Kerk & religie

Promovenda: Jood zijn werd na 1796 een keuze

Hield een Jood zich voor 1796 in Amsterdam niet aan de spijswetten, dan kon het zijn dat hij door de Joodse leiders werd uitgeleverd aan het stadsbestuur. Dat zette hem vervolgens op water en brood. Na 1796 was dat onmogelijk. Toen nam het parlement van de toenmalige Bataafse Republiek het zogeheten emancipatiedecreet aan, dat aan Joden in Nederland het burgerrecht gaf. „Jood zijn werd een keuze”, aldus Tsila Rädecker.

Reinald Molenaar

10 September 2015 11:49Gewijzigd op 15 November 2020 21:39
Tsila Rädecker. beeld RD, Henk Visscher
Tsila Rädecker. beeld RD, Henk Visscher

Ze promoveerde vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op het proefschrift ”Making Jews Dutch. Secular Discourse and Jewish Responses (1796-1848)”. Haar promotieonderzoek ging dus over de vernederlandsing van Joden tussen 1796 en 1848.

In haar proefschrift laat Tsila Rädecker zien dat de druk vanuit de overheid op de Joodse gemeenschap om zich aan te passen leidde tot verschillende ideeën over burgerschap én tot verschillende Jodendommen. Sommige groepen werden meer seculier, andere juist meer religieus.

Door de invoering van het emancipatiedecreet in 1796 werd overheidsingrijpen in religieuze zaken gerechtvaardigd. De staat kon bijvoorbeeld bepalen hoe er besneden en begraven moest worden. Zo mochten Joden hun overleden dierbaren niet meer binnen 24 uur begraven, om te voorkomen dat iemand schijndood ter aarde besteld werd. Verder bepaalde de overheid dat het lichaam begraven moest worden in een kist en dat de begrafenisondernemers zwarte kleding dienden te dragen.

Anderzijds zorgde het decreet ervoor dat Joden burgerrechten kregen en mee mochten doen in de samenleving, hoewel ze tegelijk nog steeds van sommige beroepsgroepen en bestuurlijke functie uitgesloten bleven. Joden werden burgers, Nederlanders, en Jood zijn werd een keuze, aldus Rädecker.

Vanwaar de keuze voor dit onderwerp?

„Ik ben als buitenpromovenda begonnen met een onderzoek naar rabbijnen in de achttiende eeuw. Vervolgens kreeg ik de kans te solliciteren op een aio-plaats in Groningen bij de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen. Ik maakte een onderzoeksvoorstel over de vernederlandsing van Joden na het decreet van 1796 en wilde dit onderwerp vanuit andersoortige bronnen dan tot dusver gebruikt onderzoeken.”

Bent u Joods?

„Ik ben Joods in matrilineaire lijn, dus via moederszijde. Mijn vader had een hele bibliotheek met boeken over Jodendom in de meest onbekende dorpjes in Nederland en ik vond dat altijd vreselijk. Inmiddels staat de helft van die boeken hier in huis.”

Lachend: „Ik heb ze gewoon geconfisqueerd.”

Bent u praktiserend Joods?

„Dat vind ik altijd zo’n typische vraag van christenen. Wanneer praktiseer je?

Ik voed mijn dochter Joods op, dat heb ik met mijn man afge-
sproken. En ik vier sjabbat. 
Bidden doe ik niet heel trouw en ik ga ook nooit naar de synagoge. Ik ben een atheïstische Jood. 
Joods zijn betekent voor mij: 
familie, warmte, traditie, cultuur.

Ik zie om me heen weleens dat Joden in navolging van christenen gaan praten over hun persoonlijke band met God. Dat vind ik altijd heel raar om te zien, ik heb daar niks mee.

Verder ben ik zionistisch, maar niet kritiekloos zionistisch. Ik heb een tijdje in een kibboets gewoond in Israël, maar ik merkte daar dat ik te Europees ben voor Israël. Het is echt het Midden-Oosten. Ik sprak de taal toen nog niet en je moet wel heel veel zionisme in je hebben, wil je je er thuis voelen. Het leven is er duur en de mensen zitten je dicht op de huid. Anderzijds is het na de Shoah wel een veilig idee dat er een land is waar je altijd thuis kunt komen.”

Terug naar uw proefschrift. Het emancipatiedecreet van 1796 gaf de Joden in Nederland burgerrechten, maar ze verloren de autonomie in hun gemeenschap.

„Inderdaad. Er zijn daarom wetenschappers, zoals Jozeph Michman en Jaap Meijer, die de invoering van het decreet alleen negatief hebben geduid.

Meijer noemt de invoering van het decreet zelfs het einde van het Jodendom. Opeens werd van buitenaf bepaald wat burgerlijk was en wat religieus. Joden moesten zich gaan organiseren naar christelijk voorbeeld.

Je zou kunnen zeggen dat de Joden in Nederland tot 1796 een natie vormden. Oké, het idee van een natie is een vinding van later datum, maar ze waren autonoom, hadden eigen rechtspraak, een eigen taal –het Jiddisch– en woonden hier in Amsterdam met zijn twintigduizenden bij elkaar in één buurt.

Michman richtte zich op andere negatieve gevolgen van het emancipatiedecreet. Hij constateert dat Joden nog altijd werden gediscrimineerd. Ze mochten geen zitting nemen in besturen en konden beroepen waarvoor een opleiding nodig was nog steeds niet uitoefenen.

