Kerk & religie

Verzoening

Numeri 16:48b

J. C. Philpot
30 July 2015 07:08Gewijzigd op 15 November 2020 20:45

„Alzo werd de plaag opgehouden.”

Een priester is te herkennen aan een offer. Bij het offer gaat het om drie partijen: een schuldig overtreder voor wie het slachtoffer geofferd wordt, een heilig God aan Wie de verzoening gebracht wordt, en een priester die als middelaar tussen God en de zondaar zal staan en die het vereiste slachtoffer zal opofferen.

Wij zien dit alles treffend vertoond toen de kinderen Israëls zondigden door te murmureren tegen de Heere, omdat Hij Korach, Dathan en Abiram verdelgde. De kinderen Israëls waren de schuldige overtreders. De Heere God van Israël was Degene tegen Wie zij hadden gezondigd. Terwijl Aäron reukwerk offerde en een verzoening voor het volk aanbracht, was hij als priester de voorbeeldige Middelaar. Als zodanig stond hij tussen de doden en de levenden, en de plaag hield op (Numeri 16:48).

Zo zijn wij –zoals wij dat door smartelijke ondervinding weten– schuldige zondaars voor God. Hij is, in al de volmaaktheden van Zijn rechtvaardigheid, reinheid en heiligheid, en Zijn toorn tegen de zonden, volmaakt. Hij is in Zijn onbuigzaam besluit om de schuldige geenszins onschuldig te houden onze volmaaktste en rechtvaardigste Rechter. Onze aanbiddelijke Heere, de Zoon van God in onze natuur –Immanuël, God met ons– is de Middelaar, de enige Middelaar, tussen God en ons. Hij heeft –als onze Hogepriester– een slachtoffer, ja Zichzelf als een verzoening van onze zonden opgeofferd.

J. C. Philpot, predikant te Stamford (”De grote Hogepriester over het huis Gods”, 1862)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer