Priesterschap
Psalm 110:4b
„Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.”
De oorsprong van het priesterschap lag in het plan Gods van alle eeuwigheid. Het hele levitische priesterschap waaruit wij onze denkbeelden over het priesterambt bijeenbrengen was slechts een type en beeld van Christus. Tot Hem zei God: „Gij zijt Priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek.” Hij was het Lam Dat geslacht is van de grondlegging der wereld (Openbaring 13:8).
Maar wat betreft haar instelling, die wij haar oorsprong kunnen noemen, toen deze verborgen voornemens van God eerst aan het licht kwamen, mogen wij de hof van Eden aanmerken als de plaats waarin het ambt van priester ingesteld werd.
Het was in de eerste belofte deugdelijk aangekondigd. Het zaad der vrouw wees op de mensheid van Jezus, zoals de vermorzelde verzenen Zijn lijden voorspelden en de vermorzelde kop van de slang de overwinning verkondigde die daardoor over de zonde en de satan zou worden verkregen. Offeranden zijn bij het priesterschap verwezenlijkt. Ja, zo dat het een erkende grondstelling is dat waar geen offer is, ook geen priester is. Zo redeneert de apostel: want iedere hogepriester wordt gesteld om gaven en slachtofferen te offeren, waarom het noodzakelijk was dat ook deze iets had wat Hij zou offeren (Hebreeën. 8:3).
J. C. Philpot, predikant te Stamford
(”De grote hogepriester over het huis Gods”)