Dat stelt dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), deze week in zijn ”Commentaar bij de tijd” op de website van de PKN. „De orthodoxe kerk kende dit al. Laten we er als protestanten aan meedoen”, aldus de scriba.

Onder de kop ”Wij moeten haast maken” schrijft dr. Plaisier over „een groene planeet met zeeën, zoet water en een overvloed aan leven die met geen pen te beschrijven is”, waarmee het echter mis is gegaan. Dat was op het moment dat de slang tegen de mens zei: „Jullie zijn de goden. En de aarde is dood materiaal in jullie handen. Doe ermee wat jullie goeddunkt.” Dr. Plaisier: „Het was het uur waarop de eerbied verdween en de dankzegging aan God ophield. Het uur waarop de open hand een greep werd die alleen nog maar wist van hebben en houden.”

Met instemming haalt dr. Plaisier de recente encycliek van paus Franciscus aan waarin deze de „gewelddadige manier” hekelt waarop de mens met de aarde omgaat. Dr. Plaisier: „Dat geweld zit in ons en uit zich in een consumptieve levensstijl, die ook nog eens op de pof is. De rekening wordt doorgeschoven naar de volgende generaties.”

De genezing, die volgens hem in onszelf zit, begint bij een andere manier van leven. Ook moet er een eerlijke prijs betaald worden voor het gebruik van de grondstoffen van de aarde. Volgens hem moet er haast gemaakt worden. „Internationaal, nationaal en persoonlijk. Omkeer vandaag! Er is in het heelal maar één aarde.”

In een blog op de website van deze krant over de pauselijke encycliek, hekelde de Kamper hoogleraar systematische theologie prof. dr. B. Kamphuis vorige week de in zijn ogen erg harmonieuze visie van de paus op de schepping. „De dood zit diep in de schepping. Dat komt niet door de ecologische crisis. Dat komt door de vloek over onze zonde. Daarom moest Jezus ook aan het kruis om die vloek te dragen en door de dood heen. Het kruis van Jezus speelt nauwelijks een rol in de encycliek, hoogstens als consequentie van de incarnatie.”

Tot de wederkomst van Christus is de schepping in barensnood, aldus prof. Kamphuis. „Dat geluid mis ik in dit mooie stuk.”