Volgens Herwin Loman, China-econoom van Rabobank, zijn de gevolgen voor de Nederlandse markt in eerste instantie gering. „De Chinese problemen zijn voornamelijk een binnenlandse aangelegenheid. Buitenlandse beleggers zijn nog nauwelijks actief op de Chinese aandelenmarkten”, vertelt de econoom.

Onder Chinese investeerders is de onrust een stuk groter. De snelle daling van de aandelenkoersen komt na maanden van enorme groei. Veel beleggers zijn tijdens die periode ingestapt en zien de waarde van hun effecten in rap tempo dalen. Het gevolg is dat ze de aandelen weer willen lozen, wat zorgt voor een zelfversterkend effect.

Nederlandse bedrijven die naar het land exporteren zouden wel effecten kunnen merken, denkt Loman. „Europa is nog altijd de grootste afzetmarkt voor Nederlandse bedrijven, maar de export naar China is de afgelopen tien jaar wel hard gestegen. De dalende economische groei en sterke daling van de beurzen zou de consumptie in het land kunnen drukken.”

De Chinese overheid probeert, voorlopig zonder succes, uit alle macht de koersdaling de kop in te drukken en het risico op een crisis te verkleinen. Onder andere door meer geld in de markt te pompen en door beursgangen en nieuwe aandelenuitgiftes voorlopig te verbieden wil de overheid het vertrouwen van beleggers terugwinnen. Bovendien is de handel in aandelen van bijna 1400 bedrijven inmiddels bevroren.

Volgens Loman speelt op de langere termijn ook het vertrouwen dat de Chinese burgers hebben een grote rol. „Chinezen hebben over het algemeen een groot vertrouwen in hun overheid, die momenteel een heel riskant spel speelt met de getroffen maatregelen. Als de geloofwaardigheid van de overheid wegvalt is de kans op een crisis een stuk groter.”