Kerk & religie

Taizé: mix van tradities

Taizé trekt. Jaarlijks brengen duizenden christelijke jongeren van over de hele wereld, ook uit reformatorische kring, een week door in de oecumenische leefgemeenschap in Frans Bourgondië. Wat is de aantrekkingskracht van Taizé en waar zitten de haken en ogen voor wie gereformeerd wil denken? Zes vragen en antwoorden.

Jaco van der Knijff
3 July 2015 12:39Gewijzigd op 15 November 2020 20:12
In het Franse dorpje Taizé ontmoeten honderden, soms duizenden jongeren en ouderen elkaar. Beeld Sabine Leutenegger
In het Franse dorpje Taizé ontmoeten honderden, soms duizenden jongeren en ouderen elkaar. Beeld Sabine Leutenegger

Welke mensen brengen een bezoek aan Taizé?

De gemeenschap focust met name op jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 17 tot 30 jaar die er zelf voor kiezen om een week lang intensief met het christelijk geloof bezig te zijn. Soms na de middelbare school of als afsluiting van een studie. Voor anderen als vervolg op het doen van belijdenis in een protestantse kerk of als afronding van de confirmatie in rooms-katholieke kerken.

Soms is een bezoek aan Taizé onderdeel van het lesprogramma van een Bijbelschool, zoals bij de Wittenberg in Zeist. Doel van de jaarlijkse trip, aldus een woordvoerder, is „om te ontdekken waarom de broeders voor de rest van hun leven intreden in de gemeenschap, hoe en waarom zij missionair zijn en welke keuzes zij daarin maken.” Daarnaast vindt de Wittenberg het belangrijk dat de studenten in contact komen met gelovige jongeren uit de hele wereld, om „te leren wat hen met ons verbindt en wat hen onderscheidt.” Ook moeten de studenten „ontdekken wat ze waarderen in Taizé en wat hen juist afstoot en vervreemdt.” Tijdens het vijfdaagse bezoek wordt er ingezet op begeleide confrontatie met de broedergemeenschap. „De docenten die meegaan hebben dagelijks een gesprek met de studenten waarin ze spiegelen en met elkaar spreken over de ontmoetingen in Taizé”, aldus de Wittenberg.

Ouderen die in het Fransje dorpje zijn, lijken met name voor rust, inkeer en meditatie te komen.

Er komt dus een bepaald slag jongeren en ouderen. Misschien ook wel een bepaald type mens: christenen die genieten van gemeenschapsleven en gevoelig zijn voor sfeer.

Wat vinden jongeren die naar Taizé afreizen bij de broedergemeenschap?

Rust, bezinning, verdieping, gemeenschapszin, gezelligheid. In Taizé worden de bezoekers meegenomen in de cadans van de drie dagelijkse gebedsuren. Dat geeft structuur aan de dag. Daarnaast zit het programma vol met Bijbelstudie, gespreksgroepen, zangrepetities en workshops. Tussendoor kun je wandelen in de prachtige omgeving of napraten met de broeders. Voor vertier en uitspattingen is weinig ruimte. De consumpties die ’s avonds bij gebouw Oyak worden verstrekt, zijn dan ook heel beperkt. Meegebrachte alcoholische dranken moeten ingeleverd worden. Ook het gebruik van sociale media wordt afgeremd door de zeer beperkte en matige wifi-verbinding. Dat alles maakt dat je het gevoel hebt even in een andere wereld te leven.

Bovendien maken bezoekers kennis met de eenvoudige leefwijze van de honderd broeders van Taizé die uit bijna dertig landen komen. Ze leven celibatair, hebben geen eigen bezittingen, wijden hun leven aan dienstbetoon en barmhartigheid. Twintig van de broeders wonen zelfs tijdelijk in derdewereldlanden, om het leven te delen met de allerarmsten. Dat maakt indruk op jonge gelovigen.

Daar komt het internationale aspect bij: in Taizé ontmoet je gelovige of zoekende jongeren vanuit de hele wereld. Voor even worden alle nationale, culturele en kerkelijke grenzen doorbroken en voelt het alsof je één grote familie bent. Dat is ook waar Taizé op hamert: liefde, dienstbetoon, gemeenschap, verzoening, solidariteit.

De oprichter, broeder Roger, was protestants. Waarom treft een bezoeker dan rooms-katholieke elementen aan in de gebedsdiensten?

Van oorsprong is de Communauté de Taizé inderdaad protestants. In de jaren zestig kregen rooms-katholieke broeders echter toestemming om toe te treden tot de gemeenschap, waarna Taizé een brede christelijke oecumenische communiteit werd. Om tegemoet te komen aan rooms-katholieke gelovigen is toen besloten een bepaalde vorm van de mis te integreren in de liturgie, legt broeder Benoît, die het contact met de media verzorgt, uit. „Doordeweeks is er geen officiële misviering. Wel wordt voorafgaand aan het ochtendgebed de hosti gewijd, die dan tijdens de viering wordt uitgedeeld. Voor protestanten die daar moeite mee hebben, is er gewoon brood. Op zondagmorgen is er wel een echte eucharistieviering. We willen niet alleen protestants of alleen rooms-katholiek zijn, ook niet aan een kerk gebonden zijn. We zijn echt oecumenisch.”

Hoe ver reikt de oecumene van Taizé?

De gemeenschap heeft wereldwijd contacten met een breed scala aan kerken en kerkleiders: oosters-orthodoxe priesters, anglicaanse aartsbisschoppen, de paus, lutherse bisschoppen, protestantse predikanten. Velen brachten een bezoek aan het Franse dorp. Zo is de algemeen secretaris van Protestantse Kerk in Nederland, dr. A. J. Plaisier, present tijdens de jubileumviering in augustus.

De gemeenschap wil openstaan voor iedereen: ook boeddhisten, moslims en ongelovigen zijn welkom. Maar dat wil volgens Benoît niet zeggen dat de identiteit van Taizé onduidelijk is. „We zijn christelijk en we lezen hier uit de Bijbel, niet uit de Koran. Jezus Christus is het centrum van alles.”

De nadruk ligt in Taizé echter niet op de leer of op het dogma. In feite wordt iedereen vrijgelaten om op z’n eigen manier te geloven en wordt niemand iets opgedrongen. Gelovigen en zoekers vormen de „gemeenschap van pelgrims die samen naar de waarheid zoeken”, aldus prior broeder Alois in zijn laatste Brief uit Taizé. Belangrijker dan de leer is het leven: de navolging van Christus in een leven van eenvoud, liefde en barmhartigheid. Er moet zodoende een „nieuwe solidariteit” ontstaan, als vrucht van een „pelgrimage van vertrouwen op aarde”, aldus Alois.

Daarbij worden bezoekers van Taizé sterk gestimuleerd om het contact te zoeken met bijvoorbeeld moslims of atheïsten. Benoît: „Dat moet je natuurlijk niet vragen van iemand die zelf nog heel onzeker is over het christelijk geloof. Maar als je een stabiele gelovige bent, hoef je niet bang te zijn om de ander te ontmoeten.” Daarbij staat dan niet het bekeren van die ander voorop, maar het zoeken naar verbinding. „De broeders die in derdewereldlanden wonen, gaan daar geen kerk stichten of mensen bekeren. Ze gaan hun leven met die ander delen, om zo de liefde van Christus te laten zien. Toen in januari in Parijs de aanslag op Charlie Hebdo plaatshad, zijn wij vanuit Taizé naar de moskee van Chalon-sur-Saône gegaan. Even later is de imam hier geweest. Toen kon ik vertellen dat ik blij ben met Jezus. Je hoeft niet bang te zijn voor zo’n ontmoeting. Het geloof vormt juist een brug naar andere mensen”, aldus Benoît.

Wat is kenmerkend aan de liturgie tijdens de Taizévieringen?

Wat opvalt, is de grote nadruk op muziek. Het grootste deel van het gebedsuur bestaat uit het zingen van liederen. Dat wordt alleen afgewisseld door een korte Schriftlezing in twee talen en de tien minuten stilte. Zelfs tijdens de uitdeling van het brood tijdens het ochtendgebed wordt er nog gezongen.

Kenmerkend aan de muziek is de eenvoud. Wie het bundeltje met de 154 liederen doorbladert, komt met name korte en eenvoudige vierstemmige zettingen tegen van de Franse componist Jacques Berthier (1923-1994), die gold als de hofleverancier van Taizé. Het gaat om meditatieve muziek die snel meegezongen kan worden door een grote groep. De gedachte achter de voortdurende herhaling is dat een tekst op die manier tot in het hart kan doordringen. Voor sommigen ontstaat er misschien zodoende zelfs een vorm van trance.

Inhoudelijk blijven de liederen dicht bij de Bijbel. In de meeste gevallen gaat het om Schriftwoorden in diverse talen, vaak genomen uit de Psalmen. Soms zijn het oudkerkelijke teksten of gebeden van groten in de kerkgeschiedenis, zoals Bonhoeffer en Moeder Teresa.

In vergelijking met samenkomsten in evangelische kringen valt verder de rust op: geen leadzanger, geen band, geen praisemuziek, geen gespring en geswing. Slechts de begeleiding van een keyboard of –soms– het orgel, en het aangeven van de toon door een broeder. In Taizé moeten de eenvoud en de rust het doen.

Wie met een protestantse bril naar de viering kijkt, mist een aantal elementaire zaken: geen voorganger, geen ambtsdragers, geen votum en groet, geen collecte, geen zegen en geen preek. Met name dat laatste is opvallend. De gedachte erachter is, aldus Benoît, dat je wel in alle talen kunt zingen en ook nog een korte Schriftlezing kunt doen, maar dat het lastig wordt om een preek te houden die voor iedereen verstaanbaar is. Volgens hem fungeren de Bijbelinleidingen na het ochtendgebed als vervanging van de preek. Misschien zit er ook de gedachte achter dat het Woord van God klinkt en dat iedere bezoeker vervolgens zelf de toepassing ervan kan maken.

In de aankleding en invulling van de gebedsbijeenkomsten –kaarsen, iconen, een altaartafel, een kruis, broeders in pijen, het uitdelen van de hostie en het vieren van de complete eucharistie op zondagmorgen– is in feite een mix van tradities te zien: protestantse, rooms-katholieke, anglicaanse, oosters-orthodoxe en kloostertradities.

Hoe groot is de invloed van Taizé?

De invloed van Taizé reikt ver. In de eerste plaats door de duizenden jongeren en ouderen die de gemeenschap bezoeken en hun ervaringen mee terugnemen, al dan niet vergezeld van een gebedsbankje en een liedbundel. Sommigen proberen thuis het gevoel vast te houden door zelf een dagelijks gebedsmoment in de stijl van Taizé te houden. Ook zijn er in met name België en Nederland regelmatig bijeenkomsten met Taizévieringen.

Daarnaast komt de Franse leefgemeenschap naar de jeugd toe met tweewekelijkse nieuwsmails en een jaarlijkse brief van broeder Alois. Ook wordt er jaarlijks tijdens de jaarwisseling een jongerenontmoeting in een grote stad in Europa georganiseerd. Toen het evenement eind 2010 in Rotterdam werd gehouden, kwamen daar 25.000 jongeren op af.

De grootste invloed gaat echter waarschijnlijk uit van de liederen van Taizé. Die vinden een steeds bredere verspreiding in Nederland. Zo bevat het nieuwe ”Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk” uit 2013 een groot aantal vierstemmige Taizéliederen. Dat is een groot verschil met het oude Liedboek uit 1973, waarin dergelijke gezangen niet als kerkliederen werden erkend. Ook bij koren uit reformatorische kring zijn tegenwoordig liederen als ”Bless the Lord, my soul”, ”Laudate Dominum” en ”Laudate omnes gentes” op de repertoirelijst te vinden.

