Tijdens een congres in het Italiaanse Merano (Zuid-Tirol) bleek donderdag dat telers in de 28 EU-landen komend najaar een kleine 12 miljoen ton appels en ruim 2,3 miljoen ton peren verwachten te oogsten. Dat is respectievelijk 4 en 3 procent minder dan in 2014, toen er sprake was van een grote oogst.

Gerritsen: „Dat biedt Nederlandse telers meer kansen bij de verkoop van hun fruit. Daar komt bij dat we met een bijna schone markt beginnen, omdat de appelvoorraad in Europa ook laag is. Peren zijn er al helemaal niet meer.”

Nederland kan onder meer profiteren van de kleinere appeloogst in Duitsland (-21 procent). Bovendien gaat volgens de NFO-voorzitter steeds meer fruit naar bestemmingen buiten Europa, zoals China, Brazilië en Noord-Afrika. Vorig jaar had met name de export van peren veel last van de Russische boycot. Die boycot geldt overigens nog steeds.

Aan voorspellingen over de prijs die het fruit straks voor de telers opbrengt, waagt Gerritsen zich niet. Die is onder meer afhankelijk van de grootte van de appels en de peren bij de pluk. Ook veranderend weer heeft altijd invloed op de kwaliteit van het fruit.

Of de Europese oogstraming gevolgen heeft voor de prijzen van appels en peren voor de consument, blijft afwachten. Daarvoor is het bijvoorbeeld ook van belang hoe de vraag zich internationaal ontwikkelt.