Binnenland

Werk voor vrijwilligers in de zorg steeds complexer

VEENENDAAL (ND). Steunkousen aantrekken, een zetpil geven, de huishoudelijke hulp overnemen, opvoedhulp bieden of schulden aanpakken: vrijwilligersorganisaties krijgen steeds complexere en langduriger zaken voor hun kiezen.

Stephan Bol
21 September 2015 09:22Gewijzigd op 15 November 2020 21:56
Beeld Niek Stam
Beeld Niek Stam

Na de overdracht van de langdurige zorg naar gemeenten neemt het beroep op vrijwilligers toe. De christelijke stichting Hulp in Praktijk (HiP) becijferde dat er in het eerste halfjaar van 2015 al ruim 13.000 ontmoetingen zijn geweest tussen vrijwilligers en hulpvragers, een toename van 86 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2014. Het aantal nieuwe hulpvragen in de dertig afdelingen nam met 67 procent toe van 1200 naar 2000.

NPV-Thuishulp heeft nog geen cijfers van het eerste halfjaar, maar herkent de trend, zegt manager Freek van Holten. „Onze indruk is dat het drukker wordt en vooral de complexiteit toeneemt.” Zo hoort hij van verschillende afdelingen dat de thuiszorg vraagt of vrijwilligers van de NPV werk uit handen willen nemen. „„Willen jullie alle steunkousen aantrekken in de wijk, of de tillift bedienen, een zetpil of andere medicatie geven?” Dat gebeurt duidelijk meer dan vorig jaar.”

Ook Humanitas, met afdelingen in 260 gemeenten, ziet het aantal hulpvragen toenemen en vooral complexer worden. „We zien vaker mensen met een combinatie van problemen”, zegt programmaleider Sofie Vriends. Humanitas springt waar mogelijk graag bij. „Maar we kunnen niet de hele schuldhulpverlening of onderdelen van de professionele jeugdzorg overnemen.”

Huishoudelijke hulp

Vrijwilligersorganisaties proberen hun grenzen aan te geven. Zeker als het gaat om huishoudelijke hulp. Gemeenten bezuinigen hier stevig op en zetten deze hulp soms helemaal stop. Veel mensen kloppen aan bij de vrijwilligersorganisaties om te helpen hun huis schoon te houden.

NPV en HiP kiezen ervoor om mensen de eerste paar weken na het stopzetten van de huishoudelijke hulp te helpen met poetsen. „Maar na maximaal zes weken moet familie of iemand anders uit het netwerk het overnemen. Of er moet geld zijn gevonden om een schoonmaakster in te huren”, zegt Van Holten. „Deze vorm van hulp is een bijna bodemloze put. Als de overheid zich terugtrekt, kun je dat als vrijwilligersorganisatie niet allemaal opvangen. Dat gaat ten koste van je andere activiteiten.”

„We proberen de grens te bewaken”, zegt ook André Zoutewelle, directeur van HiP. „Als we deze hulp in noodsituaties bieden, moet het na een paar weken zijn opgepakt door organisaties waar deze zorg thuishoort. Uiteindelijk blijft het de verantwoordelijkheid van de overheid of mensen zich kunnen redden met het beschikbare hulpaanbod.”

Extra aandacht en hulp

Wat de vrijwilligersorganisaties vooral willen bieden, is extra aandacht en hulp. Iemand naar het ziekenhuis rijden, een wekelijkse wandeling maken, helpen met de administratie of boodschappen doen.

De veranderingen in de zorg, bieden daarvoor meer mogelijkheden, stelt Zoutewelle. „Er wordt meer eenzaamheid gesignaleerd. De professionele zorg komt er steeds minder aan toe om mensen met aandacht en hulp te ondersteunen. Die vraag wordt bij ons neergelegd. Nu de zorg meer op wijkniveau wordt georganiseerd, komen hulpverleners vaker bij mensen thuis en sporen zij ook aan om een beroep te doen op vrijwilligerswerk.”

Volgens Tiemen Zeldenrust, directeur van stichting Present Nederland, gaat het nog lang niet in elke stad goed met die op de wijk gerichte zorg. „In een aantal plaatsen krijgen we juist minder hulpvragen dan voorheen. Sommige sociale wijkteams zijn nog zo druk met het opnieuw organiseren van hun werk dat ze minder vaak toekomen aan het doorverwijzen van mensen naar vrijwilligershulp. De hulpvraag bij ons neemt af, terwijl we wel weten dat er problemen spelen. Dat is een serieus signaal.”

Humanitas ziet wel aantoonbare groei. Vooral op het gebied van schuldhulpverlening en opvoedondersteuning, zegt programmaleider Vriends. „We merken ook dat we vaker als eerste bij iemand binnenkomen, zonder dat er een hulpverlener bij betrokken is. Voor onze coördinatoren is het langer zoeken naar een geschikte vrijwilliger als maatje en naar een professionele ondersteuner.”

Vriends is blij dat de vrijwilligers van Humanitas zo veel goed werk kunnen doen. „Maar we kunnen niet alles en het kan ook niet gratis.” Als vrijwilligers bij complexere zorgsituaties betrokken zijn, zullen gemeenten betere ondersteuning en begeleiding moeten bieden.

Humanitas zet in totaal 19.000 vrijwilligers in als maatjes bij opvoedproblemen tot ouderenzorg. „We zijn vooral goed in het bieden van ondersteuning door maatjes te koppelen aan mensen met een hulpvraag. Dat blijven we doen. We kunnen echter niet in elk gat springen. We groeien jaarlijks 5 tot 10 procent in omvang. Meer kunnen we als organisatie niet aan. Het moet wel beheersbaar blijven.”


Weer naar buiten dankzij vrijwilliger

EDE. „De thuiszorg ging vroeger gerust een rondje wandelen met een oudere. Dat kan echt niet meer. En het is ook een taak die gemakkelijk door anderen kan worden opgepakt. Maar die moet dan wel in beeld zijn”, zegt Alma van Engelenhoven.

De voormalig verpleegkundige loopt elke week een rondje met Hannie Fleurbaaij (95), woonachtig in een serviceflat in Ede. Het contact kwam deze zomer tot stand doordat thuiszorgmedewerker Marjolein Bakker van Buurtzorg aanklopte bij stichting Hulp in Praktijk (HiP). 
„We merkten dat mevrouw Fleurbaaij weinig sociale contacten had. Ze wilde heel graag naar buiten, maar durfde dat niet meer na een val en de plaatsing van een pacemaker. Nu ze eens in de week weer buitenkomt, leeft ze helemaal op. Ze is echt een buitenmens.”

Iemand mee naar buiten nemen of boodschappen doen, is verleden tijd voor de wijkverpleegkundige. „We doen vaker een beroep op familie of vrijwilligers als er geen netwerk meer is.”

Fleurbaaij is altijd vrijgezel gebleven en verhuisde op haar 65e vanuit Amsterdam naar Ede. Haar serviceflat lijkt sindsdien weinig veranderd. Het raamkozijn staat vol met planten en een klein vaasje met een heidetakje. Het is nog paars. Eind augustus heeft Van Engelenhoven mevrouw Fleurbaaij in de auto naar de heide gereden, waar ze achter de rollator heeft gewandeld. De ogen van de hoogbejaarde vrouw gaan glimmen als ze eraan terugdenkt. „Zonder jou was ik daar nooit meer gekomen”, zegt ze dankbaar. Los van de thuiszorg en Van Engelenhoven heeft ze weinig aanloop. Alleen een dochter van een vriendin komt heel soms langs. En de buurvrouw houdt een oogje in het zeil.

De Hersteld Hervormde Kerk in Ede waarvan Van Engelenhoven lid is, sloot zich onlangs aan bij HiP. „Ik vind het fijn dat we als kerk ons kunnen inzetten voor mensen in heel Ede en niet alleen voor mensen uit de eigen kerk. Het is een mooie mogelijkheid om zichtbaar en dienstbaar te zijn in de stad.” Van Engelenhoven is blij dat HiP de contacten legt. „Anders was ik mevrouw Fleurbaaij nooit op het spoor gekomen.”

Achter haar rollator loopt Fleurbaaij met nog felle stappen door de gang. Van Engelenhoven volgt gedwee. „Dit tempo houdt ze zo een uur vol. Heel bijzonder.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer