Poolexpeditie terug: acht ijsberen gezien
LONGYEARBYEN. „Het was fantastisch!” roept dr. Maarten Loonen, net van boord. Het schip De Ortelius keerde vrijdagmorgen terug na een poolexpeditie in de omgeving van Spitsbergen. „We hebben heel mooie dingen kunnen doen.”
De bioloog van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) bivakkeert al meer dan 25 jaar in het broedseizoen op Spitsbergen. Hij doet er onderzoek naar het gedrag van trekvogels en veranderingen in de leefomgeving.
Loonen beijverde zich zes jaar om de expeditie van de afgelopen week van de grond te krijgen. Over de resultaten wil hij nog niet te veel zeggen. „We hebben allerlei veranderingen gezien. De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn duidelijk zichtbaar. Gletsjers hebben zich teruggetrokken. Plekken waar veel vegetatie was, zijn nu kaal. Op plekken die eerst bijna onbegroeid waren, groeien nu veel mossen. Ook zijn er nu veel meer walvissen, omdat er nu niet meer zo zwaar op gejaagd mag worden.”
Met het schip De Ortelius van Oceanwide Expeditions is de groep op 19 augustus vanaf Longyearbyen op Spitsbergen naar Edgeoya gevaren, aan de oostkant van de eilandengroep. Aan boord waren 55 wetenschappers, enkele journalisten en 40 „supporters”; „ik noem hen geen toeristen, want ze hebben echt meegeholpen”, zegt Loonen.
IJsberen
Tot de belangstellenden, die per persoon meer dan 5000 euro neertelden om mee te mogen, behoorden D66-Kamerlid Van Veldhoven-van der Meer en weerpresentator Peter Kuipers Munneke. Dichter/regisseur Ramsey Nasr was al voor de vijfde keer op Spitsbergen.
Met 105 deelnemers was het de grootste poolexpeditie ooit die vanuit Nederland is ondernomen. Met 24 uur daglicht konden de hele dag groepen op het eiland landen voor onderzoek naar onder meer planten, dieren, bodemvervuiling en het landschap. De afgelopen week zijn honderden monsters genomen, bijvoorbeeld van de verschillende mossen. Ook werden dieren en vogels geteld en er is een nieuw insect ontdekt.
Teams op de boot verwerkten de verzamelde informatie in databestanden en kaarten.
„Eén landing konden we niet laten doorgaan vanwege ijs rond de boot”, zegt de expeditieleider. „En één keer zijn we niet van boord gegaan: er zaten drie ijsberen precies op het gedeelte waar wij aan land wilden. Dan houdt het wel op. In totaal hebben we acht ijsberen gezien.”
De groep trof het: het was mooi weer. „Eén dag was het superwarm, drie dagen mistig, twee dagen bewolkt en windarm.”
Klimaatverandering
Van 1968 tot 1988 was er een Nederlands station op Edgeoya dat veel ecologische gegevens heeft verzameld. Drie personen die in 1968-1969 als eerste Nederlandse overwinteraars op Edgeoya waren, waren er ook nu weer bij.
Voorspellingen over wat er verandert door de opwarming van de aarde zijn nog steeds te simpel, denkt Loonen. „Een voedselweb wordt meestal versimpeld tot een voedselketen.” Loonen illustreert hoe ingewikkeld het ecosysteem in elkaar zit. „Door de opwarming is er waarschijnlijk meer plantengroei. Maar ik verwacht dat rendieren daar niets aan hebben, omdat het moeilijker voor ze is geworden om in de winter te overleven. De hogere temperatuur zorgt voor meer neerslag en sneeuw en soms zelfs regen in de winter, die vervolgens bevriest. De rendieren kunnen niet meer bij de planten en verhongeren.
Het is nog te vroeg om te zeggen wat deze expeditie aan gegevens over de rendieren heeft opgeleverd. We gaan alle vondsten uitwerken en komen in januari bij elkaar om de eerste resultaten met elkaar te delen. Sommigen van ons zullen echter jaren nodig hebben om alles uit te werken. We hebben deze week echt samengewerkt om het poolonderzoek meer te integreren.”
Marcel Crok, schrijver van kritische boeken over de klimaatwetenschap, stelde vorige week volgens de NOS dat de expeditie een voorbeeld is van de tunnelvisie waar de wetenschap volgens hem aan lijdt. De wetenschap gaat er volgens Crok ten onrechte van uit dat vaststaat dat de uitstoot van CO2 de dominante oorzaak is van de veranderingen in het Noordpoolgebied. „Het klimaat verandert altijd, en dat maakt het erg lastig om veranderingen toe te schrijven aan een bepaalde oorzaak, zoals de uitstoot van broeikasgassen.”
Nederlandse graven
Nederland heeft een historische band met Spitsbergen, dat door Willem Barentsz is ontdekt. De geschiedenis van Nederlanders op Spitsbergen is terug te vinden in sporen van mijnbouw en walvisvaart. Ook zijn er nog veel Nederlandse graven van walvisvaarders.
De Groningse universiteit heeft een poolstation op Ny-Ålesund, in het noorden van Spitsbergen, en heeft met zijn onderzoek een reputatie opgebouwd. Het Arctisch Centrum van de RUG bestaat 45 jaar. De expeditie was een kroon op dit jubileum.