Binnenland

CPB: Zekerheid energienet is duur

Nederland is vorig jaar opnieuw meer getroffen door stroomstoringen. Maatregelen die moeten voorkomen dat we zonder stroom, gas of olie komen te zitten zijn echter dermate duur, dat het goedkoper is het risico van de schade van het uitvallen van stroom of gas te accepteren.

Redactie economie
3 March 2004 12:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:00

Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een kosten-batenanalyse. Volgens het CPB moeten overheden terughoudend zijn bij maatregelen als het vergroten van strategische olievoorraden, het subsidiëren van biobrandstoffen of een verplichting aan stroombedrijven om een bepaalde reservecapaciteit aan te houden. De kosten zijn veelal hoger dan de baten. Een betere manier om met de risico’s om te gaan is te zorgen dat de markt goed werkt.

Uit cijfers van de federatie van Nederlandse energiebedrijven EnergieNed is vandaag gebleken dat het aantal storingen met 14 procent is toegenomen tot 16.727. In 2002 nam het aantal onderbrekingen met een vergelijkbaar percentage toe. EnergieNed schrijft de stijging vooral toe aan een betere registratie van de storingen.

Volgens de beheerder van de landelijke netten Tennet deed zich in het landelijke hoogspanningsnet geen enkele stroomstoring voor. „Hoogspanningsverbindingen gaan voor het overgrote deel door de lucht en hebben daardoor bijvoorbeeld geen last van graafwerkzaamheden.” Daarnaast is het hoogspanningsnet uitgevoerd met dubbele lijnen, waardoor de ene lijn de ander kan vervangen bij onderhoudswerk, aldus de organisatie.

Werkzaamheden in de grond treffen vooral de laagspanningsnetten, ook wel de haarvaten van het systeem genoemd. In deze leidingen vonden afgelopen jaar veruit de meeste onderbrekingen plaats: 87 procent van het totale aantal. Graafwerkzaamheden blijven de belangrijkste oorzaak. Omdat het daarbij om kleine storingen gaat, werden er per keer minder afnemers getroffen door een onderbreking in de energietoevoer. Een storing in de netten duurde vorig jaar gemiddeld wel wat langer dan in 2002. Gemiddeld hield een onderbreking 88 minuten aan. Dat is 4 minuten meer dan in het voorgaande jaar. Een afnemer heeft doorgaans eens in de drie jaar met een stroomstoring te kampen. Dat komt erop neer dat een klant gemiddeld dertig minuten per jaar geen stroom heeft. Dit gemiddelde is de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer