de 42-jarige verdachte in 1992 en 1993 als banenpooler op de plaatselijke kinderboerderij werkte. De man had, naar verluidt, in die jaren al een veroordeling op zak wegens ontucht met kinderen.

Kleijwegt vraagt zich af of Nederland de privacywetgeving rond pedoseksuelen moet oprekken. „Moeten we het belang van de samenleving niet zwaarder laten wegen dan het belang van een individu?” vraagt hij. De identiteit van pedofielen zou niet in brede kring openbaar gemaakt moeten worden, maar binnen een selecte groep mensen van woningbouwverenigingen, sportclubs, politie, gemeente, riagg, Kinderbescherming en maatschappelijk werk. „Nu kunnen wij niets. Wij staan machteloos”, zei Kleijwegt.