Na 100 jaar erkenning voor genocide Namibië
Honderd jaar geleden vermoordden Duitse troepen in de toenmalige kolonie Namibië tienduizenden Herero’s en Nama’s. Nu lijkt erkenning van dat leed er eindelijk te komen.
Duitse soldaten sloten 25 Herero’s in een kooi op, gooiden petroleum erover heen en staken een vuur aan, vertelde een ooggetuige. Een ander verhaalde hoe een soldaat een baby’tje van ongeveer negen maanden in de lucht gooide en op een bajonet prikte.
„De Herero’s werden opgejaagd als dieren en in kampen opgesloten, maar daar heeft niemand het vandaag meer over”, klaagt Israel Kaunatjike, een nakomeling van overlevenden. Honderd jaar geleden woedde in Namibië, de toenmalige kolonie Duits-Zuidwest-Afrika, een oorlog die tienduizenden Afrikanen het leven koste. Duitse troepen roeiden de Herero- en Namastammen bijna geheel uit.
De Duitse regering heeft tot nu toe echter nooit excuses aangeboden, noch de misdrijven officieel een genocide genoemd. Sinds jaren vechten mensen als Israel Kaunatjike voor de erkenning van hun leed. Nu lijkt die er eindelijk te komen.
De Duitse regering wil de misdrijven nu genocide noemen en werkt samen met de Namibiërs aan een verklaring. „De vernederingsoorlog in Namibië tussen 1904 en 1908 was een oorlogsmisdaad én genocide”, stelt de bondsregering sinds vorige week. Deze zin is bovendien de basis voor onderhandelingen over een gezamenlijke herinneringscultuur, maakte Martin Schäfer, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, in Berlijn duidelijk. Of Duitsland ook excuses aanbiedt, zoals de Namibiërs dat willen, is echter nog niet duidelijk.
Holocaust
De misdrijven hadden na 1904 plaats. De Herero’s en Nama’s waren steeds meer land kwijtgeraakt sinds hun land in 1884 een Duitse kolonie was geworden. Ze werden als werknemers uitgebuit, tot ze zich in 1904 tegen de koloniale macht begonnen te verzetten. De Duitse generaal Lothar von Trotha gaf op 2 oktober 1904 opdracht om de opstand neer te slaan.
„De Herero’s zijn geen Duitse onderdanen meer”, aldus een verklaring van de generaal. „Binnen de Duitse grens wordt elke Herero, met of zonder wapen, met of zonder vee, doodgeschoten.” In de vier jaren daarna werd 80 procent van de Herero’s gedood. Van de 80.000 mensen overleefden er slechts 15.000.
Wetenschappers zijn het over de bestempeling van de massaslachting als genocide eens. „Wat in Duits-Zuidwest-Afrika na 1904 gebeurde was genocide”, zegt Medardus Brehl, genocideonderzoeker aan de Ruhr-Universität Bochum, onomwonden. „Het verschil met latere volkerenmoorden in de geschiedenis is dat er geen lang van tevoren uitgewerkt plan bestond.”
De gebeurtenissen in Afrika dienden dan ook niet als voorbeeld voor de Holocaust, zei Brehl tegen persbureau EPD. Ze hebben echter wel impact gehad: „Vanaf dat moment was duidelijk: zo’n onderneming is mogelijk, politiek haalbaar en kan maatschappelijk goedgepraat worden.”
Decennialang werd er echter over gezwegen. Pas in 2004, bij een herdenkingsdienst honderd jaar na de bewuste gebeurtenissen, vroeg de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking, Heidemarie Wieczorek-Zeul, publiekelijk om vergiffenis. Een officiële verontschuldiging zat er echter niet in.
Motie
In 2012 gooide Frank-Walter Steinmeier, toen fractievoerzitter van de oppositie, de knuppel in het hoenderhok en vroeg om erkenning van de misdrijven als genocide. De motie werd echter in het parlement afgekeurd. Volgens de regering kon er geen sprake zijn van volkerenmoord omdat de genocideconventie in Duitsland pas in 1955 in werking trad en niet achteraf kon worden toegepast.
Genocide, van het Griekse woord ”genos” (stam) en het Latijnse ”cide” (doden), werd pas in 1948 door die internationale conventie als een strafbaar feit bestempeld.
Historicus Jürgen Zimmer noemt dat argument in een interview met de zender n-tv „onzin”, omdat dan ook de Holocaust niet als zodanig zou mogen worden bestempeld. Volgens sommigen wilde Duitsland de genocide in de toenmalige kolonie simpelweg niet erkennen om niet voor terugbetalingen en smartengeld aansprakelijk te zijn.
Genocidedeskundige Brehl denkt echter dat de vrees voor schadevergoedingen slechts een ondergeschikte rol speelde. Volgens hem was het motief vooral dat de Holocaust niet gerelativeerd mocht worden.
Het woord ligt gevoelig in Duitsland, en was gereserveerd voor dé Duitse genocide. Daarom heeft het ook zo lang geduurd voordat de Armeense genocide werd herkend. Pas sinds april –en na jarenlang getouwtrek– sprak de bondsregering in dat geval officieel van volkerenmoord. De herkenning van de massamoord in de toenmalige kolonie in Afrika is nu een logische stap.
Frank-Walter Steinmeier, die in 2012 de motie indiende, is inmiddels minister van Buitenlandse Zaken. Zijn woordvoerder verklaarde vorige week, wellicht ten overvloede, dat Steinmeier de misdrijven wél als genocide beschouwt.