Kerk zet zich in voor het vrije Oekraïne
De Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk van priester Igor Jatsiv speelde een actieve rol tijdens de revolutie vorig jaar. Ook nu houdt de kerk zich niet afzijdig tijdens de oorlog in Oost-Oekraïne.
Igor Jatsiv kijkt vanuit zijn werkkamer uit op een strakblauwe lucht. Vorig jaar februari was zijn uitzicht heel anders. Toen stegen er zwarte rookpluimen op aan de overkant van de rivier de Dnjepr, vanaf het Onafhankelijkheidsplein in de Oekraïense hoofdstad Kiev. De revolutie was in volle gang en Jatsivs Grieks-Katholieke Kerk stond er middenin. Aan de zijde van de demonstranten.
Op het plein fungeerde een blauw-witte tent met iconen en kaarsen als een geïmproviseerde kerk. Daaromheen hadden eerder demonstranten hun tenten opgezet als protest tegen toenmalig president Viktor Janoekovitsj. Ze hadden gevraagd om de aanwezigheid van de Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk, die vooral aanhangers kent in West-Oekraïne, de bakermat van de revolutie. De blauw-witte tent gaf de demonstranten de mogelijkheid om te bidden en de priesters moesten het vredeskarakter van de protesten symboliseren.
De Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk staat bekend om haar westerse oriëntatie. In de leer onderwerpt de kerk zich aan Rome. Alleen in de liturgie lijkt ze op de Oosters-Orthodoxe Kerken. De voertaal is Oekraïens. Van de ongeveer 3,5 miljoen leden verlangen veel naar aansluiting van Oekraïne bij de Europese Unie.
De kerk had weinig keus dan de demonstranten te ondersteunen, zegt de 42 jarige Jatsiv. „Wij zijn één met het Oekraïense volk.” Hij leidt ook het departement van informatie van de kerk, in een kantoorgebouw pal naast de witte kathedraal van de Wederopstanding van Jezus Christus. Hij legt uit dat zijn kerk zich altijd heeft ingezet voor de Oekraïense cultuur en tradities. Hierdoor is het volk zich bewust van zijn identiteit. „Op de dag van de visjivanka (nationale klederdracht, FA) bezoeken veel mensen in deze kleren de kerk.”
Juist de demonstraties draaiden om de burgers, stelt Jatsiv. „De protesten gingen om de waardigheid van de bevolking. Om te laten zien dat de regering naar de burgers moet luisteren.”
Maar het vreedzame protest ontaardde in een veldslag tussen de demonstranten en de oproerpolitie. Stenen, wapens, helmen en schilden werden ingezet. Het Onafhankelijkheidsplein stond letterlijk in brand. Gevolg: ruim honderd doden en Janoekovitsj ontvluchtte in februari vorig jaar het land. In de blauw-witte tent konden de demonstranten hun verdriet kwijt over hun gesneuvelde broeders.
Nooit riep de Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk toen op tot het gebruik van geweld, bezweert Jatsiv. Hij herinnert aan de foto’s van priesters die tussen de oproerpolitie en de demonstranten stonden om de vechtende kampen uit elkaar te houden.
Anderhalf jaar na de revolutie vallen de doden niet in Kiev, maar in Oost-Oekraïne, waar het Oekraïense leger vecht tegen pro-Russische separatisten. Opnieuw kijkt de Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk niet vanaf de zijlijn toe. Kapelaans organiseren diensten aan het front en houden de soldaten voor dat ze niet moeten vechten uit haat jegens hun tegenstander, maar uit liefde voor hun naasten en het vaderland, vertelt Jatsiv. „We verdedigen ons grondgebied en strijden voor een democratisch en onafhankelijk Oekraïne.”
Tegelijk roept de kerk op tot vredesonderhandelingen. Want, stelt Jatsiv, een oorlog kent geen winnaars, alleen verliezers met doden en gewonden.
De actieve rol is niet nieuw voor de kerk. In de nadagen van het communistische Sovjetrijk, eind jaren tachtig, toen godsdienst taboe was, ging de Oekraïens-Grieks-Katholieke Kerk ook de straat op. Tot dan toe had de kerk geen wettelijke status. Maar toen de greep van de communisten verslapte, zag de kerk haar kans schoon. Vanuit Oekraïne reisden de leden af naar Moskou om daar te protesteren: „Hier zijn wij; wij bestaan; jullie kunnen niet om ons heen”, luidde de boodschap. Het leidde tot erkenning door de Sovjetleiding.
Het Kremlin verloor steeds meer de controle op de Sovjetrepublieken. In Oekraïne maakte de Grieks-Katholieke Kerk zich hard voor de eigen nationale taal en cultuur. Ook toen het Onafhankelijkheidsplein in Kiev het toneel werd van protesten. Het volk en de kerk stonden zij aan zij. De demonstraties gaven mede de aanzet tot de Oekraïense onafhankelijkheid in 1991.
Op belangrijke momenten toont de kerk haar gezicht. Altijd aan de kant van het volk en niet samen met de politiek, benadrukt Jatsiv. „We laten ons niet door de overheid gebruiken en nemen niet deel aan het politieke proces. De kerk is een instituut dat tussen de mensen staat. Bij ons gaat het om de vrijheden en rechten voor de burgers.”