De smart van een oude, eenzame Jodin
BRUSSEL. Bied overlevenden van de Holocaust wereldwijd een waardige oude dag. Dat pleidooi klonk dinsdagop een bijeenkomst in het Europees Parlement.
„Bijzonder smartelijk.” Die woorden gebruikt SGP-Europarlementariër Bas Belder om zijn deernis te uiten over het lot van tienduizenden bejaarde Joden en anderen die het naziregime overleefden, zoals Roma.
In een vertrek in het Europees Parlement in Brussel wijst Belder op een passage in een recent verschenen rapport over het –gebrek aan– welzijnsvoorzieningen voor –Joodse– overlevenden van het naziregime. „Uit dit rapport blijkt bijvoorbeeld dat overlevenden van de Holocaust die lijden aan alzheimer hun kortetermijngeheugen verliezen, maar zich juist hun oorlogstrauma’s nog goed herinneren. Voor hen keert de Holocaust als het ware als een boemerang terug.”
Bied bejaarde nazislachtoffers betere zorg in de laatste jaren van hun leven. Zorg dat ze hun in de oorlog geroofde bezittingen terugkrijgen. Dat pleidooi klonk dinsdag op een bijeenkomst in het Europees Parlement. Het seminar werd belegd op initiatief van Belder en Joodse organisaties als het European Shoah Legacy Institute en het European Jewish Community Centre.
„Overlevenden van de Holocaust hebben vaker dan andere ouderen te maken met trauma’s”, zegt Belder. „Ze zijn tijdens de oorlog door de nazi’s meedogenloos wreed behandeld. Hun familie is vaak de dood in gedreven, ze verloren hun bezittingen. Deze week las ik in het Algemeen Dagblad over de 92-jarige Jodin Lynn Wallis, die in Den Haag in een Joods woon-zorgcentrum verblijft. Zij zat twee jaar in het beruchte blok 10 in vernietigingskamp Auschwitz. Daar voerde naziarts Joseph Mengele medische experimenten uit op gevangenen. Ook Lynn Wallis was slachtoffer. Daardoor kon ze later, tot haar grote verdriet, geen kinderen krijgen. Ik vind dat bijzonder smartelijk. Het wrange is dat Wallis door de hervormingen in de zorg voortaan kennelijk minder hulp krijgt. Terwijl deze overlevenden juist extra zorg verdienen. Geen waardig leven voor ons zonder een waardig leven voor hen.”
Vaker klonk een pleidooi voor meer steun aan bejaarde overlevenden van het naziregime. Zo schaarden 46 landen zich in 2009 achter de zogeheten Terezin Declaration, die verwijst naar voormalig concentratiekamp Theresienstadt in Tsjechië. In de verklaring dringen de landen onder meer aan op betere zorg voor bejaarden die de nazigruwelen overleefden. „Maar papier is geduldig”, zegt Belder. „De bijeenkomst van dinsdag is een aansporing: laten nationale regeringen snel werk maken van betere voorzieningen voor onder anderen Joodse overlevenden. Mijn schoonouders zijn liefdevol verzorgd in het reformatorische verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Die zorg gun ik alle mensen die de Holocaust overleefden.”
Oekraïne
Van belang is dat landen oorlogsoverlevenden actief tegemoet treden, zegt Halyna Senyk van het European Shoah Legacy Institute. „Wij vragen niet om meer geld, maar om betere informatie en het beter benutten van beschikbare hulpfondsen. Zorg bijvoorbeeld dat overlevenden terechtkunnen bij een centraal informatiepunt. Oostenrijk doet het op dit terrein goed. Oekraïne is een slecht voorbeeld. Holocaustoverlevenden zijn er afhankelijk van vrijwilligers, er zijn geen specifieke programma’s voor bijvoorbeeld Joodse bejaarden. Het land heeft het kennelijk te druk met andere problemen.”
Armoede onder overlevenden
Wereldwijd kan de zorgt voor bejaarde Joodse overlevenden van de Holocaust en andere slachtoffers van het nazisme veel beter. Dat concludeert de Amerikaanse politicoloog prof. Lyle Scruggs, verbonden aan de universiteit van Connecticut. Hij was dinsdag in Brussel een van de sprekers en presenteerde onlangs een onderzoek naar de mate waarin landen voorzieningen (zoals pensioenen) bieden aan de tienduizenden overlevenden.
Duidelijk is dat in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie de zorg voor bejaarde Joden schromelijk tekortschiet, stelt Scruggs. Ook elders zitten overlevenden in de knel. Zo lijdt meer dan 35 procent van hen in Amerika armoede.
Roemeense Jood overleefde dodentrein van de nazi’s
J. Visscher
BRUSSEL. Dood en verderf zag de Joodse Tobijas Jafetas (85) in een van de getto’s van Litouwen, in de Tweede Wereldoorlog.
Op 10-jarige leeftijd was hij boodschapper in het getto. Continu was er de angst voor de nazi’s. Vrouwen en kinderen werden vermoord. „Ik zag veel doden. Ik kwam op een punt dat ik niet dacht dat dat ongebruikelijk was.” Zijn moeder zorgde dat hij in 1944 het getto uitkwam. Tobijas zag haar nooit meer. Nu brengt hij samen met zijn vrouw zijn oude dag door in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Blij zijn ze met hulp die ze krijgen via de Joodse organisatie Claims Conference.
Het verhaal van Tobijas Jafetas is te lezen op een tentoonstelling over overlevenden van de naziterreur. De expositie werd gisteravond geopend in het Europees Parlement in Brussel, mede op initiatief van SGP-Europarlementariër Bas Belder.
Ook de 93-jarige Jood Iancu Tucarman uit Roemenië overleefde de Holocaust. Hij maakte in juni 1941 als 18-jarige jongeman de pogrom in de stad Iasi mee, samen met zijn vader. Duizenden Joodse mannen werden vermoord. Hij belandde in een beruchte dodentrein, maar bezweek niet aan uitputting, uitdroging.
Alleen meer geld voor Joodse ouderen is niet toereikend, waarschuwt opperrabbijn Binyomin Jacobs, die dinsdag in Brussel sprak op een bijeenkomst over hulp aan overlevenden van het naziregime. Zeker zo belangrijk is het bieden van gezelligheid aan eenzame Joden. „Ga met hen naar de dierentuin.”
In vergelijking met andere landen biedt Nederland relatief veel zorg aan (Joodse) overlevenden, blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse politicoloog prof. Scruggs (zie kader). Jacobs plaatst een kanttekening. „Zeker is dat Nederland de Joden kort na de oorlog geen goede opvang bood. Een vriend overleefde de concentratiekampen. Toen hij in Limburg kwam, had hij begrijpelijkerwijs geen geld voor een kaartje voor de verdere reis. Hij mocht de trein niet in. Daar hield hij een trauma aan over.”
Schrijnend is ook voor oudere Joden het opkomende antisemitisme, benadrukt Jacobs. „Een zwakbegaafde Joodse vriendin overleefde de oorlog. Knellende vraag voor haar is of ze in de hemel haar ouders zal herkennen en andersom. Pas hoorde ze op straat: „Bent u een Jood?” Ze werd uitgescholden; dat maakte haar bang. We moeten mensen als zij beschermen.”