Ds. H. A. van Slooten, al zeventig jaar een „oerhervormde” dominee
PUTTEN. Voor ds. H. A. van Slooten staat de maand september in het teken van mijlpalen. Vorige week herdacht hij met zijn vrouw dat ze zeventig jaar getrouwd zijn. Deze week was hij zeventig jaar predikant. En volgende week hoopt hij 96 jaar te worden.
”De Herdershut”, staat er op een bord dat aan de muur hangt in de kamer van ds. Van Slooten. „Een aandenken aan de tijd dat ik predikant was in Nijkerk”, zegt de predikant. „Daar werd destijds een nieuwe pastorie gebouwd. Toen heb ik dit bord laten schilderen. Het is daarna altijd meegereisd als we een ander onderkomen betrokken.”
De hoogbejaarde voorganger verblijft sinds enige tijd in verzorgingshuis Elim in Putten, nadat hij door een hersenbloeding eenzijdig verlamd raakte. Zijn vrouw, die dementerend is, verblijft in hetzelfde huis.
„Het gaat niet zo goed met mijn vrouw en mij”, licht ds. Van Slooten toe. „Het praten gaat me niet gemakkelijk af en ik moet overal bij geholpen worden.” Vooral het afhankelijk zijn van anderen valt de predikant zwaar. „Ik kan me niet eens meer zelfstandig verplaatsen. Dat vind ik moeilijk. Vaak bid ik met de regels van ”Wat de toekomst brengen moge” van Jacqueline van der Waals: „Leer ons slechts het heden dragen, met een rustig kalme moed.””
Desondanks ziet ds. Van Slooten het als „een bijzondere zegen” dat hij samen met zijn vrouw hun huwelijksjubileum en zijn zeventigjarig predikantschap mocht gedenken. „Velen om ons heen zijn weggevallen. Van de jaargroep 1940 van het theologisch dispuut Voetius in Utrecht ben ik een van de twee nog in leven zijnde predikanten. De ander is ds. J. van Wier uit Kampen.”
Oerhervormd
De jonge Henk van Slooten groeide voor de Tweede Wereldoorlog op in Bennekom, in een „oerhervormd gezin”, vertelt de predikant. „Mijn opa was er schoolhoofd. Hij ging als een van de weinigen in 1882 niet mee met de Doleantie, maar bleef hervormd.” De latere predikant zat verschillende keren onder het gehoor van ds. J. P. Paauwe (1872-1956), de in 1914 geschorste en later afgezette predikant uit Bennekom, die desondanks bleef preken. „Ds. Paauwe zei eens in een preek dat ouders aan jongens die dominee wilden worden, de middelen om te studeren moesten onthouden. Dat was tegen mij gericht, want hij wist dat ik dominee wilde worden. Ik voelde hoe de mensen naar me keken. Nadien ben ik niet meer bij ds. Paauwe naar de kerk gegaan, omdat ik geen ergernis wilde wekken.”
Ds. Van Slooten werd in 1945, een week na zijn huwelijk, bevestigd in zijn eerste gemeente: het Betuwse dorp Haaften. „Een plaats met veel arbeiders”, herinnert de predikant zich. „De meesten werkten in de steenfabrieken die langs de Waal stonden.”
De predikant leerde in het dorp een les die hij zijn leven lang probeerde te onthouden: „Dat het belangrijk is om eenvoudig te preken.” Hij wijst naar een krantenknipsel dat hij voor de gelegenheid opdiepte. Het is een interview dat hij twintig jaar geleden gaf aan deze krant, ter gelegenheid van zijn vijftigjarig ambtsjubileum. „Destijds heb ik dat ook benadrukt. Eigenlijk kun je wat ik toen zei, opnieuw noteren.”
Begrijpelijk preken is nodig, omdat een voorganger de Schrift moet uitleggen aan „gewone mensen”, zegt ds. Van Slooten. „Als je het te ingewikkeld maakt, hebben de hoorders er niets aan. Ik vond het mooi als de mensen na afloop van de preek tegen mij zeiden: Dominee, ik snapte het.”
De predikant diende heel verschillende gemeenten. In Wierden opereerde hij op de grens van protestantse en rooms-katholieke delen van Overijssel. Ds. Van Slooten: „De pastoor en ik werden een keer bij een verkeersongeval geroepen, waarvan het de vraag was of de slachtoffers het zouden overleven. Een van de jongens was rooms, en de pastoor diende hem de laatste sacramenten toe. Ik lichtte hem bij met een zaklantaarn. Daarna ging het praatje door het dorp dat ik iemand de laatste sacramenten bediend zou hebben. Maar ik heb de jongens op Jezus gewezen. Later bleek overigens dat beiden het ongeluk overleefden.”
Ds. Van Slooten was het langst predikant in Putten, waar hij in 1974 bevestigd werd. Hij investeerde er in het pastoraat. „Daar had ik veel werk aan. In mijn eerste gemeenten ging ik nog mee met huisbezoek, maar de gemeente van Putten was daarvoor te groot. Dus sprak ik ook graag informeel met mensen op de weekmarkt. De burgemeester kon mij vanuit zijn werkkamer in het gemeentehuis zien staan en zei dikwijls: Daar staat de dominee weer te catechiseren.”
Voor het leven
Hoewel hij al drie decennia met emeritaat is en al lang niet meer preekt, voelt ds. Van Slooten zich nog steeds predikant. „Dat is een roeping voor het leven. Toen ik hier in het zorgcentrum kwam wonen, vroegen ze me: Hoe wilt u aangesproken worden? Ik zei: Ik word nu al het grootste deel van mijn leven aangesproken als dominee, laten we dat maar zo houden.”
Rondkijkend in zijn kamer wijst ds. Van Slooten op de vele kaarten die zijn vrouw en hij ontvingen ter gelegenheid van hun huwelijksjubileum. „Vanmorgen kwam er een stapel kaarten uit Onstwedde, zelfs een met de kerk erop. Prachtig toch?” De predikant wijst naar het bed dat in de hoek van de kamer staat. „Elke avond zing ik voor het slapen Psalm 25:3, „Denk aan ’t Vaderlijk meêdogen, Heer’, waarop ik biddend pleit.” Dat is mijn lijflied.”
Ds. H. A. van Slooten
Ds. H. A. van Slooten, die volgende week 96 jaar hoopt te worden, herdacht woensdag dat hij zeventig jaar geleden bevestigd werd tot predikant. Hij is de oudste predikant binnen de Gereformeerde Bond. Hendrik Adriaan (Henk) van Slooten werd geboren op 23 september 1919 in Bennekom. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd in 1945 hervormd predikant in Haaften. Daarna volgden Wierden (1948), Onstwedde (1954), Voorthuizen (1960), Nijkerk (1965) en Putten (1974). Ds. Van Slooten ging in 1981 met emeritaat. Hij woont in zorgcentrum Elim in Putten, waar ook zijn vrouw verblijft. Het echtpaar Van Slooten was vorige week zeventig jaar getrouwd.