De rechtbank oordeelde dat DNB de verzekeraar een boete van 22.800.000 euro terecht had opgelegd. De eis om de financieel directeur heen te zenden werd door de rechtbank echter geschorst en droeg DNB daarbij op een nieuw besluit te nemen. Roozen mocht hangende dat besluit voorlopig wel aanblijven.

DNB liet eind vorig jaar weten dat Delta Lloyd een boete moest betalen, omdat de verzekeraar misbruik zou hebben gemaakt van voorkennis over een aanpassing van de rekenrente. Het financiële voordeel dat daardoor werd behaald, geschat op 21,6 miljoen euro, zou Delta Lloyd moeten inleveren. Daar kwam een boete van 1,2 miljoen euro bovenop.

Ook vond toezichthouder DNB Roozen niet langer geschikt voor zijn functie als bestuurder van Delta Lloyd en eiste zijn vertrek per 2016. Over het handelen van Roozen rondom de invoering van de nieuwe rekenrente oordeelt de rechtbank dat DNB zich terecht op het standpunt stelt dat dit relevant is voor de geschiktheid van Roozen en daaraan afbreuk doet.

Delta Lloyd voert echter volgens de rechtbank terecht aan dat het verwijt dat DNB in dit verband aan Roozen maakt minstens zozeer raakt aan zijn betrouwbaarheid als aan zijn geschiktheid. „DNB is van mening dat de betrouwbaarheid van Roozen buiten twijfel staat”, stelt de rechtbank vast. Heenzending wegens ongeschiktheid uitsluitend vanwege zijn handelen rondom de invoering van de rekenrente ligt daarom niet zonder meer in de rede, concludeert de rechtbank.

De rechtbank heeft de boete met 120.000 euro gematigd omdat DNB een aantal stukken te laat in de procedure aan Delta Lloyd heeft verstrekt. Het totale boetebedrag komt daarmee uit op 22.680.000 euro.

Eerder op maandag maakte Roozen bekend „in het belang van de vennootschap” per direct op te stappen. Ook de voorzitter van de raad van commissarissen, Jean Frijns, gaat weg bij het concern. Zowel Delta Lloyd als DNB gaan niet in beroep tegen het vonnis van de rechtbank.