„Pesten niet wegstoppen, maar erover praten”
UTRECHT. Een wereld zonder pesten? Dat is een illusie. Toch heeft de jaarlijkse Week tegen Pesten wel degelijk zin, stelt Marije van de Sande, beleidsmedewerker bij de Stichting School & Veiligheid. „Pesten moet je niet wegstoppen; je moet erover praten.”
’t Is de tweede keer dat de Week tegen Pesten, die maandag begint, door de stichting wordt georganiseerd. Waar het fenomeen oorspronkelijk vandaan komt? „Uit Vlaanderen”, zegt Van de Sande. „Waarom wij zelf in Nederland zoiets al niet eerder hadden? Ik zou het niet weten. Wel hebben we de week verplaatst van februari naar september, omdat het schooljaar dan net begonnen is. Dat is een beter moment.”
Pesten krijgt al jaren veel aandacht. Wordt er inmiddels minder gepest?
„Daar kan ik geen eenduidig antwoord op geven. De cijfers lopen uiteen. Wat alle aandacht in ieder geval heeft opgeleverd, is de Wet sociale veiligheid, die per 1 augustus van kracht is. Alle scholen zijn verplicht actief beleid te voeren tegen pesten door het aanstellen van een coördinator en het systematisch volgen van leerlingen in hun welbevinden. De wet had overigens een trieste aanleiding: de zelfmoord van twee scholieren, Tim Ribberink en Fleur Bloemen, nadat ze gepest waren.”
Sociale veiligheid gaat verder dan pesten?
„Pesten is er een onderdeel van, maar wel het meest in het oog springende. Kinderen die zich goed voelen, hebben minder de behoefte om te pesten.”
Is pesten helemaal uit te roeien?
„Het is een illusie om te denken dat we een wereld zonder pesten kunnen bereiken. Maar we moeten het probleem niet bagatelliseren, ook niet wegstoppen. We moeten erover praten. Niet voor niets is het thema van de week: Durf jij het aan? Durf jij als leerkracht, als klasgenoot het gesprek over pesten te beginnen? Daarnaast hebben we de site ”pestweb”. Daar kunnen kinderen en jongeren anoniem terecht met hun vragen en verhalen. En als ze het willen, krijgen ze hulp aangeboden.”
Online pesten is erbij gekomen. Dat is nog gemener?
„Kinderen zeggen dat niet zo, maar volwassenen zijn geneigd het op die manier te zien. Er is wel een verschil. Fysiek pesten gaat door zolang de pester en de gepeste bij elkaar zijn. Online pesten kan 24 uur per dag doorgaan. De impact is daardoor groter. Het komt steviger binnen. Letterlijk. Het stopt niet op het schoolplein, maar het komt je huis binnen.”
Wat zijn de meest voorkomende redenen om te pesten?
„Opvallend genoeg zijn pesters vaak redelijk populaire kinderen. Toch kunnen ze te maken hebben met problemen thuis of persoonlijke problemen, waardoor ze gaan pesten. Welk slachtoffer ze uitzoeken, blijft ongrijpbaar. In ieder geval hebben ze het niet standaard gemunt op kinderen die dik zijn, een bril dragen of een beugel hebben. Dat verhaal klopt niet.”
De pester is net zo zielig als de gepeste?
„In zekere zin wel. Ze zijn beiden slachtoffer en moeten geholpen worden. We moeten bij de aanpak van het probleem verder kijken dan alleen naar de gepeste.”
Wat verwacht u van de themaweek?
„Dat pesten op school centraal komt te staan. Het is een complex probleem. We moeten niet doen alsof we het na alle aandacht onder controle hebben. We organiseren de Week tegen Pesten als Stichting School & Veiligheid samen met het ministerie van Onderwijs. Dat subsidieert ons. Of er scholen zijn die nog steeds geen actief beleid tegen pesten voeren, weet ik niet. Wel krijgen we ook dit keer positieve reacties op onze campagne. Veel scholen haken erbij aan.”