Ds. M. Goudriaan: In de doop komt het aan op geestelijke vernieuwing
ELSPEET. De erfenis van John Knox is in het Verenigd Koninkrijk nauwelijks meer bekend. Op de Haamstedeconferentie, die maandag begon en tot en met woensdag voor de 31e keer in Elspeet wordt gehouden, schetste ds. H. Polinder, christelijk gereformeerd predikant te Urk, de grote betekenis van John Knox voor de Reformatie in Engeland en Schotland.
Martyn Lloyd-Jones noemde John Knox de stichter van het puritanisme. De Schotse reformator staat in de lijn van de reformatoren Calvijn, Beza en Farel. De waardering voor het werk van John Knox is volgens ds. Polinder verschillend. Zijn werk als prediker en zijn werk als reformator hangen nauw met elkaar samen. Ds. Polinder: „Voor alles was hij dienaar van het Evangelie. Daar lag zijn prioriteit, gedragen door het Woord van God. De prediking van het Woord had zijn hart en was ook het hart van de Reformatie in Schotland.”
Velen hielden John Knox voor een onbuigzame, harde en intolerante man. „Daarachter lag de standvastigheid van zijn geloof. Dat is ook voor ons een les”, hield de Urker predikant zijn collega’s voor. „Predik het Woord, houd aan, tijdig en ontijdig.”
Volgens de Schotse reformator was het geloof de wortel waarmee de roomse boom kon worden omgehakt. Hij keek geen mens naar de ogen en paste zijn prediking niet aan. Wel was het zijn angst dat hij tekort zou doen aan het Woord van God, stelde ds. Polinder. Van de kracht van dat Woord had hij grote verwachting. Daarbij hield hij heel het volk voor ogen. „Koningin Maria I van Engeland –Bloody Mary– zei banger te zijn voor de gebeden van John Knox dan voor een leger van 10.000 soldaten.”
Geestelijke verlatenheid
Over geestelijke verlatenheid wordt in onze tijd weinig gesproken. Toch is dit onderwerp in de pastorale praktijk wel degelijk vaak aan de orde. Dat stelde dr. R.W. de Koeijer, hervormd predikant te Bilthoven, in zijn lezing over dit onderwerp.
Er kan sprake zijn van geestelijke verlatenheid bij tegenslagen en verdriet, waarin God op afstand is komen te staan. Maar er kan ook sprake van zijn als er geen tegenslagen zijn. Oorzaken zijn dan bepaalde zonden of een slordige omgang met de Bijbel en het gebed.
Geestelijke verlatenheid komt volgens dr. De Koeijer vaker voor onder zwaarmoedige gelovigen. De predikant uit Bilhoven trok lijnen vanuit het Oude Testament, waar Gods verberging en geestelijke verlatenheid aan de orde komen. „Zo vraagt David in de Psalmen waar de Heere is in zijn moeiten. Hij begrijpt het handelen van God niet, terwijl Davids verlatenheid te maken heeft met het handelen van God.”
Geestelijke verlatenheid kan volgens de predikant een straffend en soms corrigerend karakter hebben, maar het kan ook een oefening zijn in geloofsvertrouwen. „Die verlatenheid heeft echter niet het laatste woord. Het mondt uit in Gods beloften. Het zwaartepunt in de Psalmen ligt op Zijn barmhartigheid en goedertierenheid. Jezus heeft de verlatenheid van God geproefd. In Zijn verlatenheid, waardoor wij nimmermeer van Hem verlaten zullen worden, ligt onze troost.”
De predikant vertelde verder hoe er vanaf de tweede eeuw al gesproken is over geestelijke verlatenheid, hoe de puriteinen daarover schreven en hoe dit in de gereformeerde traditie door mensen als Voetius en Hoornbeeck tot in detail is uitgewerkt.
Doop als teken en zegel
„Het lijkt alsof de papieren van de kinderdoop hun langste tijd gehad hebben. Wat stijgt nog uit boven de bekende en afgezaagde publicaties over een pleidooi voor de volwassendoop? En zijn onze pogingen om anderen te overtuigen van de kinderdoop niet intens zwak? Worden we geslagen door desinteresse voor de Bijbelse lijnen voor de kinderdoop?” Deze en meer vragen wierp ds. M. Goudriaan –hervormd emeritus predikant te Ede– op in zijn avondlezing over de heilige doop en zijn achtergronden als teken en zegel.
„In de doop verzegelt God Zijn verbond”, aldus de predikant. „Daarin komt het wel aan op een geestelijke vernieuwing. De Vader en de Zoon verzegelen en de Heilige Geest verzekert het verbond. We dopen niet op gezag van maar tot de Naam van de Drie-enige God.”
De doop als teken van inlijving in de kerk van Christus mogen we volgens ds. Goudriaan niet losmaken van de inlijving in Christus, „opdat wij in Christus ingeplant worden.” De doop wil ons in beweging zetten naar Christus en Zijn bloed, stelde hij. „Wordt er niet te veel over gediscussieerd, terwijl Christus al de deur uit is? De doop is een gave van God aan ons en niet andersom.”
www.rd.nl/haamstede2015 voor het beluisteren en/of downloaden van de lezingen.