Op zoek naar compromis rond Griekenland
BRUSSEL (ANP). Griekenland en zijn belangrijkste schuldeisers hebben nog geen akkoord bereikt over de aanpak van de financiële problemen in het noodlijdende Zuid-Europese land. Overleg in Brussel op het hoogste politieke niveau is nog steeds gaande. Later op de woensdagavond komen de ministers van Financiën van de eurolanden (eurogroep) bijeen om tot een akkoord te komen.
Volgens mediaberichten liggen de wederzijdse voorstellen nog ver uiteen. Met name hervormingen aan het Griekse pensioenstelsel moeten verder gaan dan Athene nu heeft voorgesteld. De experts van de geldschieters (de eurolanden, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds) willen dat de pensioenleeftijd sneller wordt opgetrokken. Die moet daarbij in 2022 zijn opgekrikt naar 67 jaar, terwijl de Griekse regering inzette op 2025.
Bovendien moeten pensioenhervormingen die al in 2010 werden beloofd alsnog worden doorgevoerd. Ook zou de eigen bijdrage van gepensioneerden aan de kosten voor gezondheidszorg omhoog moeten.
In hun tegenvoorstel stellen de geldschieters van Griekenland verder onder meer een ambitieuzer doel voor de opbrengsten van de verhoging van de btw voor. Daarnaast zou de vennootschapsbelasting verder moeten worden opgekrikt dan de regering van premier Alexis Tsipras van plan was.
Maandag kwam Athene met voorstellen. Die kwamen toen te laat om goed te zijn doorberekend en te zijn getoetst door de experts van de geldschieters. Dat is de afgelopen dagen gebeurd. In Brussel praten de politieke hoofdrolspelers sinds 12.00 uur met elkaar om een doorbraak te forceren.
Aan tafel zitten de Griekse premier Tsipras, de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, de president van de ECB, Mario Draghi, de baas van het IMF, Christine Lagarde, en de voorzitter van de eurogroep, Jeroen Dijsselbloem.
Tsipras zette de besprekingen op scherp door in Athene een statement uit te geven en op Twitter te melden dat de geldschieters niets in de Griekse voorstellen zagen en die afwijzen. Dijsselbloem zei alleen maar dat er nog veel werk te verzetten is.