Amerikanen doen meer aan bijbelstudie
Vergeleken met tien jaar terug zijn er aanzienlijk meer Amerikanen die bidden, de Bijbel lezen en lid zijn van kleine bijbelstudiegroepen. De betrokkenheid bij de kerk is in die jaren echter niet gegroeid, maar gelijk gebleven.
Dit blijkt uit de resultaten van een onderzoek dat het Barna Research Center deze week publiceerde. De Barna-groep doet al twintig jaar onderzoek naar de godsdienstige activiteiten van Amerikanen en meent dat er werkelijk een belangrijke verandering heeft plaatsgehad.
Van de 1014 volwassenen die tijdens het laatstgehouden onderzoek werden ondervraagd, had 44 procent in de afgelopen week in de Bijbel gelezen; het lezen in de kerk niet meegerekend. In 1994 was dit 37 procent, in 1999 36 procent. Het bijbellezen nam vooral toe bij protestanten: van 47 procent naar 59 procent.
Opvallend is volgens Barna ook dat veel meer mensen lid zijn van kleine godsdienstige groepen en bij elkaar komen voor gebed, bijbelstudie en geestelijk contact. In 1994 was 12 procent van de ondervraagden lid van zo’n groep. Nu is dat 20 procent.
De grootste groei had plaats onder mannen. In 1994 was 18 procent lid van een godsdienstige groep. Dit aantal is verdubbeld. Het aantal leden ouder dan 58 jaar verdubbelde bijna, van 14 procent naar 29 procent. Opnieuw gaat het veelal om protestanten.
Amerikanen bidden meer dan vijf jaar geleden. Van de ondervraagden zei 83 procent in de afgelopen week tot God te hebben gebeden. In 1999 was dit 77 procent. In 1994 werd deze vraag niet gesteld.
Hoewel het bijbellezen, bidden en de deelname aan kleine bijbelstudiegroepjes toenamen, is er volgens de Barna-groep geen enkele verandering te zien in drie andere godsdienstige activiteiten. In 1994 ging 42 procent van de ondervraagden naar de kerk, in 2004 43 procent. In 1994 deed 25 procent vrijwilligerswerk voor de kerk, in 2004 24 procent. Het evangeliseren nam evenmin toe. In 1999 evangeliseerde 58 procent, tegen 55 procent in 2004.