De liederen van Taizé slaan zodoende wereldwijd een brede accolade om christenen van uiteenlopende denominaties en stromingen.

Dit is de laatste aflevering in een tweeluik over het 75-jarig bestaan van Taizé. Zaterdag 27 juni stond in het katern Puntkomma als eerste deel een reportage vanuit de leefgemeenschap in Frankrijk.


Fries bijna 65 jaar broeder

Onder de broeders van Taizé bevindt zich een aantal Nederlanders. Zoals broeder François, die bijna zijn 65-jarig jubileum binnen de gemeenschap viert. De nu 85-jarige groeide op in Friesland en trad in 1951 toe tot de gemeenschap, die in 1940 startte toen grondlegger broeder Roger zich in Taizé vestigde. „Ik was destijds de dertiende broeder.”

Hij kwam uit een vrijzinnig hervormd gezin. „Mijn moeder zong graag, mijn vader had wel wat met de franciscanen. In Nederland was Taizé nauwelijks bekend; alleen een paar predikanten schreven er net na de Tweede Wereldoorlog over.”

Met een van die predikanten kwam broeder François, die in Utrecht theologie studeerde, in contact. „Hij adviseerde me eens in Taizé te gaan kijken. In de opbouwfase na de oorlog was er bij velen een sterk verlangen naar verandering. Wilde de kerk geloofwaardig zijn, dan moesten er ook mensen zijn die alles durfden te verlaten om zich helemaal te wijden aan de boodschap van de Bijbel.”

De Fries trok in juni 1951 naar het Franse dorpje. „Met de trein vanuit Leeuwarden naar hier duurde precies 24 uur.” Hij maakte er een week in stilte mee. „Ik was diep onder de indruk. De natuur, de stilte, de muziek, de liturgie: te mooi om waar te zijn.” Na dagen van grote twijfel wist hij het aan het eind van de week: dit ga ik doen. In oktober van dat jaar trad de 22-jarige toe tot de gemeenschap. „Ik heb nooit spijt gehad. Wel kende ik tijden dat het erg moeilijk was.” Het contact met Nederland verwaterde. „Dat viel niet bij te houden. Ik heb nu nog twee schoonzussen met hun kinderen, maar het is lang geleden dat ik die gezien heb.”

Destijds kwamen de broeders samen in het oude dorpskerkje van Taizé. „Toen zongen we nog psalmen en gezangen: prachtig klonk dat in het kerkje. Wat konden die broeders zingen!” Mensen van buitenaf waren in die tijd welkom, maar dat waren geen grote aantallen. „De eerste winter was er één gast.”

Broeder François herinnert zich broeder Roger, die in 2005 werd neergestoken, als een charismatische man. „Vanaf halverwege de jaren 60 richtte hij zich steeds meer op de jongeren: die moesten hierheen komen. Dat is vervolgens ons speerpunt geworden. Bovendien vroeg Roger aan de toenmalige paus of ook rooms-katholieke broeders toe mochten treden tot onze gemeenschap, die tot dan toe protestants was. Dat was gedurfd. Maar naar die verbreding verlangden we allemaal. Toen vervolgens na het Tweede Vaticaans Concilie, begin jaren 60, de tekst van de rooms-katholieke mis werd aangepast, was die ook in Taizé bruikbaar.”

Jarenlang was de Fries, met zijn theologische achtergrond, betrokken bij de opleiding van jonge broeders, met name op het gebied van het pastoraat. Hoe vat hij de missie van Taizé samen? Na even naar woorden te hebben gezocht: „Te zijn wat we moeten zijn. Wij hebben het verlangen dat bezoekers, met name jongeren, hier beter gaan begrijpen wie God voor hen is. En dat ze dat vervolgens weer doorgeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer