Houd peuterspeelzaal betaalbaar voor eenverdieners
De plannen van het kabinet maken de peuterspeelzaal duurder voor eenverdieners. Jonge kinderen moeten gelijke kansen hebben, los van de vraag of hun beide ouders werken of niet, vinden Laura Zwoferink en Marlinde Verhaar.
De Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE), die op 1 augustus 2010 in werking trad, werkt toe naar harmonisatie tussen de wet- en regelgeving voor de kinderopvang en die van de peuterspeelzalen. Minister Asscher en staatssecretaris Dekker verwachten dat het gelijkstellen van de kwaliteitseisen zorgt voor een betere aansluiting op het basisonderwijs. In 2017 moet de harmonisatie een feit zijn.
De belangrijkste verandering voor peuterspeelzalen is dat op alle peuterspeelzaalgroepen (ten minste) twee gediplomeerde beroepskrachten moeten staan, zoals ook verplicht is in de kinderopvang en op locaties voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Deze eis zorgt ervoor dat de kosten van de peuterspeelzaal zullen stijgen tot hetzelfde niveau als de kosten van de kinderopvang. Daar staat tegenover dat ouders ook recht krijgen op kinderopvangtoeslag wanneer hun kind de peuterspeelzaal bezoekt.
Drempel
Deze kinderopvangtoeslag voor voorschoolse voorzieningen, zoals de peuterspeelzaal, wordt echter alleen aangeboden aan kinderen van tweeverdieners. Een reden hiervoor is dat het kabinet vindt dat de kinderopvangtoeslag zijn functie van het stimuleren van arbeid moet behouden.
De peuterspeelzaal is voor veel kinderen een goede voorbereiding op de basisschool. Daarnaast is bezoek aan de peuterspeelzaal een stimulans voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen die naar de peuterspeelzaal gaan, hebben vaak een goede aansluiting op het kleuteronderwijs.
Ook veel gezinnen met één kostwinner vinden het belangrijk dat hun kind naar de peuterspeelzaal gaat. Voor deze gezinnen geldt de toeslagregeling in het wetsvoorstel niet, omdat er geen sprake is van ‘noodzakelijke’ kinderopvang. Ouders die ervoor kiezen thuis te blijven voor de verzorging en opvoeding van hun jonge kind worden op deze manier dus benadeeld ten opzichte van tweeverdieners. De hogere kosten werpen voor hen een drempel op om hun kinderen naar de peuterspeelzaal te laten gaan.
Minister Asscher heeft aangegeven dat gemeenten de ruimte hebben om gezinnen hierin tegemoet te komen. Of en in hoeverre zij financieel bijdragen aan de kosten van peuterspeelzaalbezoek voor gezinnen met één kostwinner, mogen gemeenten zelf bepalen.
Driedeling
Er dreigt hierdoor een driedeling te ontstaan. Er zijn ouders die beiden werken en een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslag. Er is een aantal peuters met een achterstand die een VVE-indicatie hebben gekregen vanuit het consultatiebureau. Voor voorschoolse voorzieningen voor deze peuters ontvangt de gemeente een bijdrage van het Rijk.
Blijft over een derde groep waarvan slechts een van de ouders werkt en waarbij de ouders geen beroep kunnen doen op de Wet kinderopvang. Voor de laatste groep ziet het Rijk een taak voor gemeenten om voor deze peuters een betaalbaar aanbod te doen.
Wat ons betreft staat het belang van het kind voorop. Het jonge kind moet zich kunnen ontplooien in een vertrouwde en veilige omgeving. Het is niet goed dat dit afhankelijk is van de keuzes van een lokale gemeente of het al dan niet werken van ouders. Ouders zouden daarin zelf moeten kunnen kiezen in welke situatie hun peuter zich optimaal kan ontwikkelen, zonder hierin belemmerd te worden door ingewikkelde wet- en regelgeving. De voorzieningen voor ontwikkeling van de allerjongsten zouden nooit afhankelijk mogen zijn van de mening van het kabinet omtrent arbeidsparticipatie.
Wij pleiten ervoor dat gezinnen de vrijheid behouden om zelf de opvoeding van hun jonge kinderen ter hand te nemen en daarnaast gebruik te kunnen maken van betaalbaar, identiteitsgebonden peuterspeelzaalwerk.
De auteurs zijn werkzaam bij Driestar educatief als respectievelijk onderwijsadviseur en trainee.