Negen regio’s hadden vorig jaar te maken met een krimp van de bevolking. Dat zijn er zeven minder dan het voorgaande jaar. „De omslag van krimp naar groei in die regio’s komt door de toegenomen immigratie van asielzoekers. Dit ondanks dat veel jongeren de krimpregio’s blijven inruilen voor steden”, aldus het statistiekbureau.

In alle regio’s kwamen vorig jaar meer mensen uit het buitenland erbij dan dat er vertrokken, behalve in Twente en een deel van Zuid-Holland. Vooral twee noordelijke regio’s, die al jaren op rij te maken hebben met bevolkingskrimp, kregen veel nieuwe inwoners uit het buitenland. In Oost-Groningen kwamen er meer dan vijftien inwoners per duizend bij door buitenlandse migratie. Hierdoor sloeg de aanzienlijke bevolkingskrimp van 2013 om in een lichte bevolkingsgroei.

Voor krimpregio’s met een of meer asielzoekerscentra, zoals Oost-Groningen, bestond de immigratie vorig jaar voor bijna driekwart uit mensen uit Syrië, Eritrea en Somalië. Ook in andere regio’s met asielzoekerscentra, zoals Zuidwest-Overijssel en Delfzijl en omgeving is ruim de helft van de immigranten afkomstig uit landen waar veel asielzoekers vandaan komen.

De meeste asielzoekers blijven slechts korte tijd in een asielzoekerscentrum. Daarna emigreren ze of gaan ze elders in Nederland wonen, afhankelijk van de behandeling van hun aanvraag.

De negen regio’s waar de bevolking krimpt liggen voornamelijk aan de rand van Nederland. Dat komt vooral doordat jongeren naar de Randstad trekken vanwege werk of opleidingsmogelijkheden. „Steeds meer stellen met kinderen blijven vervolgens in de stad wonen door onder meer de aanwezige voorzieningen en de combinatie van werk en privé”, aldus het CBS.

Ook het aantal sterfgevallen, dat in de meeste krimpregio’s groter is dan het aantal geboorten, draagt bij aan de krimp.