Het Nederlandse bedrijf doet al jaren zaken met Sudan en stelt dat dat niet strafbaar is. Het betreft namelijk niet-militaire vrachtwagens. De afgedankte trucks zijn overgespoten en alle militaire specificaties, zoals oorlogsverlichting en wapensteun, zijn ervan afgehaald. „Dat de vrachtwagens door inkopers in Sudan worden doorverkocht aan het Sudanese leger, valt buiten onze verantwoordelijkheid”, aldus Hakkenberg in NRC.

Het bedrijf wil nu toch stoppen met de levering vanwege reputatieschade. Bovendien bestaat de kans op Amerikaanse strafmaatregelen. De VS lopen voorop met sancties tegen bedrijven die zaken doen met regimes die worden beschuldigd van steun aan terrorisme.

Het leger van Sudan gebruikt de voertuigen in de strijd tegen rebellen in het zuiden van het land, onder meer voor troepentransport en munitievervoer. Een van de makers van het VPRO-programma heeft foto’s in handen gekregen van door rebellen vernielde legervoertuigen, waarop nog stickers te zien zijn van het Nederlandse bedrijf.

Tegen Sudan geldt sinds 1994 een Europees wapenembargo. De Sudanese president wordt door het Internationaal Strafhof in Den Haag gezocht wegens genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de regio Darfur.