Kerk & religie

Hus’ verzet om de waarheid

De kerkhervormer Johannes Hus is een grootheid in Tsjechië. Zijn standbeeld staat op het centrale plein in de hoofdstad Praag en alle kinderen hebben vrij op zijn sterfdag, dit jaar zes eeuwen geleden. Voorbijgangers weten wel wie hij is: „een verzetstrijder.”

Maarten Stolk

6 July 2015 08:45Gewijzigd op 15 November 2020 20:15
Johannes Husmonument op het Oudestadsplein in Praag. beeld Fotolia
Johannes Husmonument op het Oudestadsplein in Praag. beeld Fotolia

Hus zal zich er maar ten dele in hebben herkend. Het ging de Boheemse theoloog eigenlijk vooral om de hervorming van de kerk, om het Woord van God weer bij de mensen te brengen. Zijn verzet tegen de paus en de misstanden in de kerk kwamen hem duur te staan. Hus werd op 6 juli 1415 in de Zuid-Duitse stad Konstanz als ketter verbrand.

Het monumentale standbeeld van Johannes Hus, midden op het Oudestadsplein in Praag, laat echter geen martelaar zien. Het is eerder een zelfbewuste predikant die het volk oproept tot verzet. Hij geeft liever zijn leven op dan zijn overtuiging, en zo lijken de beelden van de zegevierende hussieten en protestantse ballingen naast Hus er ook over te denken. Een jonge moeder symboliseert de nationale wedergeboorte. Op het voetstuk staat een citaat van Hus: „De waarheid overwint.” Welke waarheid dat dan is, wordt in het midden gelaten.

Toen het herdenkingsmonument in 1915 werd onthuld –het was de vijfhonderdste sterfdag van de Tsjechische hervormer– waren de machthebbers dan ook niet echt gelukkig met de beeldengroep. Praag maakte toen deel uit van het Oostenrijkse keizerrijk, en de Habsburgers weigerden het monument officieel in te huldigen. Uit protest bedolven de inwoners van Praag het monument onder de bloemen. Sindsdien is het standbeeld van Johannes Hus een symbool van verzet.

Preken

Johannes Hus werd omstreeks 1370 geboren in het dorpje Husinec, in het zuiden van Bohemen. Vanaf zijn zestiende bezocht hij de Karelsuniversiteit in Praag, waar hij zich specialiseerde in de grammatica, filosofie en theologie. Hus is waarschijnlijk de auteur van het anonieme traktaat ”Orthographia Bohemica”, dat zorgde voor een eenduidige spelling van de Tsjechische taal. Hij vertaalde ook de Bijbel in de volkstaal.

Hus beklom snel de maatschappelijke en kerkelijke ladder. Hij werd rector van de universiteit en diende als priester en prediker verschillende kerken in Praag.

Een daarvan is de Bethlehemkapel. Het huidige gebouw is grotendeels een kopie van de veertiende-eeuwse kerk, waar Hus tussen 1402 en 1413 in het Tsjechisch preekte. Onder invloed van de Engelse hervormer John Wycliffe (ca. 1331-1384) bestreed Hus allerlei misstanden in de kerk van Rome, zoals de verwereldlijking van de geestelijkheid, de aflaathandel, het pauselijk gezag en de kerkelijke hiërarchie. „De Praagse brug stort nog eerder in dan dat een Praagse bisschop op een heilige manier wordt gekozen”, schreef Hus ergens.

Hij preekte vaak in de Bethelehemkapel: in ieder geval twee keer per zondag en doordeweeks, op heiligendagen, een of twee keer. In de vastentijden en tijdens advent beklom hij zelfs dagelijks minstens eenmaal de kansel. Uit de zogenoemde Bethlehempreken (”Sermones in Bethlehem”) die bewaard zijn gebleven, blijkt dat hij jaarlijks ongeveer 280 preken moet hebben gehouden.

De naam Bethlehemkapel doet vermoeden dat het om een klein gebouw gaat, maar er pasten in Hus’ tijd tot wel 3000 mensen in, zegt een gids. Evenveel als in de toenmalige kathedraal in de Praagse burcht. Ze wijst naar de houten kansel. Die is nieuw, maar het stenen poortje dat er naartoe leidt is authentiek, evenals de traptreden. „Daar heeft Johannes Hus dus gelopen.”

Op de wanden zijn fresco’s aangebracht over het leven van Hus. Een tekening toont de Praagse prediker die zijn volgelingen in de Bethlehemkapel toespreekt. Op de zuidelijke muur staan teksten uit zijn geschrift ”Over de zes dwalingen” uit 1410.

Drie pausen

Wie bepaald niet blij was met de hervormingsidealen van Hus, was de paus. Of eigenlijk: de pausen, want er waren er op dat moment drie. Om dit westerse schisma op te lossen, hadden de bisschoppen in het Italiaanse Pisa in 1409 een nieuwe paus gekozen, maar de twee andere pausen weigerden hun macht af te staan.

Hus was overigens bepaald niet de enige die vond dat de kerk zich moest hervormen. Maar omdat hij het gezag van de kerk ondermijnde, deed de paus hem in 1411 in de ban. Het jaar daarvoor was de leer van Wycliffe al veroordeeld, en Hus borduurde daar sterk op voort.

De veroordeling van de leer van Wycliffe was voor Hus het moment om zijn ideeën over de kerk nog eens op een rijtje te zetten. Dat deed hij in het boek ”De ecclesia” (Over de kerk), dat voor een kwart uit citaten van Wycliffe bestaat, toegepast op de situatie in Bohemen. De ware kerk is volgens Hus de gemeenschap van de uitverkorenen onder de regering van Christus. De paus kan alleen plaatsvervanger van Christus zijn als hij volgens Diens geboden leeft; anders is hij een antichrist.

Hus plaatste dus vraagtekens bij de kerkelijke hiërarchie. Aan andere leerstukken die de kerkhervormers Maarten Luther en Johannes Calvijn een eeuw later zouden afwijzen, hield hij echter vast: het vagevuur en de transsubstantiatie (de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus).

Eenheid in de kerk

Om het pauselijk schisma op te lossen en de hervorming van de kerk ter hand te nemen, kwamen meer dan honderd bisschoppen en andere geestelijken in 1414 bijeen voor een concilie in de Zuid-Duitse stad Konstanz. Het belangrijkste agendapunt was de eenheid en hervorming van de kerk. De kardinalen gingen in conclaaf om een nieuwe paus te kiezen. Dat werd Martinus V; de anderen traden af.

De eenheid van de kerk was ook geholpen door afwijkende meningen de kop in te drukken. Ondanks een vrijgeleide van keizer Sigismund werd Hus, die naar Konstanz was gekomen om zich te verdedigen, ter dood veroordeeld. Tijdens zijn gang naar de brandstapel droeg de Boheemse hervormer een papieren hoed met daarop drie duivels afgebeeld: het teken van ketterij. Hij werd op 6 juli 1415 verbrand. Zijn as strooide men uit over de Rijn.

Dit is het eerste deel van een tweeluik over kerkhervormer Johannes Hus en zijn navolgers. Dinsdag deel 2.

>>czechtourism.com


Gans en zwaan

Johannes Hus stierf op 6 juli 1415 op de brandstapel, op zijn verjaardag. Volgens de overlevering sprak hij kort voor zijn dood de woorden: „Vandaag braadt u een gans, maar uit mijn as zal binnen honderd jaar een zwaan oprijzen die u niet zult kunnen braden.” Iets meer dan een eeuw later, in 1517, publiceerde Maarten Luther als de beloofde „zwaan” zijn 95 stellingen tegen missstanden in de kerk.

Of Hus die woorden werkelijk heeft gesproken, is omstreden onder kerkhistorici. De zwaan is namelijk nergens in zijn geschriften terug te vinden. De profetie over het verbranden van de gans en de komst van een zwaan dook pas in de zestiende eeuw op. Luther verwees er een aantal keren naar, zoals in het geschrift ”Glosse auf das vermeinte kaiserliche Edikt” uit 1531.

Duidelijk is wel dat Luther zichzelf als de „zwaan” zag, als iemand die in de traditie van Hus –zijn naam betekent gans in het Tsjechisch– de hervorming van de kerk ter hand nam. In 1537 gaf hij brieven van Hus uit, met de aanbeveling: „Als zo’n man moet worden beschouwd als een ketter, dan is er onder de zon niemand meer te vinden die als een waar christen beschouwd kan worden.”

Tegenwoordig staat de zwaan nog steeds symbool voor het lutheranisme en de gans voor de hussieten.


Paus betuigt spijt over dood Hus

Paus Franciscus bood vorige week zijn excuses aan voor de vervolging van de waldenzen. Ook over de gewelddadige dood van Johannes Hus heeft de Rooms-Katholieke Kerk spijt betuigd. Paus Johannes Paulus II stelde in 1999 dat de vervolging en executie van de Boheemse kerkhervormer diepe wonden hebben geslagen en dat ze geheeld moeten worden.

De huidige paus, Franciscus, herhaalde deze woorden eerder deze maand nog eens tijdens een ontmoeting met een Tsjechische delegatie, die vanwege de zeshonderdste sterfdag van Hus het Vaticaan bezocht. Hij zei de „gruwelijke dood” van Hus „ten zeerste” te betreuren.

Met de reformator Maarten Luther ligt het anders. De paus deed hem in 1521 in de ban vanwege ketterij, wat betekent dat hij uit de kerkelijke gemeenschap werd gesloten. Luther is nooit gerehabiliteerd; wel sprak paus Benedictus XVI tijdens een bezoek in Erfurt in 2011 waarderend over de Duitse kerkhervormer en diens theologie.

Andere bekende reformatoren, zoals Huldrych Zwingli en Johannes Calvijn, zijn niet in de ban gedaan. Wel kwamen veel van hun werken op een lijst met verboden boeken te staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer