Geen compensatie voor Tabghakerk na brandstichting
TABGHA. De Israëlische belastingdienst heeft een verzoek afgewezen om de schade te compenseren die ontstaan is door brandstichting in de Kerk van de Vermenigvuldiging van Broden en Vissen aan het Meer van Galilea. Het verzoek werd ingediend door de Rooms-Katholieke Kerk.
De Israëlische nieuwssite Times of Israel meldde woensdag dat belastingfunctionaris Amir Cohen „er niet van overtuigd” is dat de brandstichting, op 18 juni, een „geweldsdaad” betrof. Alleen als de schade te maken heeft met het Arabisch-Israëlische conflict kan de dienst compensatie geven. De daders zouden religieuze motieven hebben gehad. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de minister van Defensie Moshe Ya’alon noemden de brandstichting echter terreur.
De daders staken het voorste deel van de in historisch opzicht belangrijke kerk in brand. Op een van de buitenmuren werd de leus ”Afgoden zullen worden verwoest” geschilderd. De politie heeft drie mannen opgepakt en voorgeleid. Zij worden ervan verdacht de brand te hebben gesticht.
Na het besluit van de belastingdienst hebben vertegenwoordigers van de kerk zich tot president Rivlin gericht met het verzoek hen te helpen. Rivlin bracht in augustus een bezoek aan de kerk.
„Gewoonlijk compenseert de staat schade als gevolg van terreuraanvallen”, zegt Wadie Abunassar, adviseur van de bisschoppenconferentie. Of een andere instelling kan compenseren weet hij niet. „Dat is de zorg van de staat.” De herstelwerkzaamheden aan de kerk zijn aan de gang. De kerk markeert de plaats waar Jezus de broden en vissen zou hebben vermenigvuldigd.