Binnenland

EO-documentaire toont zoektocht Bond tegen vloeken

De Bond tegen vloeken staat voor lastige vragen. Als mensen niet meer weten wat vloeken is, moet de bond dan maar volstaan met een pleidooi voor fatsoenlijk taalgebruik? Of blijft het zijn taak het op te nemen voor de heiliging van Gods naam?

Evert van Dijkhuizen
23 June 2015 15:57Gewijzigd op 15 November 2020 19:55
De Bond tegen vloeken voert sinds 2010 een nieuwe strategie. De organisatie verbreedt zijn doelstelling naar het bevorderen van respectvol taalgebruik en trekt met een bus het land in om het gesprek daarover aan te gaan. beeld Doceyefilm
De Bond tegen vloeken voert sinds 2010 een nieuwe strategie. De organisatie verbreedt zijn doelstelling naar het bevorderen van respectvol taalgebruik en trekt met een bus het land in om het gesprek daarover aan te gaan. beeld Doceyefilm

Daarover ging een belangrijk deel van de discussie gisteravond na de vertoning van een documentaire over de Bond tegen vloeken in Veenendaal. De filmmakers Luuk Bouwman en Maurice Trouwborst volgden de organisatie ruim twee jaar en maakten er een film over (zie artikel rechts). De EO zendt deze vanavond uit op televisie.

De bond, opgericht in 1917, raakt landelijk bekend door zijn posters, onder andere op stations, met de papegaai en de tekst: ”Vloeken is aangeleerd. Word geen naprater”. In 2010 gooit de bond het roer om, omdat de organisatie draagvlak verliest, de boodschap niet meer landt en het imago suf, zielig en achterhaald is. De bond verbreedt zijn doelstelling naar het bevorderen van respectvol taalgebruik en trekt het land in met een bus om het gesprek met andersdenkenden aan te gaan. Vanuit de achterban klinkt kritiek én waardering. Over dat proces gaat de documentaire.

Drs. Ton van der Schans, geschiedenisdocent aan Driestar educatief, zwengelt in zijn reactie op de film de discussie aan. „Wat is vloeken? Respectloos taalgebruik of ontheiliging van Gods naam? Die twee hebben alles met elkaar te maken, maar ik kies toch voor het laatste. Gaat het in de film wel genoeg over God?”

Esmé Wiegman, directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging, sluit daar vanuit de zaal bij aan. „Wat blijft er straks, na de uitzending van de film op tv, hangen bij het grote publiek? Misschien alleen dat de bond een organisatie is waar je best sympathie voor kunt hebben?”

Luuk Bouwman laat weten dat het niet zijn ambitie was een promotiefilm te maken. Wilfried Verboom, directeur van de bond, bevestigt dat. „Deze film gaat niet over onze boodschap, maar over de manier waarop wij de boodschap proberen over te brengen op seculier denkende mensen.”

EO-eindredacteur Floor Komen typeert de documentaire als „een observerende, beschrijvende film” die niet is bedoeld om anderen te overtuigen. „Ook de moeilijke kanten aan het werk van de bond zijn daarom nadrukkelijk in beeld gebracht. Daar zijn openheid en lef voor nodig. De bond heeft die.”

Komen noemt het „een ware spagaat” om met mensen het gesprek over vloeken aan te gaan „als ze de taal van de Bijbel niet spreken. Die taal is voor hen een dwaasheid.” Hij neemt het voor de filmmakers op. „Luuk en Maurice zijn bepaald geen christelijke jongens van de Veluwe, maar ze hebben oprechte interesse in de bond en zijn er niet op uit christenen een hak te zetten.” Komen adviseert de bond „fier en trots” door te gaan, „omdat de hemel een beetje huilt bij elke vloek.”

Dr. Jan van der Stoep, lector media, religie en cultuur aan de Christelijke Hogeschool Ede, noemt de film „een heel authentiek verhaal dat de bond dicht op de huid zit. Het werk van de bond lijkt vechten tegen de bierkaai. Ook dat komt eerlijk naar voren. Net als het feit dat bij de bond mensen met doorzettingsvermogen werken die vanuit hun missie bereid zijn ver te gaan. Ze opereren niet alleen in een cultuur van zingen op hele noten, maar bezoeken ook een islamitische basisschool.”

Van der Stoep prijst „de humor en zelfreflectie” van de medewerkers van de bond. „Ze beseffen dat het werk niet van hen afhangt, maar van God. Dat geeft ontspanning. Kierkegaard zei: Ironie en zelfspot zijn kenmerken van de ware gelovige.” De CHE-lector ziet de film als „een uitnodiging aan iedereen” om mee te doen in de strijd tegen vloeken en onfatsoenlijk taalgebruik. „De bond geeft het voorbeeld en toont karakter door te gaan voor idealen.”

Filmmaker Luuk Bouwman is optimistisch over het effect van de documentaire. „Er zit een flinke dosis humor in. Dat zijn de meest ontwapenende momenten die sympathie voor de bond zullen opwekken, ook bij andersdenkenden.”

Van der Schans ziet in de film een aanmoediging „om meer verontwaardiging te laten zien als er wordt gevloekt.” Hij verwijst naar het islamitische meisje in de film dat antwoord geeft op de vraag voor wie je respect moet hebben. „Ze noemt ouders, leraren, maar nadrukkelijk ook Allah. Een voorbeeld voor christenen. Vloeken is niet alleen respectloos, ook ongeestelijk.”

Directeur Wilfried Verboom reageert na afloop van de filmpresentatie afwijzend op de suggestie om de naam van zijn organisatie te veranderen in Bond voor respect. „We hebben bij de VBOK gezien wat een naamswijziging allemaal kan aanrichten. Overal waar ik kom, noem ik onze naam met trots en heb ik direct iets uit te leggen. Bond tegen vloeken is een geuzennaam die we koesteren.”


„De hemel huilt een beetje bij elke vloek”

Wat is er allemaal te zien in de documentaire over de Bond tegen vloeken? Een aantal fragmenten.

  • Waarom is schelden met erge ziektes kwetsend? Een medewerker van de bond stelt die vraag tijdens een gastles op de basisschool. Een meisje geeft antwoord. Haar moeder heeft kanker. Ze barst in tranen uit.

  • De Tweede Kamer debatteert over de afschaffing van het verbod op godslastering. De bond organiseert voorafgaand aan het debat een persbijeenkomst om zijn standpunt toe te lichten. Buiten, voor het Kamergebouw, wachten twee medewerkers, klappertandend van de kou. Er komt geen enkele journalist opdagen.

  • „Nederland, we komen eraan!” Directeur Wilfried Verboom lanceert de nieuwe campagne van de bond.

  • De christelijke gereformeerde ethicus prof. dr. W. H. Velema is een warm pleitbezorger van het werk van de bond. Op de vraag waarom vloeken erg is, antwoordt hij voor een seculier publiek: „Als je van iemand houdt, kun je het niet hebben dat zijn naam voor oud vuil, of nog erger, over de straat gaat.”

  • De bond presenteert nieuwe posters op een station ergens in Nederland. PowNews is erbij. De interviewer probeert te provoceren door diverse keren hartgrondig te vloeken. Medewerkers van de bond laten zich echter niet uit het veld slaan.

  • Op de markt deelt de bond rolletjes snoep uit om aandacht te vragen voor smakelijk taalgebruik. Een voorbijgangster weigert de traktatie. „Ongezond, er zit suiker in.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer