„We zijn er nog niet met Zwarte Piet”
AMSTERDAM. Als het VN-comité tegen rassendiscriminatie vrijdag uitspreekt dat Zwarte Piet een uiting van racisme is en dat daardoor gekleurde bevolkingsgroepen worden gediscrimineerd, springen de tegenstanders van het ouderwetse knechtje van Sinterklaas een gat in de lucht.
De voorstanders van het aloude sinterklaasfeest zullen het echter „volslagen belachelijk” en „onzin van de bovenste plank” vinden. „Dat mensen zich storen aan de huidskleur van Zwarte Piet is racisme op zichzelf. Waarom zou Sinterklaas geen gekleurde hulpjes mogen hebben? Wat ons betreft verandert er niets aan het hele feest”, zei gisteren woordvoerder Sander Kessels van de stichting Nationaal Sint Nicolaas Comité, kortweg stichting Sint.
En ook het ministerie van Sociale Zaken realiseert zich dat „we er nog niet zijn met Zwarte Piet”, wat het VN-comité ook zegt. „Sinterklaas is een feest voor iedereen, en dat moet ook zo blijven. We moeten niet voorbijgaan aan het feit dat er mensen zijn die zich gekwetst voelen door de figuur van Zwarte Piet. Maar de mensen die mooie jeugdherinneringen hebben aan Sinterklaas en Zwarte Piet zijn ook geen racist.”
Het ministerie laat de bal daarom nog even in het midden liggen. In september worden alle partijen uitgenodigd om opnieuw met elkaar in gesprek te gaan, met het standpunt van het VN-comité op tafel. „Een maatschappelijke dialoog”, aldus het ministerie, alhoewel het niet gebruikelijk is dat aanbevelingen van het comité worden genegeerd.
Of zo’n nieuwe dialoog veel zal oplossen, valt te bezien. Dat blijkt onder andere uit een onderzoek dat erfgoedspecialist Gábor Kozijn voor het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) heeft gedaan. Het VIE wilde weten hoe Nederland „toekomstbestendig” het sinterklaasfeest kan blijven vieren.
De meningen staan lijnrecht tegenover elkaar, constateert Kozijn. De groep liefhebbers, die Zwarte Piet wil laten zoals hij is, is veruit de grootste. Ze zijn „verbaasd en geschokt” dat ze verwijten om de oren krijgen dat ze een racistisch feest zouden vieren. Een aantal liefhebbers vindt de bestrijders van Zwarte Piet „maar een handvol tegenstanders, die ook nog eens grotendeels uit Amsterdam komen.”
Emancipatiestrijd
Kozijn stelt vast dat de Zwarte Pietendiscussie inderdaad nergens zo leeft en zo fel wordt gevoerd als in Amsterdam. „Critici van Zwarte Piet hebben het gevoel dat ze een emancipatiestrijd voeren en dat er nu eindelijk wordt geluisterd naar een al veel langer ervaren gevoel van onbehagen.” De niet al te felle tegenstanders zouden kunnen leven met pietfiguren zonder kroeshaar, oorringen en dikke rode lippen. In het gevolg van Sinterklaas zouden Pieten duidelijk geen knechtje meer moeten zijn. De niet al te felle voorstanders willen Zwarte Piet hoe dan ook behouden, maar kunnen wel leven met daarnaast Pieten in andere kleuren of uitdossingen. Ze willen in elk geval dat het gekrakeel rond het feest ophoudt.
Het VIE en sinterklaasdeskundige Frits Binck voelen wel voor Pieten met roetvegen op de wangen en in minder traditionele kostuums. Er zou ook plaats zijn voor blanke hulpjes van Sinterklaas. „Maar denk erom dat zulke knechten op lokaal niveau wel heel goed vermomd moeten zijn, anders zijn ze veel te makkelijk herkenbaar. Dan blijft er van het kinderfeest niets meer over”, waarschuwt Binck.