Kerk & religie

Mag je ook met vergeven wachten?

Moet je altijd vergeven? Op de Wegwijsbeurs in Utrecht hield Nico van der Voet woensdag een lezing over vergeving. Mag je ook níét vergeven, voorwaarden stellen of met vergeven wachten?

J. C. Karels
26 February 2004 09:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:59
Op de Wegwijsbeurs in Utrecht hield Nico van der Voet woensdag een lezing over vergeving.
Op de Wegwijsbeurs in Utrecht hield Nico van der Voet woensdag een lezing over vergeving.

Van der Voet is een veelgevraagd spreker over pastorale en ethische thema’s. Ook over vergeving heeft hij vaker gesproken. Bij de bespreking krijgt hij dan altijd „een stortvloed van vragen. Het zit veel mensen hoog.”

De docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) begint zijn lezing, voor zo’n tachtig aanwezigen in de Julianazaal, met te zeggen dat vergeven een gevoelig en actueel thema is. Volgens hem blijft er, ondanks de boeken en praatprogramma’s die er zijn, een belangrijk meningsverschil bestaan. „Sommige christenen stellen dat wij eigenlijk altijd moeten vergeven wat anderen ons hebben aangedaan. Jezus bad zelfs voor de vergeving van Zijn vijanden. Je kunt als mens nooit in het reine komen met jezelf als je de ander die jou iets heeft aangedaan niet vergeeft. Anderen zeggen dat we alleen maar kunnen vergeven als anderen berouw hebben en er gerechtigheid geschiedt. Zonder berouw hoeven we niet te vergeven.”

Van der Voet stipt een aantal manieren aan hoe mensen op kwaad van anderen reageren. Door te zwijgen bijvoorbeeld. „Dat lost nooit iets op, maar verlengt de probleemsituatie. Je afkeer van de ander kun je ook uiten door te roddelen - dat helpt ook al niet. Wraak lost evenmin iets op.”

Hij neemt vervolgens zijn uitgangspunt in Lukas 17:3 en 4, waar Jezus een antwoord geeft op vragen rond zonde en vergeving. „Wacht uzelven. Indien uw broeder tegen u zondigt, zo bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef het hem. En indien hij zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags tot u wederkeert, zeggende: Het is mij leed; zo zult gij het hem vergeven.” Van der Voet onderstreept de korte en krachtige boodschap die Jezus geeft. „Bestraf hem! Doe je mond open en wijs hem op zijn zonden! Jezus vergist Zich niet. God bestraft toch ook de zonde? God is liefde, maar Hij haat de zonde. Wat doet God als zijn volk zondigt? Hij stuurt profeten om de mensen het oordeel aan te zeggen. Dat doet Hij omdat Hij van ze houdt en hen wil redden.”

Misbruik van Lukas 17 komt de inleider ook tegen. „Ik weet van mensen die ruzie hadden, dat ze gesticht waren door Lukas 17. Dat hielp hen. Eindelijk konden ze zonder schuldgevoel zeggen: Ik vergeef hem niet wat hij gedaan heeft, want hij heeft geen berouw. Het probleem was alleen dat beide partijen zo redeneerden, en dus niet tot elkaar kwamen. Ze leefden van zelfrechtvaardiging. En zelfrechtvaardiging staat herstel van relaties in de weg. Lukas 17 mag alleen een woord van troost zijn voor ieder die ook bereid is om zijn eigen daden te bezien in het licht van Gods geboden! Ik kan pas eerlijk om een schuldbelijdenis van een ander vragen als ik ook mijn eigen schuld, zo die er is, wil benoemen.”

Volgens de theologische kandidaat is „het meest opmerkelijke” van Jezus’ uitspraak „dat Hij niet zegt dat wij de broeder die tegen ons zondigt, dírect moeten vergeven. Waarom niet? Omdat dat niet goed werkt. Als wij de zonden van een ander direct vergeven, zijn we niet lief maar slap. Wij dekken de zonden toe. Te snelle vergeven herstelt de gebroken relatie niet. Vergeven zonder meer laat bovendien geen recht geschieden. Bij God gaan liefde en recht hand in hand. Juist omdat Hij vanuit zijn liefde de zondaar wil redden, straft Hij hem om bekering te bewerkstelligen. Relaties kunnen alleen maar goed komen als de dingen worden rechtgezet.”

De CHE-docent koppelt vergeving, in navolging van het Evangelie, nadrukkelijk aan berouw. Tegelijk stelt hij dat de bereidheid tot vergeven er altijd moet zijn. „Als de zondaar berouw heeft, vraagt Christus dat wij hem vergeven. Dan pas! Zo wordt kwaad met goed overwonnen (Rom. 12:21). Zelfs als onze broer oprecht spijt heeft van zijn verkeerde gedrag, is het nog best moeilijk om hem te vergeven. Dat kan dan ook alleen maar als wij de Heere Jezus navolgen. Wij moeten zelf ook van Zijn genade leven. Wij vergeven daarom onze zondige broeder om Christus’ wil, Die ons ónze zonden vergeeft.”

Hier ligt een groot verschil met de praktijk in de wereld, laat Van der Voet zien. „Vergeven betekent letterlijk: eraf trekken. In de wereld geldt: eens een dief, altijd een dief. In Gods gemeente is de dief, na berouw en vergeving, geen dief meer. Vergeving maakt mensen los van hun zondige verleden. De zonden zijn afgespoeld, denk aan de betekenis van de doop. Als wij dan iemand zijn zonden vergeven, reiken wij hem een schone lei aan. Vergeving schenken, zoals Jezus bedoelt, is heerlijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer