Binnenland

Museum More in Achterhoek biedt onderdak aan Nederlandse realisten

De Achterhoek heeft er sinds mei een publiekstrekker bij. Museum More opende zijn deuren in Gorssel, nabij Deventer. Een nieuw gebouw biedt onderdak aan niet minder dan 1200 kunstwerken van Nederlandse realisten.

20 July 2015 21:58Gewijzigd op 15 November 2020 20:34
Charley Toorop, Bloeiende boom, 1943, c/o Pictoright 2015.
Charley Toorop, Bloeiende boom, 1943, c/o Pictoright 2015.

Met namen als Carel Willink, Jan Mankes, Pyke Koch en Raoul Hynckes is More het grootste museum voor Nederlands modern realisme, vandaar ook: More. Het herbergt de collectie van Hans Melchers, die de verzameling verwierf uit het faillissement van DS Art BV, de artistieke tak van het Scheringa-imperium.

In 2009 zou de kunst van DS Art naar de veiling gaan. Onherroepelijk zou daarmee de collectie uit elkaar vallen. Voor Hans Melchers, initiatiefnemer van More, was dat geen optie. Hij kocht daarom het vaderlandse deel van de collectie, die eerder te zien was in het museum van Scheringa in Spanbroek.

Dat Melchers alleen het Nederlandse werk kocht, was volgens Ellen van Slagmaat van More een bewuste keuze. „Het is het sterkste deel van de collectie. Het buitenlandse werk had minder samenhang.”

Compleet

Kunsthistorici vinden die keuze wellicht onbegrijpelijk, omdat daarmee ook schilderijen van de inspirators van de Nederlandse realisten verdwenen. Zoals werk van René Magritte, Paul Delvaux en Giorgio de Chirico. Maar het overzicht in Gorssel is desondanks zeer compleet. Juist omdat van nagenoeg alle kunstenaars meerdere werken te zien zijn.

Charley Toorop (1891-1955), bekend van haar indringende zelfportretten, is bijvoorbeeld vertegenwoordigd met dertien werken. Zij neemt een bijzondere plaats in binnen de Nederlandse kunstwereld van voor de Tweede Wereldoorlog. Als gescheiden moeder van drie kinderen, die ze voornamelijk door anderen liet opvoeden, bevocht ze haar plek in de mannenwereld. Ook moest ze zich artistiek bewijzen ten opzichte van haar vader, de beroemde kunstenaar Jan Toorop.

Charley Toorop, die voornamelijk portretten en mensengroepen op het doek zette, ontwikkelde een eigen stijl. Ze schilderde harder, scherper en minder gedetailleerd dan haar neorealistische tijdgenoten.

Minitentoonstelling

In de openingstentoonstelling ”Scherp kijken” heeft elke kunstenaar een eigen plek gekregen. Elk overzicht is een minitentoonstelling op zich, precies zoals artistiek directeur Ype Koopmans het voor zich zag. Bezoekers wandelen door zeven ruime, lichte zalen in chronologische volgorde door de realistische kunst. Opvallend zijn de ramen in de zalen die, anders dan in de meeste musea, niet worden afgeschermd met screens tegen lichtinval,

Het voormalig gemeentehuis van Gorssel uit 1914 is de basis van het museum. Hans van Heeswijk architecten breidde het uit met een paviljoenachtig gebouw. Van Heeswijk is inmiddels een echte museumarchitect, hij verbouwde eerder het Mauritshuis in Den Haag en de Hermitage Amsterdam.

Grondlegger Melchers koos de Achterhoek voor zijn museum. „Hij wil iets terugdoen voor deze regio, waarin hij met veel plezier woont”, zegt Van Slagmaat. Die plek blijkt een schot in de roos. Het museum mag dagelijks zo’n 550 bezoekers verwelkomen en de teller staat, anderhalve maand na de opening, al op 17.000.

Realistische kunst uit het interbellum vormt de kern van de collectie. Willink, Hynckes, Koch, Wim Schuhmacher en Dick Ket duidt het museum aan als ”de grote vijf van het neorealisme”. Daarnaast toont More tijdgenoten zoals Toorop en Van Tongeren. Op de bovenste verdieping is de collectie aangevuld met hedendaags realisme van onder anderen Busschers en Killian en fotografie van bijvoorbeeld Olaf.

Grootmeester

Willink blijkt geliefd bij de bezoekers. Twee oudere stellen vragen specifiek naar de werken van de kunstenaar. „U hebt toch veel Willinks in de collectie? In welke zaal zijn die te zien?” Willink (1900-1983) wordt ook wel de grootmeester van het magisch realisme of neorealisme genoemd. Zijn werk is wars van alledaagsheid. Geïnspireerd op het werk van De Chirico maakte hij desolate straten, pleinen en parken. Willink was goed thuis in de kunst, hij bestudeerde oude meesters zoals Hans Holbein en Johannes Vermeer.

Topfiguren zoals Freddy Heineken en koningin Juliana lieten zich door Willink portretteren. Kunstcritici raakten echter uitgekeken op zijn werk. Na de oorlog was het tijd voor vernieuwing met een stroming zoals Cobra. Desondanks hield hij vast aan zijn eigen stijl, maar met een nieuwe draai. Willink voegde vervreemdende elementen toe aan zijn landschappen, zoals exotische dieren, schedels en graven. De grote doeken die hij in de laatste jaren van zijn leven maakte, zijn duister en dreigend met beelden zoals kerncentrales en atoomexplosies. Ze tonen de teloorgang van de beschaving in onze wereld, zei de maker erover. Dat beeld roept ”Einde der wereld” in More ook wel op, ja.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer