Prof. Kennedy: Student moet lanterfanten
RIJSSEN. Wat is de meest geëigende taak van een student? „Lanterfanten!” aldus prof. James Kennedy donderdag tijdens de zomerconferentie van de CSFR, in Rijssen.
De aan de Universiteit van Amsterdam verbonden historicus licht toe wat hij met dat lanterfanten bedoelt: „Studenten zullen zich –vrij van de beslommeringen om het levensonderhoud– op lanterfanterachtige wijze diepgaand en intensief bezighouden met bezinning op de aard van de wetenschap.”
De universiteit is een typisch christelijke uitvinding, stelt Kennedy in zijn lezing ”Roeping in de universiteit”. Bij de meeste universiteiten herinnert alleen het logo met christelijke tekst nog aan dat verleden.
Doordat universiteiten zich in toenemende mate ontdeden van hun christelijk karakter, ontstond bij behoudende christenen angst voor de universiteiten. Die argwaan zorgde in fundamentalistische kringen in de VS en in reformatorische kringen in Nederland voor een gespleten situatie, aldus de hoogleraar. In die kringen was alleen een roeping nodig voor de theologiestudie als men predikant of zendeling wilde worden.
Hiertegenover stelt prof. Kennedy dat iedere christelijke student de studie als een roeping moet zien. Dan blijkt ook meteen dat studie meer is dan alleen een opleiding voor een baan. „Tijdens de universitaire studie is kritisch denken en de ethische reflectie op wetenschap belangrijk.”
In dit verband citeert hij Andrew Delbanco, die ”loafing” (lanterfanten) als belangrijkste bezigheid voor studenten ziet. Dat is misschien wel het grootste probleem van de huidige universiteiten, vindt de historicus. Het rendementsdenken leidt tot een prestatiedwang die funest is voor deze bijzondere vorm van lanterfanten.
Ook het lezen van goede boeken is volgens Kennedy wezenlijk voor de studietijd. „Juist in boeken worden de grote ideeën gelanceerd. Zowel het lezen van diepgravende boeken alsook het bediscussiëren ervan met medestudenten is cruciaal voor de vorming van studenten.”
Kennedy, die in oktober rector van het University College Utrecht wordt, ziet de universiteit als een belangrijke plaats van ontmoeting en gemeenschap. Daaronder vallen niet alleen intellectuele vriendschappen tussen studenten onderling. Uit onderzoeken blijkt dat studenten mentors als het meest vormend hebben ervaren. Volgens Kennedy zouden juist christelijke studenten door goede mentors begeleid moeten worden.
De ideale universiteit is voor Kennedy een soort kloostergemeenschap. „In de universiteit zou ook plaats moeten zijn voor gezamenlijk gebed en de lofzang. De universitaire studie in een liturgische vormgeving gegoten, dat zou het beste zijn.”