Oekraïne verdient blijvende steun van Europa
Europa doet er goed aan om de regering van Oekraïne maximaal te steunen in de belangrijke transformatieperiode waarin het zich bevindt, betoogt Willem-Gert Aldershoff.
Publicist Thierry Baudet en Geen Peil voeren campagne om de Nederlandse bevolking het associatieakkoord tussen de Europese Unie en Oekraïne te laten afwijzen via een referendum. Op zich is er tegen een referendum niet veel in te brengen. De argumentatie van de initiatiefnemers rust echter op feitelijke onjuistheden die een zorgelijk gebrek aan kennis van de situatie in Oekraïne verraden. Daardoor worden Nederlanders op het verkeerde been gezet.
Baudet miskent de fundamentele wens van Oekraïners om na twintig jaar wanbeleid eindelijk in een democratische samenleving te kunnen wonen waar de wet, en niet het recht van de sterkste, geldt en waar corruptie is uitgebannen. Daarnaast ontkent hij de leidende rol van Rusland bij de strijd in Oost-Oekraïne.
De essentie van Oekraïnes problematiek is dat na zijn onafhankelijkheid in 1991 een cynische mengeling van voormalige communistische partijbonzen, criminelen en oligarchen op ondemocratische wijze de politieke en economische macht verwierf. Die timmerde het besluitvormingssysteem dicht voor mensen met idealen zoals democratie en rechtvaardigheid. Justitie en politie werden door en door corrupt, parlementsleden werden omgekocht, verkiezingen vervalst. Op een voor West-Europeanen onvoorstelbare manier zoog de politiek-economische elite het land gedurende twintig jaar leeg via ingenieuze fraudeopzetten. Wij West-Europeanen hebben er geen idee van hoe totaal verziekt en disfunctioneel de Oekraïense samenleving in dit opzicht was en hoe vernederend en zwaar dat was voor de man in de straat.
President Janoekovitsj’ weigering in november 2013 om het associatieverdrag met de EU te ondertekenen, was de druppel die de emmer deed overlopen en leidde tot de Maidandemonstraties. Voor de gewone Oekraïner was de emmer al lange tijd overvol vanwege het machtsmisbruik en de zelfverrijking van de president en zijn kliek.
Met Janoekovitsj’ vlucht in de nacht van 22 februari 2014 kregen de Oekraïners eindelijk de mogelijkheid om hun land fundamenteel te hervormen. In vrije en eerlijke verkiezingen kozen ze een parlement en een president. Voor het eerst in hun geschiedenis hadden ze de mogelijkheid Oekraïne om te vormen tot een democratische rechtsstaat zoals wij die in West-Europa al zo lang kennen.
De ”window of opportunity” die zich opende zal echter niet lang openblijven. Twintig jaar wanbeleid heeft de economie totaal ontwricht, de staatkas is leeggeroofd. Voor herstel is de regering gedwongen maatregelen te nemen die de burger hard in de portemonnee treffen. Na lange jaren gedwongen afzien, zullen de Oekraïners daar snel genoeg van krijgen. Bovendien is de diepgewortelde corruptie, de grootste bron van onvrede, niet snel uit te roeien. Daarnaast spelen verfoeide oligarchen zoals Firtash, Kolomoisky, Pintsjoek en Akhmetov alsook Janoekovitsjgetrouwen nog altijd een onzalige rol.
De opgave waarvoor de regering en de bevlogen democratische civilsocietyorganisaties zich gesteld zien, is daarom een schier onmogelijke. Het is als het verhaal van baron von Münchhausen, die zich aan zijn eigen haren moest optrekken om niet in het moeras weg te zakken.
Alom wordt bevestigd dat Oekraïne nog nooit een regering heeft gehad die zo doelgericht hervormingen nastreeft als de huidige. Zonder buitenlandse hulp zal het land het echter niet redden. Ondersteuning is niet alleen nodig op financieel en economisch vlak, maar ook in de vorm van technisch advies en bijstand op alle terreinen van overheidsbeleid.
Dat Oekraïne zich kan ontwikkelen in de richting van een democratische rechtsstaat is niet alleen in het belang van de Oekraïners. Het is ook van fundamentele waarde voor Nederland en de Europese Unie. Stabiliteit en welvaart op het Europese continent kunnen slechts worden gegarandeerd wanneer landen hun eigen koers kunnen bepalen binnen een democratisch bestel waarin de wet primeert en niet het recht van de sterkste, waar verkiezingen eerlijk verlopen en rechtbanken onafhankelijk zijn, waar de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht gescheiden zijn en de vrijheden van personen en minderheden worden gerespecteerd.
Europese hulp mag echter slechts onder strenge voorwaarden worden verstrekt. Ook Oekraïense civilsocietyorganisaties benadrukken dat het belangrijkste criterium daarbij is dat er concrete vooruitgang wordt geboekt bij de corruptiebestrijding.
Een tweede punt waar Baudet en Geen Peil ernstig in de fout gaan, is te spreken van een ‘burgeroorlog’ in Oekraïne. Iedereen die de situatie in Oekraïne langer volgt, weet, ook uit Russische bronnen, dat er geen problemen waren tussen ‘Russischsprekenden’ en ‘Oekraïenssprekenden’ in Oost-Oekraïne totdat Rusland daar in maart 2014 begon te stoken. De voormalige Russische militaire rebellenleider in Loegansk, oud-FSB officier Igor Girkin, heeft dat in interviews uitgebreid beschreven. Over de grote aantallen Russische militairen in bezet Oekraïne berichten ook Russische organisaties zoals Moeders van Soldaten, onafhankelijke media zoals Novaya Gazeta, Echo Moskvi en TV Rain alsook oppositiepolitici. Het ontkennen van een leidende Russische rol in Oost-Oekraïne getuigt van een ernstige onverantwoordelijkheid die een oplossing van het Russisch-Oekraïense conflict slechts zal bemoeilijken.
De auteur is Oekraïne-analist en werkte voor de Europese Commissie.