Biografie: K. Runia, strijder tegen de vrijzinnigheid
Zijn verzet tegen de oprukkende vrijzinnigheid in de Gereformeerde Kerken in Nederland tekende de Kamper theoloog K. Runia.
Klaas Runia werd op 7 mei 1926 geboren in een onderwijzersgezin in de Friese plaats Oudeschoot, bij Heerenveen. Hij studeerde theologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Runia was een begaafd student. Op 19-jarige leeftijd hield hij zijn eerste preek, toen hij 21 was rondde hij de studie af. In 1949 werd Runia gereformeerd predikant in het pas ontstane polderdorp Marknesse. Drie jaar later vertrok hij naar Dokkum. In 1955 promoveerde hij aan de VU bij prof. dr. G. C. Berkouwer op een dogmatisch thema: ”De theologische tijd bij Karl Barth”.
In het spoor van veel Nederlandse emigranten trok Runia in 1956 naar Australië. Daar werd hij hoogleraar systematische vakken aan het Reformed Theological College in Geelong, Victoria. In 1971 keerde Runia terug in Nederland. Hij was benoemd tot hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Hogeschool in Kampen.
De hoogleraar nam regelmatig stelling tegen de oprukkende vrijzinnigheid in de Gereformeerde Kerken. Hij veroordeelde de visies van liberale theologen zoals Kuitert en Wiersinga en betreurde het dat de laatste niet werd afgezet. In 2000 pleitte Runia voor het opstappen van de Kamper hoogleraar C. J. den Heyer, die in zijn boek ”Ruim geloven” de Bijbel niet het Woord van God, maar een boek van mensen noemde.
Blij met de grote leervrijheid binnen de Gereformeerde Kerken, die in 2004 opgingen in de Protestantse Kerk in Nederland, was Runia allerminst. „Ik ben daar heel ambivalent over”, zei hij in 1996 in dagblad Trouw. „Dat benauwde van vroeger, toen geen afwijking van de leer getolereerd werd, was niet gezond. Maar nu is er zoveel pluraliteit dat niemand meer weet waar de kerk voor staat.” Anderzijds toonde hij interesse in de breedte van de wereldwijde kerk. Zo was hij enkele malen voorzitter van de Gereformeerde Oecumenische Synode.
Behalve een begenadigd spreker was Runia ook een veelschrijver. Van 1972 tot 1996 was hij hoofdredacteur van het Centraal Weekblad. Zijn eerste sporen op het pad van de journalistiek zette hij al in 1957, als medewerker van het Friesch Dagblad, een zelfstandige regionale krant van gereformeerde snit.
De hoogleraar schreef tientallen boeken. Zijn zoon Douwe, classicus aan de universiteit van Melbourne, stelde na het overlijden van zijn vader een bibliografie op van ruim 100 pagina’s met daarin alle bekende publicaties. Titels van de hand van Runia zijn onder meer ”Het hoge Woord in de lage landen” (1985), over de geschiedenis van de prediking, en de bundel ”In het krachtenveld van de Geest” (1992), met daarin eigen werk en zijn afscheidscollege. In ”Wegen en doolwegen in de nieuwere theologie” (1999) stelt hij dat vrijzinnige 20e-eeuwse theologen weinig verschillen van hun 19e-eeuwse voorgangers. In zijn boek ”Op zoek naar de Geest” (2000) poogt Runia het gereformeerde gedachtegoed te combineren met gedachten uit de charismatische theologie, waar hij op latere leeftijd door beïnvloed werd.
Klaas Runia overleed op 14 oktober 2006.
Lees ook:
Prof. dr. K. Runia 1926-2006 (Reformatorisch Dagblad, 17-10-2006)
Prof. K. Runia (80) overleden (Reformatorisch Dagblad, 16-10-2006)
Dr. Runia vraagt prof. Den Heyer af te treden (Reformatorisch Dagblad, 28-12-2000)
Prof. dr. K. Runia staat vijftig jaar in het ambt (Reformatorisch Dagblad, 25-09-1999)
De onzekerheid slaat toe : Prof. Runia: Duidelijke uitspraken van synode helpen gemeente tegen Kuiterts overtuigingskracht (Reformatorisch Dagblad, 04-12-1998)
Nieuwe hoofdredactie verbreed vanwege SoW : Centraal Weekblad zwaait prof. Runia uit (Reformatorisch Dagblad, 30-05-1996)
Prof. Runia: Geen enkele kerk weet met pluraliteit om te gaan : Scheidende Kamper hoogleraar: Confessie niet meer maatstaf, maar terug naar vroeger kan ook niet meer (Reformatorisch Dagblad, 19-09-1992)
Prof. Runia in Kamper oratie: Historisch-kritische methode opereert met een onwettig werkelijkheidsbegrip (Reformatorisch Dagblad, 28-01-1972)