Keileweg steeds minder aantrekkelijk voor prostituees
De tippelzone aan de Rotterdamse Keileweg is voor steeds meer prostituees een onaantrekkelijke plaats om te werken vanwege de strikte maatregelen die de gemeente Rotterdam een jaar geleden invoerde.
Het aantal niet-verslaafde prostituees dat er regelmatig komt, is volgens gegevens van de gemeente gereduceerd tot dertig.
Voor Wim van Sluis, waarnemend wethouder Veilig en Volksgezondheid namens Leefbaar Rotterdam, nadert daardoor een „omslagpunt” in een precair proces rond de toegezegde alternatieve voorziening voor hooguit vijftig niet-verslaafde prostituees aan de Keileweg, waarvoor de gemeente een exploitant zoekt. „Het is niet de bedoeling dat de gemeente een prostitutievoorziening creëert als die niet nodig is. De voorziening was anderhalf jaar geleden een van de voorwaarden bij de voorgenomen sluiting van de Keileweg. Maar er is voortschrijdend inzicht, onder meer door de effecten van eerder genomen maatregelen. Het concept voor afbouw van de Keileweg is er, de procedure en een alternatieve locatie eveneens. Tot nu toe viel er door juridische details geen besluit, maar je moet een keer een beslissing nemen.”
Volgens het gemeentelijke projectbureau Veilig komen er wekelijks ongeveer 150 prostituees op de tippelzone, de meesten zijn verslaafd. Vorig jaar zijn 229 vergunningen afgegeven, waarvan er vier zijn ingetrokken. Waar de vrouwen zijn gebleven die niet meer worden gesignaleerd op de Keileweg, is niet duidelijk. „We handhaven fors op tippelen waar het niet mag en zien niet elders in de stad groepen prostituees opduiken. Waar ze blijven, proberen we uit te zoeken. Misschien zijn ze terug naar huis omdat het hier niet aantrekkelijk meer is. We weten wel dat ze niet allemaal in Crooswijk of elders in de stad wonen”, aldus Van Sluis.
De wethouder vindt voorzichtigheid geboden bij de keuze voor een alternatieve voorziening. Legale seksinrichtingen heeft Rotterdam voldoende, meent hij. „Je kunt niet zeggen dat we in het legale circuit geen aanbod hebben. Als gemeente moet je opletten dat je nu niet zelf een vraag gaat creëren door een voorziening te openen.”
Van Sluis nam het dossier Keileweg en verslavingszorg over toen zijn voorgangster De Faria in januari vertrok. „Ik zit pragmatisch in dit dossier, niet principieel. Ik houd van aanpakken en problemen oplossen. We bouwen de Keileweg af. Uiterlijk 31 december 2005 is-ie gesloten. Daar gaat het om, niet of ik dat doe of de nieuwe wethouder van Leefbaar Rotterdam.”
De maand maart brengt, twee jaar na de stormachtige entree van Leefbaar Rotterdam in de politiek, veel duidelijkheid, verwacht Van Sluis. Niet alleen komt zijn partij dan waarschijnlijk met een nieuwe wethouder, hij gaat ervan uit dat de gemeenteraad zich dan ook kan laten horen over de afbouw van de Keileweg.
En als een alternatieve voorziening voor niet-verslaafde prostituees op de tippelzone toch noodzakelijk blijkt, moeten omwonenden worden overtuigd van nut en noodzaak van de komst ervan. Ook moeten er voor 31 december 2005 ook nog tien panden open waar groepjes vrouwen van de Keileweg, onder begeleiding, gaan wonen.
Dat Rotterdammers hun buik vol hebben van dergelijke voorzieningen, heeft Van Sluis inmiddels ondervonden. Hij zoekt nog steeds naar geschikte gebruikersruimten in het centrum van de stad, omdat bewoners van het Oude Westen geen mobiele gebruikersruimte, willen.
Zijn eigen partij Leefbaar Rotterdam keerde zich in die discussie over de ’spuitbus’ tegen hem en steunde de bewoners. „Het is een worsteling”, erkent hij. „Ik heb er zorgen over. Er moet flink aan worden getrokken om de bewoners te overtuigen. Mensen zijn het zat, solidariteit is ver te zoeken. Ik kan me voorstellen dat ze bang zijn dat een voorziening verslaafden aantrekt. Maar het is aan ons om te zorgen dat dat niet gebeurt. We moeten het probleem niet verplaatsen, maar oplossen. Als ik naar iedere straat luister die iets niet wil, lossen we helemaal niets op en blijft de overlast in de hele stad groot. Bewoners snappen dat ook wel, maar ze willen gewoon niet. Ik wil wel, want we moeten als stadsbestuur proberen de problemen op te lossen. Het gaat om mensen met problemen, niet om zakken suiker die je oppakt en elders weer opstapelt.”
Van Sluis mengt zich ogenschijnlijk net zo gemakkelijk in de gesprekken rond verslaafden en veiligheid als in discussies over de Tweede Maasvlakte of het belang van de haven, zijn oorspronkelijke takenpakket. „Economie is een slag anders, toch meer op lange termijn plannen. Dit is veel meer emotie. Maar ik vind het besturen van de stad hartstikke leuk. Veel leuker dan ik vooraf had gedacht. Ik geniet ervan dat mensen mondiger worden en merken dat ze serieus worden genomen, want dat ontbrak er aan.”