Pieter en Hetty Lalleman: We spreken meer over de gemeente dan over theologie
Pieter en Hetty Lalleman uit Londen spreken aan tafel niet altijd over theologische onderwerpen. „We zijn als Bijbelwetenschappers geen dogmatische diepgravers. We spreken veel meer over de gemeente waartoe we behoren en over Spurgeon’s College, waar we werken. Daar hebben we dezelfde studenten onder ons gehoor.”
Pieter en Hetty Lalleman hebben elkaar leren kennen in Utrecht. Ze studeerden beiden in de domstad. De ontmoeting vond echter niet plaats op de theologische faculteit. Pieter: „Destijds was de faculteit erg groot. Ze bevond zich in zo’n groot, onpersoonlijk gebouw dat mensen uit verschillende studiejaren elkaar niet kenden. Bovendien zaten we ook niet op dezelfde studentenvereniging.”
Pieter was toen kerkelijk dakloos en bezocht een van de twee baptistengemeenten in de stad. „Daar kwamen we elkaar tegen en trokken met elkaar op”, vertelt hij. „Maar het was geen liefde op het eerste gezicht. Pas na een jaar of twee sprongen er vonken over. Dat kwam onder andere doordat Hetty bijna drie jaar ouder is dan ik.”
Hetty: „Ik zag Pieter voor het eerst op een Bijbelstudiekring in de kerk. Hij had een Grieks Nieuwe Testament bij zich en ik dacht: Hé, die jongen kon weleens theologie studeren. Later deden we vrij veel samen in de kerk. Met evangeliseren stuurden ze ons samen op pad, en iedereen dacht dus dat we een stel waren. En wij maar zeggen: Nee hoor, echt niet…”
Geloof
Hetty was op het gymnasium heel bewust met het geloof bezig en wilde graag iets doen waarmee zij de Heere Jezus kon dienen, iets wat echt waarde zou hebben in Zijn Koninkrijk. „Zo groeide de overtuiging dat ik het liefst aan mensen het Evangelie wilde doorgeven, want ik zag dat dat het enige is waardoor mensen echt kunnen veranderen. Theologie bleek heel goed bij mij te passen, merkte ik toen ik begonnen was met de studie. Ik houd erg van talen en van geschiedenis. Het Hebreeuws vind ik een mooie taal en er zat ook genoeg geschiedenis in de opleiding.”
Hetty wist niet waar zij zou uitkomen qua beroep. „Ik was de eerste vrouw die aan het Baptistenseminarium studeerde. Dat deed je naast de opleiding aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Er waren geen vrouwelijke voorgangers. Inmiddels wel, maar er zijn nog steeds veel baptistengemeenten die daar grote moeite mee hebben.”
Hetty heeft altijd gedaan wat haar hand vond om te doen. „Heel veel vrijwilligerswerk bijvoorbeeld, zoals het helpen van asielzoekers aan kleding en meubels, bezoekwerk, werk met kinderen, schrijven van artikelen enzovoorts. Van 1983 totdat we naar Engeland verhuisden, heb ik op zaterdagen lesgegeven in het Oude Testament aan het Baptistenseminarium. Dat was aan studenten die op latere leeftijd nog predikant wilden worden. Verder heb ik tien jaar gewerkt aan mijn promotieonderzoek, ook toen we al een dochter hadden. Toen ze heel klein was, ging ze om zeven uur naar bed en Pieter was als predikant meestal ’s avonds weg. Ik ben een avondmens, dus veel gebeurde in de avonduren.”
Pieter en Hetty sloten hun studie beiden af met een promotie. Pieter was assistent-in-opleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen, wat in 1998 resulteerde in een proefschrift over de apocriefe Handelingen van Johannes. Hetty promoveerde aan Wycliffe Hall in Oxford op een studie over het boek Jeremia.
Op welke manier hebben jullie elkaar beïnvloed, gesteund en geïnspireerd?
Pieter: „Er is in ieder geval één heel duidelijke invloed: ik had al vrij vroeg de hoop dat ik zou kunnen promoveren. Daarmee heb ik Hetty aangestoken, die daar uit zichzelf niet zo mee bezig was. Uiteindelijk is zij een jaar eerder gepromoveerd dan ik.”
Als je ruim dertig jaar getrouwd bent, beïnvloed je elkaar volgens Pieter in allerlei dingen, „dus ook in theologisch opzicht.” Pieter: „Wij horen elkaar lang niet altijd preken doordat we vanwege ons werk niet altijd in dezelfde kerk zitten. Als Hetty mij hoort, vraag ik achteraf altijd om haar mening, en omgekeerd gebeurt dat ook. Van tevoren weet ik vaak wel waarmee zij bezig is, maar omgekeerd vertel ik haar zelden wat mijn tekst of onderwerp is.”
Hetty’s eerste boeken las Pieter helemaal door en hij leverde veel opmerkingen over de stijl. „Inhoudelijk had ik er zelden problemen mee. Maar tegenwoordig gaan er vaak dingen naar de drukker die ik niet gezien heb.”
Hetty: „Pieter schrijft zo veel artikelen en recensies dat ik dat niet eens bij kan houden.”
Spreken jullie vaak over (actuele) theologische kwesties? En zijn jullie het weleens oneens?
Pieter: „We zijn het bijvoorbeeld oneens over de doodstraf. Nou is dat geen typisch theologisch onderwerp, maar het ligt tussen ons wel behoorlijk gevoelig. We denken ook wat verschillend over de toekomst, de eschatologie dus, maar op dat punt begint Hetty langzaam mijn ideeën over te nemen. Verder spreken we wel over theologisch nieuws, maar we hebben weinig diepgaande gesprekken. Als Bijbelwetenschappers zijn we geen dogmatische diepgravers.”
Hetty: „We spreken meer over de gemeente waartoe we behoren en over Spurgeon’s College. Verder zijn we het over de praktijk van ons leven als christen behoorlijk eens, ook in ethische zaken – behalve de doodstraf dan. Maar gelukkig is dat niet zo actueel in Nederland en Engeland. Een van onze hobby’s is het bezoeken van Romeinse opgravingen. Dat ligt dicht naast een vak als theologie. Verder vinden we allebei de Elias van Mendelssohn prachtig.”
Op welke manier beïnvloedt jullie vak jullie privésituatie?
Pieter: „We werken aan hetzelfde college dus we spreken thuis veel over hoe het gaat op het werk. We kennen dezelfde studenten dus we praten ook over hen.”
Waar gaan de gesprekken aan tafel over? Wat kreeg bijvoorbeeld jullie kind mee van het beroep van de ouders?
Pieter: „Toen onze dochter drie was, keerde ze een stoel om, maakte er een kansel van en hield een kerkdienst voor haar poppen en knuffels. Zij heeft ons later een paar maal gevraagd of zij ook theologie moest studeren. Toen wij daar nee op zeiden, heeft ze er niet veel meer over gedacht voor zover wij weten, en ze is nu orthopedagoog. Wat wij belangrijk vinden, is dat zij en haar man heel bewust de Heere Jezus volgen.”
Hetty: „Onze dochter weet wel veel van theologie af en ze ziet het ook heel goed als er iets niet klopt in iemands theologie of preken. Toen ze een jaar of twaalf was, op oudejaarsavond, gingen we eens naar een kerkdienst in een andere kerk, waar de preek ons eerlijk gezegd niet zo heel bijzonder boeide. Toen we de kerk uitgingen, zei zij: Verbeeld ik het me nu of heeft die dominee in de tweede helft van de preek herhaald wat hij in de eerste helft ook al gezegd had? Precies raak dus…
In onze huidige situatie doen we eigenlijk nooit moeilijk over een eventuele scheiding tussen werk en privé. We hebben allebei veel plezier in ons vak en zijn er graag mee bezig. We vinden het fijn om boeken te schrijven en les te geven. Samen doen we ook evangelisatiewerk in onze gemeente en we hebben tijdens de Olympische Spelen in Londen evangelisatielectuur uitgedeeld bij stations in de buurt. Toen een student ons zo bezig zag, dacht hij: Als zij dat doen als docenten, moet ik het toch zéker doen als student.”
Jullie wonen al heel wat jaren in Londen. In hoeverre is het leven van een theologenechtpaar in zo’n metropool anders dan in Nederland?
Pieter: „Heel anders. In Nederland waren wij tamelijk bekend binnen de Unie van Baptistengemeenten, want dat is een klein kerkgenootschap. Hier in Engeland zijn er veel meer baptisten, zodat wij tamelijk anoniem blijven. Op het persoonlijke vlak: Londen is een enorm grote stad met heel mooie gedeelten, maar ook met veel oude, vieze wijken en veel armoede. Het leven is hier zowel boeiend als vermoeiend.”
Hetty: „Londen is een wereld op zichzelf en verschilt heel veel van de plaatsen in Nederland waar wij hebben gewoond. Ik denk niet dat het veel uitmaakt voor ons als theologenechtpaar. Wel heb ik hier veel positieve voorbeelden gezien van vrouwen die in de gemeenten dienen, ook in gemeenten die voor het grootste deel uit Afrikanen of Jamaicanen bestaan. Ik ben erg enthousiast over wat ik hier gezien heb van de kerk, vooral wat missionaire initiatieven betreft.”
zomerserie Theologenechtpaar
Theologenechtparen vertellen over hoe een huwelijk tussen twee theologen eruit ziet. Waar praten ze over aan tafel? Hoe bezien ze hun plaats in huis én in de kerk? Deel 4: Pieter en Hetty Lalleman
Pieter en Hetty Lalleman
Pieter Lalleman (1960) studeerde theologie in Utrecht. Hij was vijf jaar predikant van de baptistengemeente te Coevorden. Hij doceerde Nieuwe Testament aan de Evangelische Hogeschool en aan het Seminarium van de Unie van Baptistengemeenten. Sinds 2000 doceert Lalleman aan Spurgeon’s College, een theologische opleiding en voorbereidende opleiding op het predikantschap in Londen, en sinds 2002 leidt hij daarnaast de vakgroep Nieuwe Testament. Hij heeft verschillende publicaties op zijn naam staan.
Hetty Lalleman (1957) studeerde theologie in Utrecht. Sinds 2000 woont ze in Londen met haar man en doceert Oude Testament aan Spurgeon’s College. Van haar hand verscheen recent ”Is dit onze Vader? Waarom ik van de God van het Oude Testament houd”. Verder schreef ze boeken over ethiek in het Oude Testament en twee commentaren op Jeremia.
Het echtpaar kreeg één dochter, Marieke (1989), en heeft één kleinkind, Anna.