Kerk & religie

Waarom christenen van hun naasten houden

PADERBORN. Christenen staan, als het goed is, bekend om hun naastenliefde. Zoals in de vierde eeuw, toen de Romeinse keizer Julianus de Afvallige deze „godde­loze Galileeërs” vervolgde. Maar hij bleef zich erover verbazen dat christenen niet alleen voor hun eigen armen zorgden, maar ook voor vreemde en heidense hulpbehoevenden.

17 August 2015 11:19Gewijzigd op 15 November 2020 21:05
In het Diözesanmuseum in de Duitse stad Paderborn is een tentoonstelling over naastenliefde te zien. beeld onebreaker.de
In het Diözesanmuseum in de Duitse stad Paderborn is een tentoonstelling over naastenliefde te zien. beeld onebreaker.de

In het Diözesanmuseum in het Duitse Paderborn is tot 13 december de tentoonstelling ”Caritas. Naastenliefde van de vroege christenen tot nu” te zien. Het museum, naast de middeleeuwse dom, kent inmiddels een lange traditie van grote exposities over het christendom. Zo pakte het twee jaar geleden uit met een tentoonstelling over de kerstening van Europa in de middeleeuwen. En ook dit keer zijn kosten noch moeiten gespaard om honderden voorwerpen, waarvan sommige nooit eerder zijn vertoond, uit allerlei Europese en Amerikaanse musea en bibliotheken bijeen te brengen.

Pronkstuk

Een van de pronkstukken is een bijna 2000 jaar oud handschrift. Het gaat om een van de vroegste kopieën van Paulus’ eerste brief aan de Korinthiërs, waarin hij schrijft: „En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.”

Het waardevolle stuk papyrus uit het einde van de tweede eeuw ligt natuurlijk veilig achter glas. Maar op een 55 inch (139 centi­meter) groot scherm kunnen bezoekers de digitale versie van het document gewoon aanraken. Wie met zijn vinger over de woorden glijdt, kan die meteen in de Duitse vertaling lezen.

Christenen hebben God en mensen lief omdat Hij hen eerst heeft liefgehad. De kerkvaders zagen de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lukas 10:25-37) als een voorbeeld van christelijke naastenliefde. Het duurde echter lang voordat de parabel een geliefd thema in de christelijke kunst werd.

Een vroeg voorbeeld is het Evangelieboek van Reichenau, uit 1020. Eerst is te zien hoe de rovers een Joodse reiziger over­vallen, daarna hoe de Samaritaan de gewonde man toevertrouwt aan de zorg van de herbergier. 
De boodschap is duidelijk: de lezers –waarschijnlijk hooggeplaatste personen, want zo’n handgeschreven boek was peperduur– moesten de Samaritaan 
als voorbeeld nemen en zorgen voor mensen in nood.

Het waren dan ook christenen die in de middeleeuwen de eerste zieken-, armen- en weeshuizen stichtten. Het was een tijd van hongersnoden, pest en oorlogen, en het monster van de armoede lag altijd op de loer. Het idee dat mensen voor hun goede werken op aarde in de hemel beloond zouden worden, leefde breed.

Werken van barmhartigheid

De belangrijkste leidraad in de zorg voor de medemens waren de werken van barmhartigheid, waarover Jezus in Mattheüs 25 spreekt: hongerigen spijzen, dorstigen laven, naakten kleden, vreemdelingen herbergen, zieken verzorgen en gevangenen bezoeken. Een paus in de twaalfde eeuw voegde er nog een zevende aan toe: de doden begraven.

De Frankische koningin Melisende van Jeruzalem was rond 1139 een van de eersten die de werken van barmhartigheid lieten afbeelden. Ze staan op de ivoren, met edelstenen ingelegde omslag van een psalmboek. Daarop is te zien hoe David, ooit koning van dezelfde stad, goede werken verricht.

Een altaarstuk, gemaakt door de Italiaanse kunstenaar Rafaël in 1507, laat iets anders zien: een vrouw, Caritas. Omringd door haar kinderen, die ze koestert, voedt en verzorgt. Ze staat symbool voor de grootste christelijke deugd: liefde.

www.caritas-ausstellung.de


Christendom stempelde naastenliefde, Reformatorisch Dagblad (18 september 2014)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer