Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme
Aan de rijksuniversiteit Leiden werd honderd jaar geleden een leerstoel ingesteld bedoeld om de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme te bestuderen en te doceren.
De leerstoel werd voor het eerst bezet in 1915 door prof. dr. Albert Eekhof, toen nog maar 30 jaar oud. Hij was de eerste buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme. In zijn inaugurele rede typeerde hij het gereformeerd protestantisme als een van de stromingen waarin de Hervorming zich heeft gesplitst, en zette het naast het lutheranisme, anabaptisme en socinianisme. Hij begon zijn rede met een uiteenzetting dat het gereformeerd protestantisme een internationaal fenomeen is. Het heeft zich een weg weten te banen door Europese landen zoals Zwitserland, Frankrijk, Engeland, Schotland, een groot gedeelte van Duitsland, Hongarije, Polen en Nederland. Maar ook in Azië (voor een beperkt deel), Zuid-Afrika en de Verenigde Staten is het in vroegere of latere tijd, min of meer, doorgedrongen. In al deze landen heeft het zijn stempel gedrukt op personen, het kerkelijke en sociale leven en op wetenschap en cultuur.
Prof. Eekhof poneerde de vraag: „Heeft het gereformeerd protestantisme, zo verscheiden in uitingsvorm, onder zo verschillende omstandigheden optredend en zo vele landen en daarbij enige eeuwen omspannend, wel een specifiek bijzonder karakter?
Kenmerken
De hoogleraar probeerde in zijn benadering het gereformeerd protestantisme te karakteriseren aan de hand van een drietal kenmerken. In de eerste plaats Gods soevereiniteit op alle terrein, wat betekent: alles ter ere Gods. De theoloog Herman Bavinck en andere geleerden hebben dit het diepste „gronddogma” van het gereformeerd protestantisme genoemd. Hoe komt God aan Zijn eer? De eis dat de mens aan die God onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verschuldigd is en Hem „de eere Zijns Naams moet toebrengen”, hangt hiermee natuurlijk ten nauwste samen.
Als tweede kenmerk van het gereformeerd protestantisme noemde prof. Eekhof: een diepe onuitroeibare drang naar vrijheid op elk terrein van het leven. Het ligt voor de hand dat de hoogleraar deze vrijheidsdrang als tweede kenmerk noemt, omdat hij een kenner was van de Amerikaanse kerkgeschiedenis. In 1913 schreef hij een tweedelig standaardwerk met als titel ”De Hervormde Kerk in Noord-Amerika, 1624-1664”. De dorst naar vrijheid op staatkundig gebied deed de gereformeerde protestanten in Nederland aan het eind van de 16e eeuw grijpen naar het zwaard tegen Spanje.
Als derde kenmerk van het gereformeerd protestantisme noemt hij de liefde voor de wetenschap. Dit laatste is mijns inziens iets te veel gezegd. Want ook in de lutherse wereld was er de wetenschapsbeoefening. En in het rooms-katholicisme net zo goed.
Prof. Eekhof typeerde het gereformeerde protestantisme niet zozeer aan de hand van de vijf punten het calvinisme. De betrekkelijkheid van zijn typering ontging hem ook geenszins.
De hoogleraar is enigszins in de vergetelheid geraakt, maar zijn poging om de kenmerken van het gereformeerd protestantisme in kaart te brengen, is hoogst belangrijk. Maar helemaal compleet is dit beeld nog niet.
Prof. Eekhof stierf jong: op 48-jarige leeftijd.