Ikzelf zie de invoering van het decreet als een keerpunt, een legale basis voor een ander soort Jodendom dat zich vanaf dat moment ging vormen. Joden werden burgers en gingen zich afvragen: Wat is een Jood? Wat is een burger? Wat is een Joodse burger? Verlichte Joden richtten een nieuwe gemeenschap op, de zogeheten ”naye kille”. Ze profileerden zich daarin als echte staatsburgers, al ging de ”naye kille” na enkele jaren alweer ter ziele.

Aan de andere kant ontstond het orthodoxe Jodendom op dat moment, naar het voorbeeld van de chassidische Joden in Oost-Europa. Dat was iets totaal nieuws in de Nederlanden.

Je merkt dat Jood zijn een keuze werd. Al is dit zeker geen ontwikkeling die van de ene dag op de andere plaatsvond.”

Er ontstaan na 1796 verschillende Jodendommen, schrijft u. Welke waren dat?

„Voor de invoering van het decreet had je de Hoogduitse of Asjkenazische Joden en de Portugese of Sefardische Joden. Daarna gingen de groepen zich herdefiniëren, al bleef dit onderscheid ook bestaan.

Zo kreeg je onder meer de verlichte Joden, de elite, die zich samen met de overheid gingen bezighouden met de vernederlandsing van hun gemeenschap. Tegelijk kwamen de orthodox-Joodse groepen zoals gezegd ook op in deze tijd. Beide richtingen waren versplinterd in verschillende facties.

Daarnaast had je altijd nog de massa, die niets formuleerde en alleen maar bezig was met het verkrijgen van hun dagelijks brood. Er werd onder hen veel armoede geleden.

Een aparte groep waren verder de bekeerlingen, Joden die zich tot het christendom bekeerden, zoals Isaäc da Costa en Abraham Capadose. Hen laat ik in mijn proefschrift buiten beschouwing, omdat het een heel kleine groep is en ook omdat zij na hun bekering dus eigenlijk geen Joden meer zijn.

In Duitsland was het aantal bekeerlingen overigens veel groter. Dat komt doordat Joden daar eerst moesten aantonen dat zij echt Duits waren alvorens zij het burgerschap verkregen. Christen worden was dan een logische stap om aan te tonen dat je van goede wil was.

In Nederland en Frankrijk ging het juist precies andersom: eerst kreeg je het burgerrecht, daarna moest je vernederlandsen of verfransen.”

Gewone man

Onderling bevochten de nieuwe groepen –met name de orthodoxen en de liberalen– elkaar fel in toneelstukken en polemieken. Bewust onderzocht Rädecker juist dit soort bronnen. „Ik wilde niet de elite aan het woord laten, maar juist de gewone man. Toneelstukken en polemieken werden geschreven voor een heel breed publiek dat zich hierin moest herkennen.”

Wat ontdekte u allemaal in deze teksten?

„Je ziet hoe de groepen zichzelf definiëren. Wat zij als kenmerken van hun Jodendom beschouwen. Wel of geen baard, wel of niet vasthouden aan rituelen enzovoorts.

Het gaat er trouwens niet zo netjes aan toe in deze teksten. Er komen poep- en plasgrapjes in voor en er wordt gezinspeeld op seksuele escapades.”

Tegenovergestelde

In haar proefschrift stelt Rädecker dat het ingevoerde beleid soms het tegenovergestelde bewerkstelligde van wat werd beoogd: Joden gingen zich meer richten op het eigene in plaats van op de Nederlandse maatschappij en ze gingen zich meer profileren.

De promovenda durft uit deze conclusie wel lessen te trekken voor het hier en nu. „Een overheid moet er altijd rekening mee houden dat een bepaald beleid een verschillend effect heeft op mensen. Vaak heeft het uitgezette beleid zelfs een averechts effect. Dat komt doordat een bevolkingsgroep, neem tegenwoordig de Nederlandse moslims, het idee krijgt iets niet goed te doen. Ze hebben hun eigen taal, maar moeten Nederlands leren. Ze hebben eigen slachtrituelen, maar daarover wil de overheid ook haar zegje doen.

Besnijdenis en rituele slacht, de moderne samenleving associeert het allebei met wreedheid en vindt het daarom ongepast. De overheid neemt de autoriteit over het lichaam over van de religie. Besnijdenis is een medische ingreep geworden. Dat is een interessante verschuiving. Als zo actief bepaalde gedragsnormen aan banden worden gelegd, gaat de groep zijn gebruiken en cultuur in eigen kring juist herwaarderen.”

Geslaagd

Toch is volgens Rädecker de overheid geslaagd in haar opzet om Joden te vernederlandsen. „Het Jiddisch is als taal verdrongen door het Nederlands. Door sociale mobiliteit zijn de Joden losgeraakt van hun omgeving en hebben ze zich aangepast aan de Nederlandse cultuur.

Die hervormingsdrang kwam trouwens ook van onderaf. Niet alleen de elite hield zich bezig met vernederlandsen, de Joodse burgers zelf zagen er ook de voordelen van in. Het was het einde van jarenlange buitensluiting, van vreemdeling zijn.”

>>rd.nl/kerkbreed


Tsila Rädecker

Tsila Rädecker werd op 21 februari 1978 geboren te Amsterdam. Ze studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en schreef een scriptie over kerktucht bij de Hoogduitse Joodse Gemeente tussen 1737 en 1764. Voor deze scriptie won ze de Hartog Beem Prijs in 2011. Vandaag verdedigde Rädecker haar proefschrift ”Making Jews Dutch” aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Haar promotoren zijn prof. dr. Kocku von Stuckrad, hoogleraar religiewetenschap in Groningen en prof. dr. Karin Hofmeester, verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en aan de Universiteit Antwerpen. Na haar promotie verkast Rädecker tijdelijk naar het Oxford Centre for Hebrew and Jewish Studies in Amerika.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer