Geesteswerk
1 Johannes 2:27a
„En de zalving die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u…”
Zonder de onderwijzing van de Heilige Geest is er geen levend geloof in Hem, geen zoete gemeenschap met Hem, geen tere en hartelijke liefde jegens Hem. Zijn dit niet de kenmerken die in het bijzonder het levende huisgezin van God onderscheiden van hen die dood zijn in zonden en dood in belijdenis?
Kennis van alleen de letter van de waarheid kan zulke zalige aandoeningen niet meedelen die de ziel van een kind van God verwarmen, vertederen, versmelten en verlevendigen, onder de gevoelige kracht en invloed van de Heilige Geest. Zij kan zo’n geloof niet scheppen dat hem een bevestigde gemeenschap met Jezus geeft. Zij kan niet zo’n hoop geven die elke begeerte van het hart binnen het voorhangsel voert. Zij kan zo’n droefheid naar God over de zonde niet brengen die hem van zichzelf doet walgen en schuwen in stof en as. Zij kan zo’n liefde niet in het hart uitstorten die hem de Heere uit een rein hart vurig doet liefhebben.
Deze gezegende en heilige Onderwijzer bereidt eerst het hart, door ons diep en krachtig te overtuigen van onze behoefte aan Hem als ons alles in alles.
J. C. Philpot, predikant te Stamford
(”De grote Hogepriester over het huis Gods”, 1862)