„En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.”

Een teken dat aan de jongste dag zal voorafgaan, is de bekering der heidenen. (Zie ook Markus 13). Het Evangelie is reeds wijd en breed gepredikt, maar daar zijn nog vele landen die nog in de nare duisternis van het heidendom steken en niets van Christus gehoord hebben. Zij kennen Christus nog niet of erkennen Hem niet als de Koning van de berg Sion.

De Heilige Schrift laat ons in geen enkel geval twijfelen. Zo zegt Paulus in Romeinen 11:25c: „totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.” God de Heere heeft Zich wel reeds een kerk verzameld uit allerlei volkeren, tongen, spraken en naties, maar de gehele hoop der heidenen is nog niet ingegaan. De tijd zal nog komen, nadat de Heere mannen heeft verwekt die Manasse en Efraïm verenigen, die de herdertwist tussen Abraham en Lot bijleggen. En nadat de antichrist ten volle is terneergeworpen, dan zal de volheid der heidenen ingaan en tot de gemeenschap der christelijke kerk komen. Dit bekrachtigt Johannes in Openbaring 11: „En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus.”

Koenraad Mel, predikant te Hersfeld (”Bazuinen der eeuwigheid”, 1752)