Vrije markt eist zijn tol in de landbouw
DEN HAAG. De rook van de massale boerendemonstratie van maandag in Brussel is nauwelijks opgetrokken, of de tegenstellingen tussen verschillende agrarische sectoren en tussen voor- en tegenstanders van het vrijemarktdenken komen weer boven.
Terwijl de Europese melkveehouders een tegemoetkoming kunnen verwachten, staan de varkenshouders voorlopig in de kou. En gisteren trokken in Nederland ook de akkerbouwers aan de bel.
Brussel stelde maandag 500 miljoen euro beschikbaar voor steun aan de noodlijdende landbouw in Europa. Vooral de melkveehouderij gaat daarvan profiteren, zo is de inzet van de Europese Commissie. Begrijpelijk, want de 500 miljoen komt grotendeels uit de pot van de superheffing, de boete die melkveehouders met overproductie moesten betalen over het laatste melkquotumjaar, dat op 1 april afliep.
Maar niet alleen de melkveehouderij kampt momenteel met een lage prijs voor zijn product, de melk. Onder varkenshouders is de nood minstens even hoog, en die sector heeft het al langer moeilijk dan de zuivel. Staatssecretaris Dijksma heeft toegezegd zich hard te maken voor de varkensboeren, als ze volgende week dinsdag –op Prinsjesdag– opnieuw met haar Europese collega’s om tafel gaat. Dan zullen ze uitvechten welk land welk deel van de steun krijgt, en naar welke sectoren die mag gaan.
De brancheorganisaties van de Nederlandse varkenshouders, NVV en LTO, lieten gisteren weten dat ze erop rekenen dat Dijksma voor ze zal „knokken.” NVV en LTO stellen dat de actiebereidheid onder de varkenshouders nog steeds groot is en dat plannen voor vervolgacties op de plank liggen.
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond, tegenhanger van LTO , wil dat alle agrarische sectoren de kans krijgen om hun positie in de markt te verbeteren. De oorzaak van de misère in de veehouderij, en vorig jaar bij de akkerbouw toen de aardappelprijzen dramatisch laag waren, is volgens de NAV dat het aanbod niet is afgestemd op de vraag. De NAV is voorstander van productie op maat, waarbij boeren onderling afspraken kunnen maken over volume en prijs zonder dat ze bang hoeven te zijn voor kartelwaakhond ACM. Zo kunnen vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd en kan er een groter deel van de marge in de afzetketen (van boer tot consument) naar de boer toevloeien. Volgens de bond zullen in een volledig vrije markt de primaire producenten (boeren) nooit een structureel renderende prijs voor hun producten ontvangen.
De kleinere melkveehoudersbonden NMV en DDB zitten op hetzelfde spoor. De boeren zijn volgens hen niet de straat op gegaan voor subsidies maar voor de aanpak van de oorzaak van de crisis: overproductie op de Europese markt. En daar zit hem precies het verschil met de mainstream van de Nederlandse melkveehouderij, vertegenwoordigd door LTO: vrije markt, met bijbehorende schaalvergroting, of regulering. LTO houdt vast aan het eerste, omdat dit de sterk van export afhankelijke Nederlandse zuivelsector het beste toekomstperspectief zou bieden. En Dijksma wil dat ook.