De koopzondag houdt de gemoederen in Ede bezig. Een kleine raadsmeerderheid maakt dankbaar gebruik van een verschil in referendumuitslag tussen de verschillende delen van Ede. De kern is voor, de dorpen zijn tegen.

Een groot deel van de inwoners reageert geschokt op het feit dat Ede meer koopzondagen krijgt, terwijl een meerderheid van de inwoners tegen is. Prof. dr. Rinus van Schendelen, hoogleraar politicologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, ziet „geen juridische problemen.”

Een raadsmeerderheid legt de uitslag toch naast zich neer?

„De raadsmeerderheid legt het referendum niet naast zich neer, maar kijkt gedifferentieerd. Ede levert maatwerk voor de kern en de dorpen. Dat is legitiem. Voor christenen is dit niet leuk, maar moslims moeten ook weleens wat slikken.”

Maar is dit netjes?

„Juridisch is het correct. Uitsplitsen van de uitslag naar postcode wordt een ratjetoe. Als de verwerking van de uitslag niet al te getruukt overkomt, is het niet illegaal. Van gedoe wordt niemand beter, maar dit is democratie.”

Een groot deel van Ede voelt zich in de kou staan.

„De meerderheid moet altijd rekening houden met de minderheid. Het is passen en meten. Edenaren moeten daar samen uitkomen.”

De geloofwaardigheid van de politiek loopt een forse deuk op.

„Bij de christelijke partijen is het prestige van de politiek iets gedaald, bij de niet-christelijke iets toegenomen. Je kunt besluiten nooit alleen principieel bekijken, je moet ook pragmatisch zijn.”

Is dit nu een schoolvoorbeeld van hoe referenda moeten functioneren?

„Het probleem is dat we geen deugdelijke referendumwet kennen. Iedereen verzint naar believen referenda. Dáár moet de politiek iets aan doen.”