Roomse schuilkerk in Amsterdam nu symbool van tolerantie
AMSTERDAM. De voormalige rooms-katholieke schuilkerk Ons’ Lieve Heer op Solder in Amsterdam laat zien hoe lastig het was om in de zeventiende eeuw rooms te zijn. De schuilkerk is tegenwoordig museum. Koningin Máxima, rooms-katholiek, verrichtte gisteren de heropening ervan.
Ons’ Lieve Heer op Solder is een ludieke naam voor een rooms-katholieke eredienst op een zolderetage. Het begon allemaal in 1661, toen de welgestelde rooms-katholieke Duitse koopman Jan Hartmann in Amsterdam het grachtenhuis aan de Oudezijds Voorburgwal (nr. 40) kocht, inclusief de twee erachter liggende woningen. Hij verbond de bovenste verdiepingen van de drie panden en liet daar een kerk in bouwen. Tot in de negentiende eeuw werden er diensten gehouden.
Het pand kwam op de Unesco-lijst van de VN te staan en ontvangt bezoekers van over de hele wereld. Restauratie was nodig omdat de 100.000 bezoekers per jaar een te zware belasting vormden voor de ruimte. Zes jaar duurden de restauratie en herinrichting (kosten: 10,8 miljoen euro).
Bezoekers gaan nu via het nieuwe entreegebouw aan de Oudezijds Voorburgwal naar binnen. Een ondergrondse passage vormt de verbinding met een 17e-eeuws grachtenhuis gelegen aan de overzijde van de Heintje Hoeksteeg. Met de oplevering van het entreegebouw verdubbelde het museum zijn vloeroppervlak.
Educatie en voorlichting zijn belangrijke speerpunten van het vernieuwde museum. Het complex biedt plaats aan een groot aantal nieuwe voorzieningen. In de ondergrondse passage de Proloogruimte is een introductieprogramma te zien over Amsterdam in de Gouden Eeuw en het ontstaan van Ons’ Lieve Heer op Solder. Op de tweede verdieping kan de bezoeker de presentatie ”Voices of Tolerance” bekijken.
In dit laatste ligt de eigentijdse vertaling van de 17e-eeuwse schuilkerk. De Amerikaanse historicus Russell Shorto onderstreepte gisteren de actualiteit van het „gedogen” als typisch Nederlands keurmerk. Dat is geen bleke tolerantie laat staan viering van religieuze verscheidenheid, maar het tolereren van de ander met wie je het niet eens bent, maar die je toch respecteert. „Dit gebedshuis is niet iets van het verleden, het is een stuk praktische wijsheid.” Het museum wil zich overduidelijk ontwikkelen tot een symbool van tolerantie.
Niet als zodanig herkenbaar
Een schuilkerk (eigenlijk huiskerk) is een van buiten niet als zodanig herkenbaar kerkgebouw zoals dat ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden werd gebruikt door rooms-katholieken, oudkatholieken, remonstranten, lutheranen en doopsgezinden. De oorzaak hiervan was dat deze geloofsrichtingen niet behoorden tot de Gereformeerde Kerk, de enige erkende en bevoorrechte kerk in de Republiek. In de praktijk werden deze kerken gedoogd door de overheid, in ruil voor een financiële tegemoetkoming. Schuilkerken kwamen in grote delen van Nederland voor. In de steden waren schuilkerken vooral in huizen en pakhuizen gevestigd. Op het platteland had een schuilkerk doorgaans het uiterlijk van een schuur en werd daarom ook wel schuurkerk genoemd. Nederland kent nog zo’n dertig voormalige schuilkerken, die soms grondig gerestaureerd zijn of een geheel andere bestemming gekregen hebben, zoals de Rode Hoed in Amsterdam, dat nu een debatcentrum is.