Analyse: Europese politiek nu aan zet; leiderschap gevraagd
BRUSSEL. De Grieken hebben gesproken. Een ruime meerderheid wil een einde maken aan het saneringsbeleid. Het resultaat van het referendum duwt Europa in een crisis. Hoe verder? Niemand weet het. Leiderschap gevraagd.
De eurozone bevindt zich op onbekend terrein. Voor de huidige situatie zijn geen spelregels voorhanden. Ze is uiterst ondoorzichtig en gecompliceerd. Door de uitslag van zondag wordt het allemaal nog lastiger. Over het verdere verloop van het Griekse drama valt dan ook weinig te voorspellen. Er wacht een spannende week.
Premier Alexis Tsipras roept dat de democratie, door de inzet van het ultieme instrument van de volksraadpleging, heeft gezegevierd. Hij vergeet daarbij dat de problemen niet een nationale, maar een Europese aangelegenheid zijn; en alleen de Griekse burgers hebben hun mening mogen geven. Een oordeel van de mensen in het eurogebied als geheel was ongetwijfeld anders uitgepakt.
De bevolking in de noodlijdende natie heeft in feite afstand genomen van Europa. Tegen die achtergrond zou een Grexit, een uittreden uit de monetaire unie, het meest voor de hand liggen. Maar niemand voelt daar voor. De Grieken zelf willen de euro, ondanks de voor hen pijnlijke aanpak vanuit Brussel in de voorbije jaren, toch wel graag behouden, en de rest van het continent huivert voor de gevolgen van een breuk. De muntunie is dan immers niet langer een onomkeerbaar project en boet daarmee in aan geloofwaardigheid. Als Griekenland uitstapt, waarom zou dan op enig moment met een andere partner niet hetzelfde kunnen gebeuren?
Athene koerst aan op nieuwe onderhandelingen. Het heeft maandag minister van Financiën Varoufakis geslachtofferd om de sfeer aan de vergadertafel te verbeteren. Maar is de regering van Syriza ook bereid tot inhoudelijke concessies? Zij ervaart de stellingname van de kiezers als een steun in de rug om juist niet te buigen voor de eisen van de internationale crediteuren.
Van de andere kant kunnen de overige eurolanden eveneens weinig bieden. Zoals gezegd, als het referendum aan heel Europa was voorgelegd, zou het resultaat vast en zeker anders luiden. Burgers en parlementen gunnen de regeringen weinig ruimte om toegeeflijker te zijn.
Toch is het niet ondenkbaar dat er iets op tafel komt op het punt van schuldverlichting: versoepeling van de verplichtingen op het gebied van rente- en aflossingsbetalingen. In een ambtelijk rapport van het IMF, dat vorige week verscheen, wordt daarvoor gepleit. Tot grote vreugde van Athene uiteraard.
In ieder geval liggen er dagen met onvoorspelbare ontwikkelingen in het verschiet. Zo is onzeker of de Griekse banken overeind blijven. Zonder steun van de Europese Centrale Bank (ECB) lukt dat niet. Maar de monetaire bestuurders in Frankfurt zullen waarschijnlijk niet de geldkraan dichtdraaien zolang de politiek niet heeft gesproken.
Dat staat vast: die is nu eerst aan zet. De Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president François Hollande nemen daarbij de regie in handen. Zij zullen elkaar vandaag ontmoeten om uitgebreid over de crisis te beraadslagen. In het verleden bleek het rond de Griekse problemen ook steeds nodig dat om te beginnen de twee toonaangevende Europese landen op één lijn kwamen.
De eurogroep staat even op de achtergrond. In technische zin, over bezuinigingen, pensioenen, belastingverhogingen, schuldreductie en dergelijke cijfermatige zaken, valt er voorlopig niets te onderhandelen. Eerst dient er een gemeenschappelijk politiek antwoord te worden gegeven op de actuele stand van zaken: welke kant gaan we op, verder praten of niet?
Dat antwoord moet klinken op het hoogste niveau, dat van de regeringsleiders. Die hebben inmiddels dan ook besloten tot een extra top, die morgenavond in Brussel plaatsvindt. Dan zullen we zien of Europa (min Griekenland) nog steeds met één stem spreekt. Tegen die achtergrond is heel belangrijk wat vandaag in Parijs het spoedoverleg tussen Merkel en Hollande oplevert.