CGB wijst gemeente Rotterdam terecht
De gemeente Rotterdam had voor aanpassingen moeten zorgen zodat een visueel gehandicapte ambtenaar zijn werk had kunnen blijven doen. Door dit na te laten, overtrad de gemeente de op 1 december 2003 van kracht geworden Wet gelijke behandeling op grond van handicap chronische ziekte.
Tot dat oordeel is de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) maandag gekomen.
„Werkgevers kunnen niet zomaar zeggen: Ik pas jouw werkplek niet aan”, aldus een woordvoerster van de CGB. Het was de eerste keer dat de CGB de nieuwe wet toetste.
Inzet was een geschil tussen de gemeente Rotterdam en een visueel gehandicapte ambtenaar die zijn werkgever om wat aanpassingen op zijn werkplek vroeg. Hij wilde onder meer vergrotingsapparatuur om teksten te kunnen lezen. De gemeente Rotterdam zorgde hier niet voor, waarop de man zich ziek meldde. Omdat hij aansluitend bijzonder verlof kreeg, werkte de ambtenaar vijf jaar niet.
Op 14 december 2003 werd hij ontslagen. Volgens de gemeente, omdat hij door zijn opstelling niet kon worden herplaatst. Volgens de ambtenaar, omdat de gemeente hem vanwege zijn handicap niet elders wilde plaatsen.
„Dit is de eerste keer dat we met een oordeel komen over deze wet. De meeste zaken waren al afgerond voordat de wet in december inging, maar deze niet”, aldus een woordvoerster van de CGB, die dit jaar tien jaar bestaat.
De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) noemt de uitspraak een mijlpaal in de strijd voor gelijke rechten en kansen van mensen met een beperking. Het is een krachtig signaal aan werkgevers dat zij de nieuwe wet serieus moeten nemen.