„Ongeveer 700.000 huishoudens wonen nu in een te goedkope sociale huurwoning. Een deel daarvan wil wel doorstromen, maar ze vallen tussen wal en schip: ze kunnen niet kopen omdat de hypotheekregels bijzonder streng gemaakt zijn”, zei hij.

Het potje dat het Rijk voor de starterslening had gereserveerd raakte in mei leeg. Sindsdien moeten gemeenten de kosten van de stimuleringsmaatregel helemaal zelf betalen, waardoor de starterslening fors minder wordt toegekend. En dit terwijl startersleningen volgens Verhagen een relatief kleine investering vergen vanuit de rijksbegroting.

De starterslening is bedoeld voor mensen die zelf niet voldoende hypotheek kunnen krijgen voor het kopen van hun eerste huis. De lening is de eerste drie jaren rente- en aflossingsvrij.

Ook ruimere leennormen zouden volgens Verhagen de doorstroming meer op gang kunnen helpen. Bouwend Nederland vindt het daarbij positief dat er een verruiming aankomt van de schenkingsvrijstelling.

Verhagen hamerde er verder op dat het belangrijk is dat er meer gebouwd wordt. Voor de crisis bouwden corporaties nog ongeveer 25.000 woningen per jaar, nu zijn dat er 7000. Er is een flink tekort aan betaalbare woningen, aldus Verhagen.

Bouwend Nederland is niet de enige organisatie die de doorstromingsproblematiek aankaart. Makelaarsvereniging NVM onderstreepte deze week ook nogmaals dat het functioneren van de woningmarkt hierdoor wordt belemmerd. Volgens de makelaars hangt dit onder meer samen met het ontbreken van een betaalbaar middensegment in de huurmarkt. Vooral in de verstedelijkte regio’s, de Randstad, Noord-Brabant en Gelderland is het voor middeninkomens hierdoor lastig om woonruimte te vinden.