Bang voor boor, spuit en tandartsstoel
Muziek van Mozart via de koptelefoon doet wonderen bij Cor Anneese. De psycholoog uit Geldrop schreef een zelfhulpboek om tandartsangst te overwinnen. Zelf was hij jarenlang bang voor de tandarts. „Dat is gelukkig verleden tijd. Zodra ik Mozart hoor, verdwijnt mijn behandelaar uit beeld.”
Vertel aan de koffietafel dat er een artikel over tandartsangst in de maak is en de verhalen komen los. Dat is niet zo gek, gezien de cijfers in het zelfhulpboek ”Nooit meer angst bij de tandarts”. Circa één op de drie volwassenen is bang bij de tandarts. „Het is dus een normaal verschijnsel”, zegt Anneese, die eerder het zelfhulpboek ”Nooit meer vliegangst” schreef.
Bij circa 650.000 Nederlanders ging het van kwaad tot erger. Hun angst sloeg om in een fobie, waardoor zij de tandarts mijden en in de meesten gevallen zelfs nooit meer bij hem aankloppen. „Mensen met een fobie moeten hulp zoeken”, adviseert Anneese. „Met mijn boek heb ik bange mensen op het oog die nog wel een tandarts bezoeken.”
Het zijn overigens niet alleen patiënten bij wie het gaat kriebelen als de controlebeurt in zicht komt of wanneer er een ingreep nodig is. „Een kwart van de tandartsen treuzelt om een afspraak bij een collega te maken.”
Waar kwam uw tandartsangst vandaan?
„Toen ik klein was, trokken tandartsen kiezen bij de vleet. In herinner mij een wachtkamer vol mensen met een zakdoek voor hun mond. Mijn moeder zat zuchtend naast me en friemelde voortdurend aan haar tas. Na de klapdeuren wachtten twee mannen in een witte jas ons op. Met een spuit in de aanslag. Op de armleuning van de tandartsstoel lagen twee bloedspatten. Tijdens de behandeling vroeg mijn moeder voortdurend aan de tandarts om mij geen pijn te doen, omdat ik weleens flauwviel.”
Hoe manifesteert tandartsangst zich?
„Tandartsangst is in de eerste plaats angst voor pijn. Mensen zijn het bangst voor de boor en de injectienaald. Mensen met tandartsangst hebben overigens geen hekel aan de tandarts, maar aan het werk dat hij doet. De angstverschijnselen verschillen van persoon tot persoon. Zweten, trillen en blozen komen vaak voor. Ook misselijkheid en duizeligheid. Sommigen zijn bang dat ze een behandeling niet volhouden of dat ze in de problemen komen door al het water achter in hun keel. Sommigen hebben vooraf negatieve gedachten zoals: „Het gaat pijn doen”, „De tandarts heeft vast haast”, of „Ik heb natuurlijk weer gaatjes.””
Hoe kun je tandartsangst voorkomen?
„Tandartsangst ontstaat meestal in de jeugd. Laat ouders daarom een eerlijk beeld schetsen van een behandeling. Ze moeten geen valse beloftes doen door te zeggen dat het kind niets zal voelen. Laat een ouder in de behandelkamer bij het kind blijven.
Ouders dragen veel over. Velen praten met hun kinderen niet over hun tandartsangst. Misschien omdat ze zich ervoor schamen of het onvolwassen vinden. Een kind signaleert het echter feilloos als een ouder panisch is voor de tandarts. De kans is groot dat het zelf ook bang wordt. Om dit te voorkomen, zou bijvoorbeeld een ouder of een tante die niet bang is mee kunnen gaan naar de tandarts.”
Kan een tandarts iets betekenen?
„Zeker, want slechte ervaringen met een behandeling kunnen tandartsangst in de hand werken. Datzelfde geldt voor een koele en afstandelijke houding van de tandarts. Haast werkt ook negatief. Als een tandarts uitlegt wat hij precies gaat doen en welke stappen hij neemt, geeft dat veel rust bij een patiënt. Ook informatie over de tijdsduur van een behandeling en het inlassen van een pauze werken goed. Spreek daarom af dat een patiënt zijn hand mag opsteken wanneer hij pijn krijgt of als hij het niet trekt.”
Tandartsen hebben massaal uw boek aangeschaft?
„Nee, dat denk ik niet. Nederlandse tandartsen zijn technisch uiterst deskundig, maar hun interesse voor de psychologie en hun benaderingswijze van tandartsangst zijn voor verbetering vatbaar.”
Hoe kom je van tandartsangst af?
„Soms is een oplossing simpel. Zo viel een vrouw steevast flauw tijdens een behandeling. Een keer had haar tandarts na een feestje geen tijd meer om zich te verkleden en hielp hij zijn patiënt niet in de gebruikelijke witte jas, maar in zijn jacquet. De vrouw viel dit keer niet flauw. Dit gebeurde ook niet tijdens latere behandelingen waarbij de tandarts andere kleding aanhad. De angst van de vrouw bleek gerelateerd aan de witte jas.
In de meeste gevallen is de oplossing natuurlijk niet zo simpel. Allereerst moet duidelijk worden waar mensen bang voor zijn – in het algemeen en voor de tandarts in het bijzonder. Dit is te achterhalen aan de hand van de vragenlijsten in mijn boek. Mensen moeten vervolgens leren om onredelijke gedachten in redelijke gedachten om te zetten. Dat beïnvloedt gevoelens en emoties en uiteindelijk het gedrag positief. Ik geef hiervoor tips, schema’s en opdrachten. Wie zich meer op zijn gemak wil voelen in een tandartsstoel, doet er verder goed aan om zich de ademhalings- en ontspanningsoefeningen eigen te maken die in het boek staan.
Een goede manier om ongevoelig voor tandartsangst te worden, is via de zogeheten prolonged exposure. Daarbij wordt iemand geleidelijk steeds langer aan een prikkelsituatie blootgesteld. Iemand met engtevrees staat bijvoorbeeld een paar seconden met iemand in een lift en bouwt dit verder op. Bij tandartsangst is het goed om eerst kort en vervolgens steeds langer in een tandartsstoel te liggen zonder dat een behandeling plaatsvindt. Helaas gebeurt dit laatste volgens mij weinig of helemaal niet.”
U verdiepte zich grondig in tandartsangst. Wat viel u op?
„Dat tandartsangst in 40 procent van de gevallen samengaat met andere angsten. Veelal met vliegangst, hoogtevrees en angst voor afgesloten ruimten. Hoe dit precies komt, is niet duidelijk.”
”Nooit meer angst bij de tandarts”, C. W. Anneese; uitg. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2015; ISBN 978-90-368-0744-9; 165 blz; € 24,99.