Levensheiliging
Interessant blijft de vraag: waarin bestaat dan dat gereformeerd-zijn? Prof. dr. S. van der Linde (1905-1995) was gepromoveerd op de leer van den Heilige Geest bij Calvijn. Daarbij had hij ontdekt hoezeer het werk van de Heilige Geest bij Calvijn een grote plaats inneemt, toegespitst op de inwoning van de Geest in het mensenhart en op de vrucht van de Geest in de levensheiliging en de vroomheid. Daarom meende hij dat het nodig was om ook de vroomheid, de levensheiliging en het werk van de Heilige Geest als zodanig tot het kenmerkende van het gereformeerd protestantisme te rekenen. (”De leer van den Heilige Geest bij Calvijn. Bijdrage tot de kennis der reformatorische theologie”, Wageningen, 1943)
In 1957 werd dr. Van der Linde benoemd tot hoogleraar in het gereformeerd protestantisme. Dat was in Utrecht. Hij had, met alle waardering voor de grote geleerdheid van prof. Eekhof, ook zijn twijfels over diens voornoemde typering. Hij stelde dat de hoogleraar sterke nadruk legde op de objectieve zijde van zijn wezenspeiling, die hij naar die kant voortreffelijk en nog altijd lezenswaardig noemde, terwijl de meer subjectieve waarden die in het gereformeerd protestantisme zo’n grote rol spelen, bij de wezenspeiling niet zo tot hun recht kwamen.
Hij sluit daarbij voor een deel bij prof. Eekhof aan, maar noemt dan zelf nog enkele kenmerken erbij, om daarmee tegelijk aan te geven in welke richting hij vooral wilde verder gaan. Prof. Van der Linde stelt „het woord gereformeerd vooral te gebruiken in zijn pregnante zin van calvijns-calvinistisch.” Hij vraagt aandacht voor „een vergeten groep”, die toch een belangrijke rol speelde en nog speelt binnen het gereformeerd protestantisme. Een groep die wij de mannen van de Nadere Reformatie noemen.
Prof. Van der Linde meende te kunnen aanwijzen dat Reformatie en Nadere Reformatie in ons land in beginsel samenvallen. Hij komt tot twee belangrijke stellingnamen: „De Nadere Reformatie is de radicale, gereformeerde reformatie, die „preciesheid” wenst in plaats van vrome (onvrome) algemeenheden, een piëtisme dus, een bewust wijden van het hele leven aan God” (blz. 9). En vervolgens schrijft hij: „De pogingen, ondernomen om zo groot mogelijke afstand te construeren tussen Reformatie en Nadere Reformatie, om die laatste omlaag te drukken en de eerste op haar kosten te vieren, lijken ons volkomen onhoudbaar.”
Gereformeerd
Het gaat hierbij niet zozeer om personen, maar om het gereformeerd beginsel. Trouwens, prof. Van der Linde gebruikte het woord ”calvijns” of ”calvinisme”, maar gezegd moet worden dat Calvijn niet van deze aanduiding gediend was. Omdat het woord calvinist heen wijst naar een mens. Terwijl met de aanduiding ”gereformeerd” gewezen werd naar Gods Kerk die, eenmaal gevormd, altijd weer hervormd, ge-reformeerd, moet worden. Een bekend gezegde luidt: ”Christianus mihi est nomen, reformatus est cognomen”, Christen is mijn naam, gereformeerd mijn bijnaam. In die zin roept de Reformatie altijd om nadere, voortgaande reformatie.
Zie ook:
Prof. S. van der Linde in Utrecht overleden : Hoogleraar was kenner geref. protestantisme (Reformatorisch Dagblad, 14-02-1995)
„Wegen en gestalten in het Geref.protestantisme” : Feestbundel bij afscheid S. v.d. Linde (Reformatorisch Dagblad, 24-09-1976)
Prof. dr. S. v.d. Linde – benoeming (De Waarheidsvriend, 12-07-1956)
In memoriam Prof. Dr. A. Eekhof (De Reformatie, 24-03-1933)
Over de oprichting van de leerstoel en over de inaugureele oratie van dr. A. Eekhof (De Heraut, 18-04-1915)
Een nieuwe professor te Leiden – benoeming dr. A. Eekhof (De Waarheidsvriend, 20-11-1914)