Kerk & religie

Scheidend rector prof. Te Velde (TUK): Ambt aller gelovigen verdient impuls

KAMPEN. In 1 Petrus 2 worden christenen uitgenodigd om hun taak te vervullen in de samenleving, als koninklijk priestervolk. Daarvoor is nodig dat het ambt aller gelovigen een impuls krijgt.

Van onze verslaggever
27 June 2015 13:05Gewijzigd op 15 November 2020 20:02
Prof. dr. M. te Velde nam vrijdag in de Broederkerk in Kampen afscheid van de Theologische Universiteit Kampen. Hij droeg het rectoraat over aan prof. dr. R. Kuiper. beeld Maarten Boersema
Prof. dr. M. te Velde nam vrijdag in de Broederkerk in Kampen afscheid van de Theologische Universiteit Kampen. Hij droeg het rectoraat over aan prof. dr. R. Kuiper. beeld Maarten Boersema

Dat stelde prof. dr. M. te Velde, rector van de Theologische Universiteit Kampen (TUK), vrijdag bij zijn afscheid van de onderwijsinstelling. Prof. Te Velde was sinds 1988 hoogleraar kerkgeschiedenis, kerkrecht en gemeenteopbouw aan de TUK. Vanaf 2008 was hij rector. De hoogleraar gaf in de Broederkerk in Kampen een afscheidscollege, getiteld: ”Koninkrijk van priesters – uitnodiging tot een nieuwe dynamiek van het kerk-zijn”.

De scheidend hoogleraar concludeerde dat de achterban van de TUK bestaat uit mensen die leven in de kerk en van daaruit participeren in de samenleving. En andersom: mensen in de samenleving die van daaruit participeren in de kerk. De eerste groep is grofweg ouder dan 40 jaar, de tweede groep jonger. Onder de jongeren signaleert prof. Te Velde een „kanteling, waarbij de uitgangspositie van christenen niet meer in de kerk, maar in het gewone leven ligt.”

De scheidend rector acht het nodig om „positief-kritisch mee te gaan” in de kanteling in het gemeente-zijn die hij waarneemt. Meer aandacht voor het ambt aller gelovigen is daarom volgens hem belangrijk. Het helpt om daarbij te kijken naar een „zwakke plek”: dat het leven van alledag nauwelijks een plaats lijkt te hebben in de kerk. „De communicatie in de gemeente is sterk gericht op de rechtvaardiging”, aldus prof. Te Velde. „En veel minder op de vernieuwing, de verering van God, het articuleren van het goede leven in Zijn dienst.”

Prof. Te Velde verwees naar het Tweede Vaticaans Concilie van de Rooms-Katholieke Kerk. Dat zou de positie van het „algemeen priesterschap” meer recht hebben gedaan. „Die eigenheid wordt daar ook verder ingevuld met behulp van het begrip ”het seculiere leven”.” Dat is niet aan machten buiten God overgegeven, maar „bestemd om door de mensen te worden ingekaderd als offermateriaal in de dienst aan de Drie-enige God.”

Voor de gereformeerde traditie worden hier „passende denklijnen aangereikt”, aldus prof. Te Velde, „die kunnen helpen in een positieve bezinning op de kanteling naar het niet-institutionele en naar de nadruk op het seculiere leven die zich in onze kerken bezig is te voltrekken.”

De hoogleraar ziet in 1 Petrus 2 een uitnodiging aan christenen om hun taak te vervullen in de samenleving, als koninklijk priestervolk. Daarvoor zijn zes dingen nodig: een nieuwe visie op kerk-zijn, die niet bestaat uit één dimensie (ambt, instituut, kerkdienst), maar in drie: kerkelijk leven, persoonlijk leven, leven in de wereld. Als tweede: seculier leven zien en beleven als in alle onderdelen een aan God gewijd leven.

Het derde element is voor prof. Te Velde samenwerking tussen de kerkelijke ambten en christenen die het ambt aller gelovigen dragen. Ze moeten elkaar aanvullen, meent hij. Voor de TUK betekent dit dat niet alleen werk gemaakt moet worden van het opleiden van predikanten, maar dat ook „denkwerk geleverd moet worden voor Gods bloeiende priestervolk dat in de wereld aan de slag is.” Daarmee verband houdt 
het vierde: gelovigen hebben elk een roeping in de samenleving, waaraan ze in gehoorzaamheid hun weg moeten gaan.

Het vijfde element dat christenen kan helpen om hun taak te verrichten in de samenleving, is dat buitenkerkelijke organisaties ook kunnen helpen om het christelijk leven vorm te geven. Als aanvulling op de lokale kerk verdienen ze volgens prof. Te Velde steun. Ten slotte: het voorleven van het christelijk leven, is „een kunst die christenen moeten beheersen, binnen het eigen gezin en daarbuiten.”

Klassieke patronen en nieuwe impulsen zijn beide uit Gods hand, concludeerde de scheidend hoogleraar. „Bij alle Woorddienst komt de offerdienst van ons leven.”

Centrum van de kerk is het heilig avondmaal, stelde prof. Te Velde, „de plek waar we Christus omhelzen en ons leven opnieuw helemaal aan God toewijden en onszelf offerend weggeven aan onze Verlosser. Zijn zoenoffer beantwoorden met ons dankoffer. Niets in eigen kracht. Maar bouwend op de Hoeksteen. En puttend uit de Bron.”


Lees meer in Digibron

Een peilend mens, Reformatorisch Dagblad (25 juni 2015)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer